"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het bedrog met de Amethyst

Zaterdag, 10 april, 2021

Geschreven door: Hasko Dalen
Artikel door: Jan Stoel

“Mijn boek is met bedrog doordrenkt”

Interview met Hasko van Dalen

Over de auteur

Hasko van Dalen (1949) debuteerde in 1966 in het Utrechts Nieuwsblad. Sindsdien schrijft hij regelmatig verhalen, artikelen, columns en blogs voor kranten, weekbladen, magazines en internetsites. Meestal over zijn vakgebied (sociale zekerheid en pensioen), zijn passie voor The Rolling Stones of zijn voetbalclub Feyenoord. Hij is een groot liefhebber van detectives. Het bedrog met de Amethyst is zijn debuut in het genre. Het verhaal speelt zich af in Oostenrijk, met name in Wenen, waar Hasko zelf zowel privé als zakelijk regelmatig verbleef.

Samenvatting

Boekenkrant

“Het begon op een maandagmorgen, op een zonovergoten junidag in Wenen. Gelukkig kan ik het navertellen.” Met die verzuchting begint privédetective Otto Klein zijn avontuur vol list en bedrog, en een vleugje romantiek. Als Ulrika Berger hem vraagt haar vriend Markus Meyer op te sporen, weet Klein nog niet wat hem allemaal te wachten staat. Ulrika vertelt hem een fantastisch verhaal over een kostbaar scheepsmodel, internationale drugssmokkel en een corrupte Amerikaanse politicus. Ulrika’s relaas roept veel vragen op bij Otto Klein. Want waar is Markus na de aanslag op zijn auto? Wie zijn de mannen die haar voortdurend achtervolgen? En is zij zelf wel helemaal te vertrouwen. Gaandeweg blijkt dat alles anders in elkaar zit dan het lijkt. Het bedrog is geraffineerder dan Otto zich ooit had kunnen voorstellen.

Interview

Vijftig jaar geleden maakte je de eerste aanzetten voor deze detective. Hoe ben je op het idee gekomen?

“In de periode 1965-1970 wilde ik songwriter en schrijver worden. Ik verslond toen vooral detectives (Havank, Agatha Christie, Ellery Queen, Maigret, Edgar Wallace Wallace) en wat in Oostenrijk Romantik Krimi heette. In dat genre wilde ik ook een boek gaan schrijven en dus maakte ik daar aantekeningen voor. Van meet af aan was het de bedoeling om te komen tot een verhaal rond de verwisseling van twee kisten, omdat ik daarover een artikel had gelezen in een Weense krant.”

Waarom heb je die aantekeningen destijds niet uitgewerkt? Je wilde toch schrijver worden?

“Toen ik begin 1971 uit Oostenrijk terugkwam in Nederland viel ik heel gauw in de combinatie van werken overdag en ’s avonds studeren, trouwde ik en kreeg kinderen, waardoor voor het schrijven van een boek geen tijd meer overbleef. Ik schreef wel nog columns.”

Ik las dat je in 1993-1994 weer in Wenen terug was voor je werk, vlakbij de plek waar het verhaal zich voor het grootste deel afspeelt en daar op het idee kwam het verhaal uit te gaan werken. Bijna dertig jaar geleden! Waarom is het niet eerder uitgegeven?

“In 1993/94 heb ik diverse versies van het verhaal gemaakt, ook vanuit andere perspectieven dan de ik-persoon. Daarmee heb ik verschillende uitgevers benaderd. Van slechts één kreeg ik een reactie, waarin stond dat men de setting van het verhaal niet zo sterk vond en het moeilijk te plaatsen achtte op de Nederlandse markt. Daardoor zakte de moed wat in mijn schoenen. Bovendien kwam die melding op een moment dat ik net bezig was om van baan te veranderen. Ik had daarna geen tijd om er verder aan te schaven en heb de manuscripten opgeborgen. Bij het opruimen tijdens de corona lockdown vond ik ze weer en nu had ik wel tijd om ze grondig te bewerken.”

Hoe kwam je uiteindelijk bij Palmslag terecht. Wat heeft deze uitgeverij voor je betekend?

“Toen ik de manuscripten teruglas vond ik dat ik er best een goed verhaal van kon maken en ben gaan herschrijven. Nadat het nieuwe manuscript klaar was ben ik opnieuw uitgevers gaan benaderen. Van slechts een paar kreeg ik een afwijzende reactie. Maar ik vond mijn verhaal zelf goed genoeg en wilde het ook gepubliceerd hebben; dan maar in eigen beheer en in een kleine oplage. Dus ben ik in de periode augustus/september verder gaan zoeken en heb bij diverse bedrijven voor uitgeven in eigen beheer offertes opgevraagd. Daarbij ontdekte ik al gauw dat zelf een omslag ontwerpen, het binnenwerk vormgeven, boek laten drukken en uitgeven toch een vak apart is. Daarop ben ik gaan zoeken naar betaalde ondersteuning voor die taken.”

“Een van de uitgevers die ik daarvoor heb benaderd was Palmslag. Die reageerde met het bericht dat ze mijn manuscript met belangstelling hadden gelezen en er wel iets in zagen, mits er een grondige redactie zou plaatsvinden. Men bood ook aan dat te doen, evenals het ontwerpen van omslag en het binnenwerk, tegen betaling. Die zaken wilde ik echter in eigen hand houden. Palmslag heeft voor mij het hele proces van drukken van het voltooid manuscript tot en met publicatie en de verkoop (beschikbaar maken via het CB en webshops), voorraadbeheer en promotie ervan gedaan.”

Waarom wilde je redactie, omslag ontwerp en vormgeving binnenwerk in eigen hand houden? Hoe heb je mensen daarvoor gevonden?

“Zoals gezegd was ik al op zoek gegaan naar ondersteuning voor die taken, op basis van de wensen die ik in mijn hoofd had. Gezien de ontvangen commentaren van proeflezeressen wilde ik vooral een vrouwelijke redacteur, die niet alleen zou letten op taal- en typfouten maar ook uiterst kritisch zou kijken naar de karakterbeschrijvingen en sfeertekeningen rond de interactie tussen de cruciale personen in mijn boek. Daarvoor heb ik diverse offertes opgevraagd en op basis van de proefredactie gekozen voor Sarah de Waard. Het leidde tot een uitermate plezierige samenwerking, snelle reacties, bruikbare correcties, kritische maar waardevolle opmerkingen en zeer bruikbare suggesties. Voor het ontwerp van de omslag kwam ik uit bij Nicoline van der Beek, een grafisch ontwerpster. Op basis van wat vage ideeën van mijn kant heeft zij een prachtig omslagontwerp gemaakt, waarvoor we heel wat complimenten hebben gekregen. Bij Sanne Hillemans had ik offerte voor zowel omslag als het binnenwerk gevraagd. Voor het omslagontwerp had ze geen tijd, maar ze heeft wel het binnenwerk en het e-book vormgegeven.”

Het bedrog met de Amethyst is inmiddels al aan zijn tweede druk toe en een gedeelte is naar Oostenrijk, Wenen, verstuurd. Hoe zit dat? Fans in Oostenrijk? En wat heb je met Oostenrijk?

“Met Oostenrijk heb ik sinds mijn eerste verblijf daar een band. Dat mijn boek ook in Wenen verkocht gaat worden deze zomer is toevallig tot stand gekomen. Ik heb het onder de aandacht gebracht van het bedrijf ‘Mijn Wenen Tours’ dat gevestigd is in de Piaristengasse, dat ook in mijn boek voorkomt als onderdeel van een stadstour. De eigenaar van dat bedrijf vond het zo’n mooie aanvulling op de verhalen die hij tijdens de stadstour vertelt, dat hij het te koop aan wilde aanbieden aan zijn klanten. Verder heb ik de Vereniging van Nederlanders in Wenen en het Oostenrijk Magazine erover bericht. Zij hebben het onder de aandacht van hun leden en lezers gebracht. Eind april/begin mei ga ik bij de Vereniging van Nederlanders die in Wenen wonen via Zoom een boekpresentatie geven.”

Kun je iets vertellen over je manier van schrijven? Werk je met schema’s? Had je het plot al toen je begon te schrijven?

“Toen ik begon met schrijven had ik geen schema’s, ook niet bij het maken van de oude manuscripten in 1993/94. Wel was de plot er vanaf het begin. Net als bij de vele columns die ik heb geschreven ben ik gewoon begonnen, wist waarover ik het wilde hebben en wat de plot was. De weg daar naartoe kwam, zoals dat zo mooi heet, werkende weg. Pas halverwege het schijfproces heb ik een tijdlijn gemaakt waarbinnen ik de verschillende gebeurtenissen kon plaatsen, maar vooral om zelf niet in de war raken. Er is tussentijds heel wat geschrapt en herschreven. Er zijn gebeurtenissen toegevoegd, sommige later weer verwijderd en zelfs in de fase van de eindredactie werden nog ingrijpende aanpassingen gedaan. Ook verhoudingen tussen personen en hier en daar zelfs de beschrijvingen van karakters zijn tijdens het proces van schrijven, herschrijven en bijslijpen nog veranderd.”

Heb je veel research moeten doen?

“De oorspronkelijke aantekeningen en manuscripten moesten gemoderniseerd en geactualiseerd worden. Het was allemaal verouderd en dat vergde de nodige research, bijvoorbeeld naar de methode van onderzoek naar hersenschudding in het ziekenhuis, de beschreven overval in Duitsland, de huidige situatie van de plekken in Wenen die in het boek voorkomen en de juistheid van allerlei verwijzingen naar films, literatuur en muziek. Ook aan de verwijzingen naar de verkiezingen in Utah is het nodige onderzoek voorafgegaan.”

Je bent een liefhebber van detectives, staat op de achterflap te lezen. In Het bedrog van de Amethyst kwam ik Edgar Wallace tegen. Die benoem je waarschijnlijk niet zomaar.

“Die naam heb ik zeker niet toevallig gebruikt. Hij was jarenlang een van mijn favoriete detectiveschrijvers. Ik heb een verzameling van 87 boeken van Edgar Wallace.”

De Amethyst is de naam een motorjacht (zie de verwijzing op de cover) van een steenrijke Amerikaan, Larry Hatton, officier van Justitie en bezig om de drugsmaffia keihard te bestrijden. De amethist is ook een steen waaraan bijzondere krachten toegekend worden: bescherming, harmonie, innerlijke rust. Verwijst de titel van je boek ernaar?

“Voor de naam van de boot heb ik inderdaad met opzet De Amethyst gekozen. Van amethist wordt beweerd dat het zelfinzicht bevordert en je helpt eerlijk te zijn naar jezelf toe over gedrag dat schadelijk kan zijn. Door het ook in de titel op te nemen dacht ik mensen op het verkeerde been te kunnen zetten. Zat er ook wat bedrog in de titel. Tegelijk was dat een valkuil, omdat mensen dan zouden kunnen denken dat het verhaal over de steen amethist zou gaan.”

Je vult je personages stukje bij beetje in. Dat doe je soms door een flashback naar het verleden. Je karakteriseert hen de ene keer door hun manier van spreken, dan weer beschrijf je hoe ze eruit zien en je laat de verbeelding van de lezer de rest doen. Wat voorbeelden: “Bij de deur stond een jongeman, een bundel spierballen in singlet” en Zacharias Bauer, een van de mannen die Otto inhuurt om hem te helpen: “een oude gebochelde man met een versleten corduroypak dat om zijn lichaam slobberde.” Je ziet het voor je. Het valt me op dat je steeds de afwisseling daarin zoekt. Ontwikkelt zo’n personage zich tijdens het schrijven of heb je ze vooraf al gekarakteriseerd?

“Vooraf had ik wel een beeld bij de meeste personages, maar tijdens het schrijven en vooral tijdens het herschrijven kregen de personages steeds meer vorm. Op een gegeven moment heb ik een overzicht gemaakt van alle personages en hun kenmerken, zoals ik ze tot dan toe had verwerkt. Daarna ben ik eraan gaan schaven en ook de redacteur heeft mij af en toe gewezen op zaken die niet klopten met de beschrijving of het karakter van het personage. Dat ik de personages stukje bij beetje invul was meet af aan bewuste keuze. Ik wilde niet direct alles vertellen over een persoon. Ik hou niet van boeken waarin een personage de eerste keer dat die in het verhaal voorkomt tot in den treure wordt beschreven. Zelfs van hoofdpersoon Otto Klein heb ik pas na drie bladzijden de achternaam prijsgegeven en nog veel later zijn voornaam. Mij lijkt dat spannender.”

Je speelt ook met de betekenis van namen. Over amethist hebben we het al gehad. Maar je geeft een goede vriend en tipgever van Otto Klein de naam ‘George Mastiff’. Ik denk dan meteen aan het hondenras oorspronkelijk uit Macedonië afkomstig, eigenlijk een oorlogshond die getransformeerd is tot een beschermhond. George is gevlucht voor de kolonels in Griekenland en beschermt min of meer OttoHoe heb je dat aangepakt? 

“Inderdaad is de naam Mastiff bewust zo gekozen en aangeduid als persiflage. Ook de achternaam Klein was een bewuste keuze, net zo goed als andere namen af en toe bewust zijn gekozen, hoewel sommigen ook gewoon verzonnen zijn zonder dat ik heb gekeken naar de betekenis, zoals Ulrika.”

Otto, de ik-figuur, is degene die het meest reliëf krijgt. Je vertelt het verhaal door zijn ogen. Dat maakt het verhaal krachtiger, persoonlijker. Hij ontwikkelt zich van een onzekere detective tot een man die zelfvertrouwen krijgt.

“Met Otto Klein wilde ik gewoon een privédetective neerzetten die geen macho speurder is die met veel geweld en bombarie een zaak oplost, zoals je in veel boeken ziet.”

Opvallend zijn de intertekstuele verbindingen die je legt: kunst, filosofie, literatuur. Ze passen perfect in het verhaal. Zo schets je op een gegeven moment de besloten bijeenkomst – een zonnewende-party – van de Kunstkring in Wenen. Daar hangt het schilderij De baai te Bénerville van Boudin. Er wordt gediscussieerd of het schilderij op de party echt is of een replica. Misschien zegt het ook iets over het karakter van de Kunstkring. Nietzsche komt voorbij als Otto een beetje twijfelt aan zichzelf en hem de uitspraak te binnen schiet “je moet gevaarlijk leven om het grootste plezier van je leven te hebben.”

“Fijn om te horen dat deze verbindingen perfect in het verhaal passen. Sommige verwijzingen schoten me spontaan te binnen tijdens het schrijven, andere had ik al tijden in mijn achterhoofd, zoals Nietzsche. De replica van het schilderij van Boudin is ook een element van het bedrog waarmee het boek doordrenkt is. Het verwijst niet alleen naar het thema van de bijeenkomst van de kunstkring, maar ook naar de replica’s van berglandschappen, die in het begin terzijde langs komen als Klein de villa van Hablé bezoekt. Zo zitten er meer verborgen links in het boek.”

Je citeert ook uit de film van Orson Welles, The Third Man, die zich afspeelt in het naoorlogse Wenen, dat kapotgeschoten opnieuw opgebouwd moet worden. Is er ook een inhoudelijke verbinding tussen deze film en het verhaal dat je vertelt?

“De inhoudelijke verbinding zit in het beroemde citaat uit die film over de koekoeksklok. Dat citaat heb ik tijdens mijn werk heel vaak gebruikt en wilde ik absoluut in het boek een plek geven. Het is een beetje het tweede thema van het boek: met de lieve vrede bewaren en gezapigheid bereik je minder dan met spanning en reuring. Om het citaat een plek te kunnen geven had ik wel het uitstapje van Klein naar het Prater nodig, zodat ik het kon aanhalen met een verwijzing naar de Third Man Tour, die weer past bij het verleden van Otto Klein als stadsgids.”

Er zit wel heel veel Wenen in je verhaal. Met het boek in de hand kun je bijna een toeristische tocht door de stad maken. Is het niet te veel?

“Aanvankelijk zaten er nog meer beschrijvingen in van Weense gebouwen, straten en mensen. Een proeflezer vond het vooral op het eind iets te veel van het goede. Ook mijn redacteur had van tijd tot tijd een beetje het gevoel dat ze een rondleiding door de stad kreeg. Daarom heb ik juist daarin driftig geschrapt. De uiteindelijke mix lijkt me evenwichtig, gezien de positieve reacties die ik van kenners en inwoners van Wenen heb gekregen. Het Oostenrijk Magazine noemde het boek prima lectuur tijdens of ter voorbereiding op een volgende stedentrip naar Wenen en schreef ook “Je wandelt met plezier in zijn kielzog door Wenen”. Het bedrijf ‘Mijn Wenen Tours” vond het zelfs een mooie aanvulling op hun stadstours.”

Je bouwt het intrige mooi op door regelmatig nieuwe wendingen aan te brengen, nieuwe elementen in te voegen, de lezer op het verkeerde been te zetten. Je wisselt af in dynamiek, laat ruimte voor reflectie, waardoor een harmonisch geheel ontstaat. Een van de manieren om de spanning vast te houden is de flashforward. Die kom ik nogal eens tegen in het verhaal. Is dit een Van Dalen-stijleigenschap?

“Dat is het zeker. Ik ben liefhebber van de flashforward en af en toe een cliffhanger aan het eind van een hoofdstuk. Verder gebruik ik natuurlijk red herrings in de vorm van een dwaalspoor of misleidende hint. Zo verstop ik graag kleine dingen in de tekst die onbelangrijk lijken, maar dan later weer een keer terugkomen en belangrijk blijken of juist het omgekeerde: zaken die belangrijk lijken maar uiteindelijk nauwelijks een rol spelen.”

Muziek is een belangrijk element in je verhaal. Je benut het vooral om een gevoel, een sfeer weer te geven. Maar het zijn allemaal wat oudere nummers. Hoe zit dat met Hasko van Dalen en muziek en heeft de keuze voor genoemde artiesten/nummers een bepaalde bedoeling.

“Ik ben dol op muziek uit de jaren zestig en groot fan van The Rolling Stones. Dat komt terug in de muziekkeuzes die in het boek staan. De gekozen nummers hebben in hun titel of citaat van de tekst allemaal een associatie met de gebeurtenis waarbij ze vermeld worden. Dat is heel bewust zo gedaan. Die associaties zijn allemaal ontstaan tijdens het schrijfproces afgelopen zomer.”

Heb je met Het bedrog met De Amethyst meer willen vertellen dan een spannend verhaal? Wat moet de lezer bijblijven?

“Mijn intentie was een verhaal te schrijven, waarin spanning en romantiek worden gecombineerd tegen de achtergrond van de sfeer van Wenen. Niet meer dan dat.”

Op de achterflap van je boek staat dat je vaak schrijft over Feijenoord (https://www.stadslog.nl/users/hasko-van-dalen). Is het daarom niet toevallig dat het Ernst Happelstadion, (vernoemd naar de legendarische trainer die in 1970 met Feijenoord de Europacup 1 won) in het verhaal voorkomt?

“Uiteraard is dat geen toevallige keuze. Voor voetbal en mijn favoriete club was geen plaats in het boek en dus kon ik alleen op deze manier toch nog een link leggen.”

De Amethyst in het verhaal is bedoeld als cadeau voor het vijftigjarig bestaan van het bedrijf van Larry Hatton? En op andere plekken komt het getal nog terug. Bewust gespeeld met het getal vijftig?

“Ja. Toen ik het boek ging schrijven mikte ik op publicatie rond 6 januari 2021, precies 50 jaar nadat ik vanuit Oostenrijk naar Nederland terug ben gekomen. Dus heb ik die vijftig jaar er hier en daar ingestopt.”

Wat zit er van jezelf in het verhaal?

“Natuurlijk zitten er autobiografische elementen in en dingen die echt zijn gebeurd. Maar nadat de eerste nieuwe versie af was en ik de commentaren daarop gehoord had, ben ik een nieuw manuscript gaan schrijven waarin ik alle namen en beschrijvingen van personen, plaatsen en gebeurtenissen zo veranderd heb dat ze voor buitenstaanders niet meer herkenbaar of herleidbaar zijn. Wat er van mezelf inzit hou ik dus ook voor mezelf. Alleen een paar intimi kunnen het waarschijnlijk raden.”

Voor het eerst gepubliceerd in Bazarow Magazine

Boeken van deze Auteur:

Het geheim om voor te sterven

Het mysterie van de valse claims

Het bedrog met de Amethyst