"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het boek van alle angsten

Vrijdag, 25 september, 2020

Geschreven door: Emy Koopman
Artikel door: Marnix Verplancke

Pakkend verhaal vol menselijke emoties en ervaringen

De eerste zin

“Je vroeg me hoe het eindigt; zo dus: met stilte.”

Recensie

Dat alle koraal plots zou uitsterven, dat er een aanslag zou gebeuren en haar ouders en haar zusje Arissa zouden verdwijnen, dat er een oorlog zou komen en – met een dubbele lijn eronder – dat ze onverwachts een spreekbeurt zou moeten geven. Dat zijn voor de dertienjarige Fana de grootst mogelijke angsten. En dat het pesten op school erger zou worden wellicht, want niet alleen is Fana mat haar Iraanse achtergrond bruiner dan de andere kinderen, ze heeft ook nog eens donker haar op haar armen en een vreemde interesse: astronomie. Haar ‘vriendinnen’ Isa en Noëlle vinden het maar niets.

Boekenkrant

Omdat de puberteit van de iets oudere Viko niet echt opschiet en hij daarom de risee van zijn klas is, begint hij zich in sociaal-darwinistische fantasieën onder te dompelen. Hij zoekt parallellen tussen mensen en elkaar dood pikkende hanen en verkrachtende eenden. Op internet stoot hij op het discussieplatform van de Echte Jongens, een stel trollen dat zich verzet tegen ‘feminazi’s’ en zich optrekt aan het uitkramen van offensieve slogans. Viko sluit zich bij hen aan en krijgt daardoor meer aanzien op school, in zoverre zelfs dat Elias, de jongen waar hij stiekem verliefd op is, zijn plaats als onderste in de pikorde moet innemen.

Emy Koopmans nieuwe roman Het boek van alle angsten begint in 2016 en eindigt in 2033, met in 2026 een heuse cesuur veroorzaakt door de klimaatwijziging. Van dat jaar af verandert de wereld in een duale plek, met steden waarin mensen in hoge torens behandeld worden voor hun psychische aandoeningen en de sukkels verbannen worden naar de Buitengebieden, waar ze als seksspeeltjes worden gebruikt en tussen het afval overleven. Fana, wien zusje Arissa inmiddels echt verdwenen is, werkt op de angstafdeling van zo’n toren, waar ze Isa als patiënte over de vloer krijgt. Wanneer Viko de Buitengebieden bezoekt, merkt hij Elias op, waarna zijn erotische verleden met hem weer komt opborrelen.

In een minder maniëristische taal dan in haar debuut Orewoet heeft Koopman in haar tweede roman niet alleen alle angsten van deze wereld, maar ook die wereld zelf en al zijn maatschappelijke hete hangijzers proberen te vangen. Enige intellectuele overdaad is het boek daardoor niet vreemd, maar wie daar doorheen wil kijken, vindt eronder een pakkend verhaal vol menselijke emoties en ervaringen.

3 vragen aan Emy Koopman

Leven we vandaag in een tijdperk van de angst?

Koopman: “Het is natuurlijk moeilijk vergelijken aangezien ieder tijdperk zijn eigen angsten heeft. Er is vandaag de angst voor de klimaatverandering natuurlijk, en die voor corona, maar tijdens de jaren tachtig was er de angst voor een kernoorlog. Misschien is er wel een verschil, aangezien de klimaatcrisis een heel onbestemde angst opwekt. Wat er ons precies te wachten staat, en wanneer we er zelf de gevolgen van zullen voelen, weten we niet. En iets gelijkaardigs zie je ook met corona. Je weet niet of je besmet zal raken en als dat gebeurt, weet je niet of je er ziek van zal worden. Precies doordat het gevaar niet concreet is, blijft de angst altijd sluimeren. Misschien zijn we vandaag wel gevoeliger geworden voor angst omdat we ons met zoveel comfort omringd hebben dat de minste bedreiging ervan al angst kan opwekken. Als je hele leven chaotisch is geweest, kun je wellicht beter tegen een stootje.”

Wij zien angst vooral als een negatieve emotie, maar is er ook iets positiefs aan?

Koopman: “Ja, dat vind ik wel. Stel dat we geen angst hadden voor corona, dan zouden we er ook niets tegen doen. Angst leidt tot actie en soms is dat echt nodig. Het is belangrijk dat we onze angst erkennen en een plaats geven. Angst heeft een functie: wijzen op gevaar. Het is dus heel belangrijk om die angst niet te negeren. Onze kop in het zand steken is echt geen oplossing.”

Dus zijn angstremmers uit den boze?

Koopman: “Dat is een lastige. Als je door angst niet meer kunt functioneren, zie ik niet in waarom je niet af en toe een angstremmer zou mogen nemen. Maar het mag geen automatisme worden. Wanneer mensen omwille van corona opeens doodsbang wc-papier gaan inslaan, moet je hen geen angstremmers geven. Zij moeten rationeel gaan inzien dat hun gedrag ongepast is. Ik vond dat trouwens wel een begrijpelijke reactie. Hamsteren was een manier om de controle terug te krijgen over een wereld die opeens oncontroleerbaar geworden leek. Het ergste is immers dat mensen het gevoel hebben dat ze in een crisis zitten en ze er niets aan kunnen doen. Op zo’n moment wc-papier gaan hamsteren is natuurlijk volstrekt onzinnig, maar als je zo je angst onder controle kunt krijgen, lijkt het me alleszins gezonder dan een strip pillen.”

Eerder verschenen op Knack