"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hemelsleutels

Woensdag, 3 december, 2008

Geschreven door: Tania Heimans
Artikel door: Daan Stoffelsen

Een keurig getrouwde vrouw en een misbruikt meisje

Zes jaar en een dag is Linde als haar moeder van het balkon springt, en dat is al best oud, maar je had haar graag wat uitstel gegeven. Niet dat ze veel aan haar moeder met waanideeën zou hebben, maar aan haar vader, kunstenaar op een dieet van bier, salamiworst en naaktmodellen, heeft ze in ieder geval niets. Gelukkig heeft ze haar oma, dementerend, maar uiterst helder in haar adagia: ‘ik ben een keurig getrouwde vrouw’, ‘gewoon negeren dat mens’ en ‘schikken doe ik me, meer niet’. Lindes problemen, haar fantasieën, haar perspectief bepalen Tania Heimans debuutroman Hemelsleutels.

Die problemen begonnen op de dag na haar zesde verjaardag, toen haar vader een moment de deur uitging en Linde vroeg even op haar moeder te letten. Sindsdien doet ze haar best voor haar vader te zorgen, het hem naar zijn zin te maken, het iedereen naar hun zin te maken. Tot aan grote Henk aan toe, haar misvormde oom die vader steeds geld leent, en zich op gegeven moment betaling in natura toeëigent. Linde loopt hepatitis op, wordt daar erg ziek van, en terwijl zij in het ziekenhuis ligt om te herstellen, vinden er wat veranderingen plaats thuis. Oma is naar boven gedaan, woont op zolder, de vieze oom woont in Oma’s deel van Het Huis, en vlooien en maden hebben nu definitief hun intrede gedaan. Linde negeert het en schikt zich.

De misvormde dwerg, de alcoholistische vader, de auralezende vriendin, hoe karikaturaal de meeste personages ook aandeden voor Lindes ontslag uit het ziekenhuis, sprookjesfiguren waren het nog niet, maar het is op dat moment dat je definitief moet vaststellen dat Linde zich een eigen werkelijkheid heeft gevormd, dat een kinderlijk beeld van de werkelijkheid is omgeslagen in wanen. Linde neemt Oma’s overlevingsstrategie zo volledig over dat het verleden voor haar blijft voortbestaan, een veilige, duidelijke wereld met heldere oplossingen.

Al lang voor dit scharnierpunt drongen zich niet de problemen van Linde, maar problemen met het perspectief op. Hemelsleutels is vanuit een kind geschreven dat rent, hijgt, ploft. ‘Hijgend loop ik mijn slaapkamer in en plof op mijn bed. Ik vraag me af wie er net bij Oma waren.’ Linde vraagt zich af. Dat doet ze even later niet: ‘“Dat is waar ook…” Papa kijkt me aan alsof hij het vergeten is. Dat speelt hij natuurlijk, hij zou nooit mijn verjaardag vergeten.’

Kookboeken Nieuws

Ik geef toe, ik ben al bijna twintig jaar geen zeven meer, en toch doet me dit weinig consequente mengsel van bedachtzame formulering en immens vertrouwen en naïviteit weinig geloofwaardig aan. Daar komt bij dat Linde vertelt over gebeurtenissen waar ze zelf weinig van begrijpt, maar die duidelijk de lach of de gêne van de lezer moeten opwekken. Touwtjes die uit vrouwen hangen, geslachtsdelen die iets weg hebben van overreden egeltjes, dat is – ergens – humor, maar niet voor een zes-, zeven- of achtjarige. Als ze voor het eerst op school komt en wat mag vertellen, kiest ze voor iets waarvan ze weet dat haar vader er altijd succes mee heeft: de schuine mop. De scène werkt, wekt een schaamtegevoel op, zodanig dat je als lezer in wilt grijpen en roepen: Linde, stop, je wordt misbruikt! En niet door de vriendinnen van je vader die je drank laten halen, niet door je vieze, misvormde oom, maar door die schrijfster van je.

En waarvoor? Voor een boek over verwaarlozing, over een beroerde jeugd. En romans overiets moet je wantrouwen: dat iets overheerst al snel de stijl, de personages, de plot, de kern van de roman. Een vlakke stijl, platte personages, een doorkabbelend plot, daar is in dit geval niet veel aan verloren gegaan, maar maakt het onderwerp deze tekorten goed? Nee. Ik zal niet ontkennen dat het een drama is, maar de noodzaak om dat drama in deze vorm te gieten en dan een roman te noemen ontgaat mij.

Er is een lichtpunt. Oma is een prachtig personage, misschien wel de volwaardigste van het gezelschap, met een geschiedenis, grotere wensen dan directe lustbevrediging, immense nuchterheid en ijzersterke humor. Ja, ook dat effect wordt behaald door haar zwakte, haar dementie, te gebruiken, maar het zij Heimans vergeven: Oma is zelfs na haar dood een sterk karakter. ‘“Willen, willen, wat betekent dat? Wat willen we en wat willen we niet? Het is maar hoe je het bekijkt. Schikken doe ik me, als bloemen in een vaas. Is dat geen mooie vergelijking?”’ Als bloemen in een vaas; als Oma de hoofdpersoon ervan is, kijk ik uit naar Heimans’ tweede.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Het huis met de leeuwen

De huurmoeder

Hemelsleutels