"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hek

Zondag, 22 november, 2020

Geschreven door: Martin Drenthen
Artikel door: Tanny Dobbelaar

Een hek is voor de wolf een communicatiemiddel

De auteur

[Recensie] Martin Drenthen is universitair hoofddocent milieufilosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en lid van het platform Wolven in Nederland. Naast zijn wetenschappelijke werk in de milieu-ethiek publiceerde hij voor een breder publiek onder meer Natuur in mensenland (2018) en De wolf is terug. Eng of enerverend? (2019).

Het boek

Wat is natuur nog in dit land? Die vraag heeft een nieuwe dimensie gekregen sinds de wolf onze landsgrenzen heeft overschreden. Dichtbevolkte en grondig vermenselijkte landschappen lijken weinig geschikt voor deze beschermde diersoort die onbarmhartig schapen doodbijt.

Boekenkrant

Moeten we de wolven hun gang laten gaan omdat ze onderdeel zijn van de natuur en de nadelen daarvan op de koop toenemen? Of moeten we zorgen voor ons boerenland dat niet alleen cultureel erfgoed is, maar ook in voedsel voorziet?

Drenthen onderscheidt drie natuurbeelden in discussies over natuurbeleid, elk met een eigen ethisch, esthetisch en ecologisch uitgangspunt. Allereerst is er het functionele natuurbeeld. De natuur dient ons te dienen: voor voedselproductie, maar ook voor beleving van de natuur in de vorm van een aantrekkelijk landschap.

Daarnaast heb je het arcadische natuurbeeld waarin de natuur harmonieert met de mens, en dat gericht is op behoud van eeuwenoude cultuurlandschappen. En dan is er nog het natuurbeeld van de wildernis, waarin de natuur zelfredzaam en krachtig is, zolang mensen er maar van afblijven. Daarin past de wolf best goed. Helaas zijn de drie natuurbeelden niet zo makkelijk van elkaar te scheiden en biedt dit onderscheid weinig houvast als het gaat om concrete keuzes in natuurbeheer, zegt Drenthen.

Liever gooit Drenthen het over een andere boeg door de introductie van het hek als centraal concept. Het hek symboliseert de scheiding tussen het schaap en de wolf, het gedomesticeerde dier in een cultuurlandschap en het wilde dier in de natuur, tussen dat wat beschermd dient te worden en dat wat ontembaar is.

Een hek is geen grens

Een hek moet je niet opvatten als een grens, maar als een communicatiemiddel, betoogt Drenthen. Weliswaar leven we met wilde dieren in dezelfde wereld, maar we moeten erkennen dat ze andere wezens zijn die andere betekenissen toekennen aan die wereld.

Desondanks kunnen mensen goed leven met wilde dieren. Drenthen haalt voorbeelden aan van Indiërs die weten te leven met de gevaarlijke krokodillen in hun dorp, en van orka’s die mensen in het Australische dorp Eden hielpen met het vangen van baleinwalvissen.

Ook met wolven valt te leven. Het recept: erken hun soevereiniteit en durf te vertrouwen op een conflictarme relatie. Door het plaatsen van hekken kun je wolven leren dat ze bepaalde gebieden moeten vermijden. In Zwitserland vallen wolven daardoor minder vaak kuddes aan. Uiteindelijk leren de wolven dat ze alleen wilde prooien moeten zoeken en laten ze de schapen met rust. Dan kunnen de hekken weg.

Drenthen heeft oog voor de spanning tussen boer en veelal stedelijke natuurbeschermer die een wolf wel romantisch vindt. De wolf is in korte tijd symbool geworden voor onbehagen met globalisering en verlies van nationale identiteit.

Citaat

“Het is wellicht slechts een kwestie van tijd voordat populistische bewegingen in Nederland het potentieel van de wolvenkwestie ontdekken en besluiten het gevoel van onbehagen bij de plattelandskiezers uit te buiten voor politieke doeleinden.”

Reden om dit boek niet te lezen

Hek is gebaseerd op een pre-advies voor het Podium voor Bio-ethiek. Dat verklaart wellicht de nogal traditionele structuur van het boek. Voor een publieksboek is zo’n structuur nogal saai.

Reden om dit boek wel te lezen

Wat moeten we met de wolf in Nederland? Die vraag leeft in brede kring. Hek geeft een originele draai aan het debat over de wolf.

Eerder gepubliceerd in Trouw