"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Here weg

Woensdag, 29 augustus, 2012

Geschreven door: Jan Veenstra
Artikel door: Johan Bordewijk

‘Zijn al úw helden dan engelen?’

TBS-ers dienen levenslang opgesloten te worden, want het zijn monsters en psychopaten. Dat is toch wel zo’n beetje de communis opinio. Jan Veenstra laat zien dat een dergelijk oordeel te kort door de bocht is. In zijn tweede roman Here weg speelt hij nadrukkelijk met het thema van goed en kwaad en weet hij de lezer regelmatig aan het wankelen te brengen. Het boek beschrijft de geschiedenis van Tjepko Dogge, die begin jaren zeventig wordt behandeld in de Van Mesdagkliniek aan de Hereweg in Groningen.

“BAFF”

Een lieverdje is Tjepko niet. Totdat de keiharde discobeat definitief de kermis overspoelt, leeft hij als kermisbokser. Dat is nog tot daar aan toe. Erger is dat hij tot twee keer toe een man heeft vermoord. Een van die mannen is zijn zwager Bé. Tjepko heeft met zijn zus Wiesje een symbiotische relatie – op het incestueuze af – en wanneer hij ontdekt dat haar man vreemdgaat en haar mishandelt, slaat hij Bé op een avond dood. Niet in een opwelling, maar weloverwogen en genietend van de slagen die hij uitdeelt. ‘Dat “baff” dat je bij cartoon leest, zo klinkt het echt.’

Voor de eerste moord tijdens zijn diensttijd, kreeg hij een aantal jaren gevangenisstraf, maar voor deze tweede krijgt hij TBR (zoals TBS toen nog heette). Tjepko verdwijnt voor jaren achter de tralies van de kliniek waar hij het gezanik van de behandelaars moet aanhoren. Hij kan niet anders dan afwachten of en wanneer men hem genezen te verklaren. Tijdens een bezoek van Wiesje blijkt ze een geheim te verbergen dat bij hem andermaal een moordplan oproept. Vanaf dat moment doet hij er alles aan om een modelgevangene te worden in de hoop dat hij op begeleid verlof mag, om dan aan zijn bewaker te ontsnappen en zijn plan uit te voeren.

MONSTERS?

Veenstra weet Tjepko zo te beschrijven dat de lezer zijn gedachten en daden niet alleen begrijpt maar ook goedkeurt. Maar in zijn spel met goed en kwaad doet Veenstra meer. Ook de medegevangen – moordenaars, kinderverkrachters, pyromanen – worden ontdaan van hun monsterlijke trekken. Net wanneer Veenstra daarin te ver lijkt te gaan en je denkt dat er eigenlijk niets met hen aan de hand is, roept hij je tot de orde met zinnen als: ‘Een paar jaar geleden heeft hij zijn vrouw en beide dochtertjes liefdevol gewurgd tijdens een lsd-trip.’ Baff. Weer met beide benen op de grond. Maar intussen is wel duidelijk dat ze niet alleen maar slecht zijn.

Boekenkrant

Here weg leest niet als een trein, en ter voorkoming van misverstanden: dat is een aanbeveling. De stijl is prachtig rechtdoorzee en bruut, waardoor het verhaal hort en stoot, schuurt en schaaft. Stijl en plot vullen elkaar naadloos aan: beide zijn niet altijd prettig en nooit gemakkelijk. Af en toe even het boek wegleggen om bij te komen is aan te raden.

‘Frank is griezelig.
Hij heeft geen TBR. Is kennelijk niet verminderd toerekeningsvatbaar.
Ik wel, zeggen de zielenknijpers.
Frank is crimineel. Ik ben een psychopaat.
Daar ben ik wel tevreden mee. Ik heb nog nooit iets gejat of een vrouw geslagen.

I am nothing but a hound dog.’

Dat laatste is mooi structuurelement in het boek. Tjepko is gek van Elvis. Veenstra geeft de gevoelens van zijn hoofdpersoon diepte door op de juiste momenten citaten van de King op te nemen.

In Here weg laat Veenstra zien dat vragen over het karakter van misdadigers niet eenduidig en simpel te beantwoorden zijn. Zijn Tjepko en zijn medegevangen verdorven psychopaten of niet? Deze roman zet tot denken aan. Om dicht bij de stijl van het boek te blijven: ‘Godnogaantoe, wat een goed boek!’


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De zomer van ‘59