"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Helium

Vrijdag, 24 juli, 2020

Geschreven door: Bart Moeyaert
Artikel door: Nathalie Brouwers

Een onvergetelijke licht- en lucht gevende bundel

[Recensie] Voor Bart Moeyaert (1964), Vlaams auteur voor lezers tussen 8 en 88 jaar oud, was 2019 ongetwijfeld een jaar om in te kaderen: in het voorjaar van dat jaar had hij letterlijk de Astrid Lindgren Memorial Award jury aan de lijn die hem verraste door hem, na zestien jaar op een rij genomineerd te zijn geweest, uiteindelijk die grootste erkenning op het vlak van jeugdliteratuur ook toe te kennen. Dat net Astrid Lindgren hem enorm inspireerde als jonge lezer deed Moeyaert veel moois zeggen over deze Zweedse grande dame in zijn speech en in een aantal interviews.  

Het geluk straalde van hem af tijdens talrijke interviews en een aantal feestjes die volgden voor de auteur en zijn fans. Gretig nam hij de kans aan om in verschillende gesprekken een lans te breken voor kwaliteitsvolle jeugdliteratuur. Hij werd een graag  geziene gast van Zweden tot in Mexico. In het najaar volgde naast enkele succesvolle heruitgaven zijn nieuwste dichtbundel Helium waarnaar zeker ook reikhalzend werd uitgekeken. De bundel sluit, zowel qua inhoud als lay-out, aan bij zijn vorige dichtbundels Verzamel de liefde (2003) en Gedichten voor gelukkige mensen (2009), waarin de stadsgedichten van zijn Antwerps stadsdichterschap tussen 2006 en 2007 integraal terug te vinden zijn.  

De poëzie van Moeyaert is altijd heel toegankelijk en herkenbaar: een breed publiek wordt er door aangesproken en jongeren gaan er mee aan de slag. Dat is met deze bundel Helium niet anders. Moeyaert moest in de periode rond de uitreiking van de ALMA afscheid nemen van zijn vader die toen net gestorven was. Zijn moeder was mentaal voordien ook al de wereld van het vergeten binnengetreden, en ‘verdwijnt langzaam in de tijd’. In deze gedichtenbundel heeft Moeyaert het in vertrouwelijke intimiteit met de lezer over dat verlies en de dementie, die dubbel toegeslagen had, in ontroerende en rake woorden. De eerste zinnen van het titel- en tevens slotgedicht tonen onmiddellijk de kern van deze ziekte aan:  

“Sommige vaders sterven langzaam.
Hun oogopslag verraadt hoe almaar trager het vanbinnen gaat.”

Boekenkrant

De slotzinnen van dit gedicht laten de wereld rondom je even stilstaan en geven je de kans na te denken over de zin van je leven:  

“Als rook erboven werd hij een gedachte.
Je kunt hier weinig anders doen
dan zijn, een tijd graag zien
en daarna op z’n zachtst verdwijnen.”

Moeyaert legt in zijn gedichten opnieuw de subtiliteit en de zeggingskracht die voor hem zo kenmerkend zijn. In deze bundel staat  het afscheid van het leven centraal, evenals het loslaten, de zoektocht naar en het gaan van je eigen weg. De capaciteit om zijn jeugdherinneringen terug te halen en het kind in zichzelf niet te vergeten, is een belangrijk element in het werk van Moeyaert. Met ‘Verlegen’ doet hij zijn lezer aan Bianca uit Tegenwoordig heet iedereen sorry herinneren. In ‘Opstel’ toont Moeyaert in enkele prachtige zinnen aan dat volwassenheid komt met niet meer zo snel gelukkig te worden zoals we dat als kind konden:  

“Er is een tijd geweest dat ik van
blijdschap in mijn handen klapte.

En dat een bal, gevallen brood,
een busreis onvergetelijk leken.”  

Daarnaast blijken jassen en kleren wel een rode draad te vormen in zijn gedichten. Want naast de ‘jas van bont van teddyberen, sla je armen om me heen en al je winterkleren’ (‘Siberië’, Verzamel de liefde), is er nu ook ‘Wat als het niet de schuld is van mijn krappe jas’ en ‘Dat ik moet leren vliegen met / de kleren die ik draag. Dat mijn / schouders breder worden / en de wereld weer mijn maat’ (‘De wens’, Helium). Jassen of dons als een beschermingsfort tegen de echte wereld: het is een beeld dat je kan blijven achtervolgen.    

Je kan in een recensie niet alle gedichten van een bundel verwerken, maar heel soms zou je willen dat je dit kon. Zoals met deze opnieuw onvergetelijke bundel. Laat de schitterende gedichten en de fonkelende wit-blauwe cover van Helium je verlichten en verluchten, daar is deze parel voor gemaakt.  

Eerder verschenen op Hebban