"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Heb je hem weer

Zondag, 12 november, 2017

Geschreven door: Janneke Stegeman
Artikel door: Wolter Huttinga

Oude verhalen in gesprek brengen met de werkelijkheid

Recensie van Jananeke Stegeman: Heb je hem weer, 24 preken voor sceptici en andere gelovigen

De schrijver

Janneke Stegeman is bijbelwetenschapper en als theoloog verbonden aan De Nieuwe Liefde in Amsterdam. In 2016 werd ze verkozen tot Theoloog des Vaderlands, een titel die ze op 23 september dit jaar weer zal overdragen.

Thematiek

Pf

Het boek is een vette knipoog naar de klassiek-protestantse prekenbundel. Soms gaat het om preken die daadwerkelijk geklonken hebben in kerken, maar vaak zijn het eerder essays die Stegeman als toespraken ergens in den lande hield. In dat geval zijn ze vaak zeer losjes aan een bijbeltekst gehangen, die dan meer als motto fungeert. “Een preek brengt”, zo schrijft Stegeman eenvoudig, “oude verhalen in gesprek met de werkelijkheid waarin we nu leven, en met wat ons persoonlijk bezighoudt.” Dat klopt precies met hoe ze in deze bundel bezig is. Stegeman stelt veel echte eenentwitingsteeeuwse ‘millenial’-vragen: Hoe ben ik vrij, maar toch verbonden? Hoe ga ik om met mijn lichamelijkheid, en met duistere emoties? Veelal wordt de Bijbeltekst kritisch en creatief geopend. De tekst ergert haar soms ronduit, in z’n ogenschijnlijk zwart-witte denkschema, of in z’n vrouwonvriendelijkheid. Stegemans zeer persoonlijke ervaringen staan centraal. In de loop van het boek komt de periode dat ze in Jeruzalem woonde veel voorbij. Ze kwam onder de indruk van het onrecht dat Israël Palestijnen aandoet, op grond van “de exclusieve Zionistische claim op het Oude Testament als hun nationale tekst.”

Centrale gedachten

Heldere identiteiten destabiliseren, vastgeroeste dogma’s bewegelijk maken, een geijkte Bijbeluitleg openbreken: Stegeman is er voortdurend mee bezig. Je zou het een postmoderne manier van bijbellezen kunnen noemen. Ze heeft het graag over ‘onafheid’, ze verkent de rafelrandjes van de Bijbeltekst, wil de rommeligheid van het echte leven omarmen, en erkent de ingewikkeldheid van het bestaan. Ze wil niet als christen leven met heldere ‘affe’ antwoorden, maar een zoektocht ondernemen die de bagger van het leven onderkent. Bij dat postmoderne hoort ook het speelse: Mozes noemt ze op een gegeven moment ‘jihadist’, een suggestie die ze ook net zo snel weer naast zich neerlegt.

Mooiste zin

“Soms, als ik een kerk bezoek, heb ik het gevoel dat ik word ingepakt in precies kloppende, pakkende poëzie. En zo, gehuld in een donslaagje van taal, ga ik dan weer de wereld in.”

Ik moest wat kiezen. Mijn vaste notitiehoekje ‘pagina’s met citeerbare zinnen’ puilde uit en dat is een heel goed teken voor het taalgebruik van dit boek. De taal is wars van kerkelijk jargon en wat mij betreft vaak prettig oneerbiedig, zonder plat te worden.

Reden om dit boek niet te lezen

Al met al zijn het aardige, maar zeker niet wereldschokkende preken. Preken draaien natuurlijk vaak wel erg om het specifieke poppetje dat op de kansel staat. Dat is hier niet anders. Stegeman geeft dan ook ruiterlijk toe dat ze zich vooral tot zichzelf richt. Een nadeel van het boek is dat die typische millenial-vragen wel heel erg op de voorgrond staan. De schrijfster ligt languit op de therapeutische sofa en praat graag over hoe ingewikkeld en onaf het leven is, en nuja, dat is ook juist het mooie, nietwaar? De Bijbeltekst kan er maar met moeite een beetje doorheen sijpelen en iets aanreiken dat het betoog nog echt mag doorbreken.

Ik vind het ook een nadeel dat Stegeman weigert ronduit in een traditie te gaan staan, in haar geval de christelijke. Ze vind het dan al gauw te exclusief en te afgepaald worden – en ik snap wat ze daarmee bedoelt. Inderdaad, ik denk ook dat Bijbelteksten heel veel brandstof geven voor verandering van de geijkte ordening en voor bevrijding van beknellende banden. Maar heb je daarvoor niet gewoon de dragende grond van die hele vermaledijde christelijke metafysica nodig? “Gelovig zijn is iets als meebewegen met het leven zoals het zich aandient, daarin trouw zijn aan jezelf en aan je overtuigingen”, schrijft Stegeman. Ik kan het er moeilijk mee oneens zijn. Maar is dit niet een erg dunne omschrijving?

Reden om dit boek wel te lezen

En toch is het ook een zeldzaam knap en ongebruikelijk boek. Een plezier om te lezen. De frisheid van de taal, de poëtische en soms rauwe zeggingskracht van oude verhalen zou je zo’n beetje het bestaansrecht van het protestantisme vandaag de dag kunnen noemen. Stegeman beoefent het protestantse vertel-ambacht met verve. Het is nogal wat: woorden van hoop, bevrijding, liefde en gerechtigheid verkondigen zonder dat ze mierzoet, tenenkrommend, simplistisch, goedkoop en sleets klinken. Het is Stegeman heel aardig gelukt, met een flinke dosis sprankelende creativiteit.

Eerder verschenen in Trouw


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.