"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Meneer Beerta - Het Bureau 01

Dinsdag, 17 januari, 2023

Geschreven door: J.J. Voskuil
Artikel door: Agnes Eikema

Het Bureau geeft een verfrissende blik in oude tijden

[Recensie] Het is gebeurd, ik sloeg de laatste pagina van het eerste deel uit de reeks Het Bureau dicht. Het heeft even geduurd, maar dit heeft geenszins met het boek zelf te maken. Zoals jullie hier kunnen lezen werd ik door Jannie getipt op het werk van Voskuil. Als eerste las ik De buurman, waarna De moeder van Nicolien al snel volgde. Het viel me op dat Maarten Koning een zeer boeiend personage is. Prachtig in zijn nuchterheid, intrigerend door zijn visie op de wereld. En ja, ik moet toegeven dat ik moest glimlachen om zijn vasthoudendheid en driftige karakter.

Maar toch, beginnen aan een reeks dat onder de streep meer dan 5000 pagina’s omvat is even slikken. Ik zag er een beetje tegenop.

Afdeling Volkscultuur
Het verhaal speelt zich voornamelijk af binnen de muren van Het Bureau waar Maarten Koning, soms tot ongenoegen van zijn vrouw, zijn werk verricht. Hij maakt atlassen over allerlei onderwerpen voor de afdeling Volkscultuur. Ik heb tijdens het lezen meteen een beeld voor ogen dat ik in realiteit nooit heb mogen aanschouwen. Ik lees over typemachines, kaartenbakken en een heus knipselarchief. Met meneer Beerta, waar hij bij op de kamer mag zitten, wordt er van alles besproken. Hij leert van meneer Beerta de – politieke – kneepjes van het vak. Het verhaal kabbelt voort, het is haast net alsof ik zelf in het gebouw sta en getrakteerd wordt op een levendig 360 graden beeld. Ik proef de bureaucratie, de verveling en het muffige dat in de lucht hangt. Er gebeurt namelijk niet veel, ik zie vooral – net als Maarten trouwens – veel tijd verloren gaan aan nutteloze dingen.

Toch vind ik het prachtig om te lezen hoe medewerkers met elkaar en bovenal ook met de hiërarchie omgaan. Ik heb ruim 10 jaar in een kantooromgeving gewerkt en ondanks dat de typemachines en kaartenbakken verdwenen zijn en we onze eigen koffie moesten tappen, is er onder de streep niet veel veranderd. Het gekibbel om de kamerindeling, het geroddel over andere collega’s en hun prestaties en wat te denken van status en het krampachtig willen behouden en afschermen van eigen taken.

Hereditas Nexus

Het Bureau is niets zonder Maarten Koning
Voskuil weet dit alles met een subtiliteit te beschrijven waar ik alleen maar waardering voor kan uitspreken. Ik houd van Maarten en zijn nuchterheid, hoe hij koppig stand blijft houden om niet te promoveren omdat hij er niet achter staat. Of zijn irritatie richting niet onder stoelen of banken steekt. Hij is eerlijk, oprecht en licht ontvlambaar. Laat ik het snufje conservatisme niet vergeten, of zijn preutsheid. Het maakt hem menselijk terwijl hij tegelijkertijd ook de bindende factor is binnen de afdeling Volkscultuur.

De rol van juffrouw Haan zorgt voor een paar spetterende onderbrekingen van het kabbelende verhaal. Echt waar, wat heb ik moeten lachen om de uitbarstingen omdat ze zó herkenbaar zijn, hilarisch. Hieronder heb ik als voorbeeld de situatie met de nieuwjaarskaarten weergegeven. Dit was het stukje waar ik het hardst om heb moeten lachen (sorry, ik heb het helemaal overgenomen, ik vond het zonde om het in te korten):

“‘Heb jij Koning toestemming gegeven om voor zichzelf nieuwjaarskaarten te versturen?’ vroeg juffrouw Haan woedend. Ze bleef in de deuropening staan. Beerta draaide zich om. Hij keek naar Maarten. ‘Heb jij nieuwjaarskaarten verstuurd?’
‘Ja’, zei Maarten, hij voelde een hevige woede in zich opkomen, ‘aan mensen bij wie ik dit jaar bandopnamen gemaakt heb.’
‘De nieuwjaarskaarten zijn voor de correspondenten!’ beet juffrouw Haan Beerta toe, alsof hij zelf geantwoord had.
‘Ik beschouw deze ook als correspondenten’, zei Maarten tegen Beerta, zijn woede met moeite bedwingend.
‘Ik begrijp niet wat je daar voor bezwaar tegen hebt,’ zei Beerta tegen juffrouw Haan, hij legde zijn bril naast zich. ‘Dat ik het misselijk vind! Als Koning kaarten verstuurd, dan mag ik ook kaarten versturen!’ ‘Natuurlijk mag je dat. Er is toch ook niemand die je dat verbiedt?’
‘Maar ik heb er geen tijd voor omdat ik met vakantie ga.’
‘Dan laat je het doen.’
‘Dat kan niet!’
‘Maar wees toch nu toch eens redelijk, De.’
‘Ik ben redelijk! Ik wil dat je het Koning verbiedt!’
Beerta haalde zijn schouders op en wendde zich af zonder antwoord te geven. ‘En als je weigert om dat te verbieden zal ik zelf mijn maatregelen wel nemen!’ Ze deed de deur met een klap dicht.
‘Wat Onze Lieve Heer heeft voor gehad toen hij de vrouw schiep, gaat mijn verstand te boven,’ verzuchtte Beerta.
‘Er zijn ook andere.’
‘Dat is dan maar gelukkig,’ antwoordde Beerta zonder veel overtuiging. ‘Als ik niet zo’n laag IQ had, zou ik van deze allang gek zijn geworden.’”

En daar hield het nog niet mee op….

“Slofstra kwam de kamer in. Hij sloot de deur en bleef bij het bureau van Maarten staan. ‘U hebt mij gevraagd om die nieuwjaarskaarten te vesturen, maar dat kan niet, want mevrouw Haan heeft me mijn enveloppen afgenomen.’ Hij keek Maarten onbewogen aan alsof het een alledaagse mededeling betrof.
‘Zijn er geen andere enveloppen?’ vroeg Maarten.
‘Ze zijn op! Nijhuis heeft verzuimd om nieuwe te bestellen.’
Maarten keek naar Beerta.
Beerta had zich omgedraaid om het gesprek te volgen. ‘Hebt u nog wel nieuwjaarskaarten?’ vroeg hij aan Slofstra.
‘Jawel meneer’.
‘Dan verbied ik u om die aan mevrouw Haan te geven!’
‘Jawel meneer.’ Hij verliet het vertrek.
Beerta stond op, nam het stapeltje kaarten van zijn eigen bureau en borg ze weg in een van de laden. ‘Voordat ze ze van mijn bureau haalt,’ zei hij strijdlustig.
Op dat ogenblik ging de deur opnieuw met kracht open. ‘Heb jij Slofstra verboden om mij nieuwjaarskaarten te geven?’ vroeg juffrouw Haan woedend.
Beerta richtte zich op. ‘Ja, dat heb ik hem verboden.’
‘Wil je dat dan alsjeblieft laten! Als je mij voor een dief houdt dan hoef je Sloftra dat nog niet te laten merken!’ Ze deed de deur met een kracht dicht.”

Verfrissende blik in oude tijden
Maarten Koning heeft naast juffrouw Haan wel collega’s die op hem gesteld zijn waarmee zelfs ook in privé tijd wordt afgesproken. Zo komen Frans en Hendrik op de koffie. Op deze manier leren we Nicolien ook beter kennen. In de vorige boeken heb ik haar al beter leren kennen en ook binnen Het Bureau is haar personage opmerkelijk. Enerzijds baalt ze dat Maarten is gaan werken binnen Het Bureau (het geld moet toch ergens vandaan komen denk ik dan), geeft ze af op de congressen en bijeenkomsten die Maarten moet bezoeken. Anderzijds geniet ze van het contact met meneer Beerta, zijn vriend en de collega’s van Maarten.
Helaas wordt de gemoedelijke band tussen Maarten, Nicolien en Frans wat bemoeilijkt door de geestelijke gesteldheid van Frans. Het zijn die paragrafen (bijvoorbeeld de correspondentie tussen hen) waar ik het minste mee had. Ik zat niet op dezelfde golflengte met Frans.

Het Bureau geeft een verfrissende blik in oude tijden. Dat ondanks de vernieuwingen op materialistisch gebied er eigenlijk niet zo heel veel veranderd is. Op naar het tweede deel!

Eerder verschenen op boekenz

Boeken van deze Auteur: