Een persoonlijke terugblik
[Recensie] Cabaretier Paul van Vliet vertelt in Hij staat stil bij zijn vroegste jeugd en heeft waardering voor zijn ouders. Al op jonge leeftijd viel zijn talent voor imitatie op maar die van Hitler lag toch wel gevoelig. Ook was hij een verdienstelijk sneldichter en dat talent vormde in de tijd voor Sinterklaas een aardige nevenverdienste. Het gymnasium was in zijn tijd een elitaire school; hier richtte hij een schoolcabaret op en begon hij met het schrijven van liedteksten waarvan allerlei voorbeelden in het boek zijn opgenomen. Paul van Vliet kan smeuïg vertellen en zo horen we over zijn avonturen in een Parijse nachtclub. Later ging hij geschiedenis in Leiden studeren en hier ontstond in 1958 het Leidsch Studenten Cabaret. Opvallend is dat Paul nogal kritisch op zijn studententijd terugkijkt. Het meest kleurrijk zijn de persoonlijke verhalen over de doop van een achterneef met de opa uit Peru, over de affaire met Josephine in het damestoilet en het bezoek – samen met Herman van Veen – aan Wim Kan op zijn verjaardag.
Hilarisch is het verhaal over het ‘mannetje’ dat zich voordoet als schilder en de voorstelling in Carré waar alles anders loopt en hem na afloop wordt gevraagd: ‘Is het nou niet vervelend, elke avond hetzelfde?’ (p. 158). Ook het verhaal over de wilde tuin is onderhoudend en humoristisch.
De bedachte verhalen zijn duidelijk anders van karakter en hebben niet de natuurlijke humoristische ondertoon van autobiografische verhalen in deze bundel.
Paul van Vliet heeft inmiddels twaalf boeken geschreven. De laatste was Brieven aan God en andere mensen
—
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles