"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het dispuut

Vrijdag, 15 september, 2017

Geschreven door: Viktor Frölke
Artikel door: Marnix Verplancke

In de geest van Multatuli

De eerste zin

“Gesteld dat ik een keus heb, dan kan ik iets doen, of ik kan niets doen,’ redeneerde Tristan Oleander bij zichzelf, op een zonnige herfstdag de Keizersgracht op fietsend, ‘maar als ik niets doe, kan ik net zo goed dood zijn, dus doe ik maar iets.”

Recensie

Tristan Oleander is een wijsgeer in opleiding en een parttime romanticus met een hang naar het grootse en het meeslepende, zolang hem dat maar niet te veel moeite kost. “Ik wou dat ik een traan was, geboren in jouw oog, levend op jouw wang en stervend tussen jouw lippen,” fluistert hij een onbereikbare schoonheid toe die hem prompt op wandelen stuurt naar het Amsterdamse kraakpand dat hij deelt met de lesbische kunstenares Rozemond.

Nederlandse Natuurkundige Vereniging

Omdat zijn vader lid was van het dispuut Multatuli, ambieert ook hij het lidmaatschap van deze studentenvereniging, wat hem op een paar grappige en pijnlijke momenten komt te staan. Wanneer hij gesommeerd wordt om zeven uur ’s ochtends in wapenrok in het Vondelpark te verschijnen, daagt hij door onwetendheid bijvoorbeeld op in Wehrmacht-uniform, en de Krieg in de Sociéteit, een soort drankgelag waarbij de verschillende disputen elkaars biervaatje proberen af te pakken, ontaardt in een knokpartij. “Wees blij dat ik je niet het ziekenhuis in heb geslagen,” zegt een potig lid van Wodan tegen Tristan, waarop deze “Ik ben ook blij” terugpiept. Leden van Multatuli zijn bevoorrecht en solidair, leert Tristan, en ze kijken nooit om, want ‘spijt is voor wijven’.

Viktor Frölke is een man van veel schwung en knappe dialogen die hij doorspekt met tot de verbeelding sprekend idioom. Een lul is een bierpompje en wanneer de naar coprofagie neigende Mulder Tristan tot seks wil verleiden zegt hij onomwonden dat hij zijn sinas en tartaar wel lust. Het is trouwens door die Mulder dat Het dispuut halverwege omslaat van een kolderieke studentenroman in een bloedserieuze aanklacht tegen de kliekjesmentaliteit die ook de Nederlandse samenleving domineert. Tijdens de jaarlijkse uitstap van Multatuli naar Lebak wordt Mulder op een ochtend dood aangetroffen naast het zwembad, met zijn strot vol stront. Gestikt in zijn eigen kots, luidt het officiële verdict waar alle rijkeluiszoontjes die later het land zullen besturen zich eensgezind achter scharen, behalve Tristan, die kwaad opzet vermoedt en het in de geest van de literaire grootheid waar zijn dispuut naar is vernoemd wil opnemen voor de verdrukte.

3 vragen aan Viktor Frölke

Ben je zelf lid geweest van een dispuut?

Frölke: “Ik heb filosofie gestudeerd en ik was inderdaad lid van een dispuut, maar daar stopt de gelijkenis tussen mij en Tristan. Het is een wereld van ons kent ons, waarin de bevoorrechtten van de maatschappij elkaar treffen en banden aangaan voor het leven. Nederland is zogezegd een egalitaire, klasseloze maatschappij, maar het tegendeel is natuurlijk waar. Er zijn juist enorme rangen- en standenverschillen. Alleen houden we die liever verborgen.”

Hoe komt het dat in al dat soort clubs sadistische inwijdingsrituelen bestaan?

Frölke: “Omdat het idee dat je de ander moet aandoen wat jou eerder is aangedaan zo hardnekkig in onze natuur ingebakken lijkt te zitten. Veel incestslachtoffers worden nadien zelf kindermisbruikers.  Het geweld gaat een eigen leven leiden. Op politiek vlak zie je dat ook. De Palestijnse kwestie heeft in feite toch veel weg van een kinderlijk opbod waarbij de ene partij de daden van de andere wil vergelden of overtreffen. Onlangs las ik een artikel waarin een Afrikaanse stam opgevoerd werd die al decennialang in oorlog was met een naburige stam. Kinderen werden opgevoed met het idee dat die anderen de vijand waren. Waarom werd niet gezegd. Na veel navraag was de auteur van het artikel erachter gekomen dat er ooit een moord was gepleegd die gewroken moest worden, maar de mensen wisten dat in feite al lang niet meer. Het mechanisme dat bepaalt dat slachtoffers daders worden was een eigen leven gaan leiden. In feite is het heel Oud-Testamentisch.”

Heeft het ook niet met groepsdynamiek te maken?

Frölke: “Natuurlijk, de massapsychologie heeft overtuigend aangetoond dat mensen in groep zaken doen die ze individueel volstrekt fout vinden, of waar ze helemaal geen zin in hebben. Als ik met een stel vrienden een biertje ga drinken en zij bestellen er allemaal nog een terwijl ik in feite zin heb om naar huis te gaan, is de kans groot dat ik toch nog eentje meedrink. Wanneer je in een groep zit, moet je je een houding geven. Dit is een onschuldig voorbeeld natuurlijk, maar in kringen van voetbalsupporters of in het leger – denk maar aan de Amerikanen in de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis – kan dat veel extremere vormen aannemen. Net zoals in het dispuut in mijn boek natuurlijk, waar de groepsdynamiek wel erg letterlijk een vieze smaak krijgt.”

Eerder verschenen in Knack


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Het dispuut

Het dispuut