"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Helium

Vrijdag, 31 januari, 2020

Geschreven door: Bart Moeyaert
Artikel door: Jan Stoel

Miniatuurtjes van taal om de tijd te vangen

[Recensie] Bart Moeyaert (1964) weet in zijn dichtbundel Helium met eenvoudige woorden en zinnen veel te vertellen. Helium is een gas dat lichter is dan lucht en bijvoorbeeld als vulling voor ballonnen wordt gebruikt. De ballonnen stijgen daardoor snel. Dat opstijgen is ook een symbool voor loslaten, maar ook van het jezelf ontstijgen. Afscheid nemen, loslaten en op weg gaan naar een nieuw begin zijn thema’s  die de rode draad vormen in de bundel. Tessa van der Waals heeft met het ontwerp van de cover perfect aangevoeld wat Moeyaert met deze persoonlijke bundel bedoeld heeft. Met lichtblauwe letters staan naam en titel van de bundel op de cover op een achtergrond waarin je allerlei vertakkingen kunt zien waarlangs het leven verloopt. In zilver zie je druppels of beter tranen die neerdalen.

Moeyaert schrijft over de dingen die in de tijd vergleden zijn en gebruikt daarvoor vaak het ik-perspectief. Hij denkt aan zijn jeugd, zijn broers, een zomervakantie, zijn grootvader, zijn verlegenheid, aan voorbije en nieuwe liefdes en aan zijn ouders. Zijn vader overleed aan Alzheimer in het jaar dat Bart Moeyaert in 2019 de Astrid Lindgren Memorial uitgereikt kreeg. Zijn moeder lijdt aan dezelfde ziekte  en ‘verdwijnt langzaam in de tijd.’ De gedichten over zijn ouders ontroeren. Indringend beschrijft hij het proces van dementeren met alledaagse woorden, maar geeft die woorden lading. Let op slotregels van Houtvast.  In dit gedicht gaat het om zoeken naar zekerheden, als ze in een verzorgingshuis gaan wonen.

“Ze verlaten ons huis
Eerst hij, daarna zij
Ze vinden een plek
bij elkaar (…)
Vandaag en vroeger
vervagen, maar het
zicht op de plas en
de wei biedt houvast.”

En in de slotregels wordt verwezen naar hun zeven kinderen:

Boekenkrant

“Daar is het paar en
daar zijn de zeven.
Zolang ze dat weten,
zijn ze er nog.”

Bij dementeren hoort ook het loslaten van de taal. Bernlef liet dat proces mooi zien in zijn roman Hersenschimmen. Moeyaert doet het subtiel, maar met een maximale zeggingskracht in het titelgedicht:

“Sommige vaders sterven langzaam.
Hun oogopslag verraadt hoe almaar trager het vanbinnen gaat.
(…)
De meesten spreken met hun pink.
Daarmee duiden ze dingen aan.
Van alle woorden blijven medeklinkers over,
Ze vragen rochelend om water.
Een raam waait open door een keer te blazen.
Waarschijnlijk zijn ze namen kwijt.”

Wat opvalt aan de gedichten is de lichtheid, hoewel de onderwerpen niet altijd licht zijn. Moeyaert weet het zware in het simpele, het kleine te verwoorden, zet met krachtige metaforen, vol gevoel de verbeelding van de lezer aan het werk, laat de taal zijn werk doen. Zo noemt hij het teruggeslagen laken van zijn bed een ‘ezelsoor’. Een beeld dat ook weer naar taal verwijst.

Hij kijkt terug op gebeurtenissen in zijn leven, waarin hij zijn weg moest vinden, op zoek was naar zichzelf, twijfelde of hij wel in de wereld paste.  Zo was er zijn grootvader die ‘knokig’ was. Een prachtig woord dat eigenlijk al genoeg zegt.

“Hij wijst me af met een gebaar, tilt me omhoog en laat me zonder kijken vallen. Waar ik neerkom blijf ik liggen. Ik gloei, verwacht een teken, maar tussen ons verandert niets tot op een dag in januari, als hij er niet meer is en ik nog wel.”

Opvallend dat grootvader bij voorkeur sprak zonder woorden! Een paar gedichten verder heeft hij door wat hij moet doen: “Dat ik moet leren vliegen met / de kleren die ik draag. Dat mijn / schouders breder worden / en de wereld weer mijn maat.” Nergens kijkt Moeyaert in wrok om, het is zoals het is.

Wanneer je iets loslaat ga je iets missen, maar komt er ook ruimte voor een nieuw begin. De beste houvast is dan de liefde. Zoals in het gedicht Licht: “Elke seconde tikt/ de volgende aan. Als jij je omdraait en eens / grinnikt, gooi ik de meeste onzin van mijn af. / Je danst als in een tekenfilm de wereld in balans.”

Hoewel het een persoonlijke bundel is gaan de gedichten over iedereen. Je kunt je bij ieder gedicht iets voorstellen uit je eigen leven. De kracht van de taal van Moeyaert is dat hij door zijn poëzie universele gevoelens oproept. Helium bevat miniatuurtjes van taal om de tijd te vangen.

Eerder verschenen op Hebban