"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het einde van het lied

Dinsdag, 5 april, 2022

Geschreven door: Willem du Gardijn
Artikel door: Bettina Grissen

De taal houdt gelijke tred met de afnemende luciditeit

[Recensie] Hoe ga je om met de dood? Hoe verwerk je de dood van een geliefde, en hoe bereid je je voor op je eigen dood? 

Ik verklap in deze bespreking van Het einde van het lied iets over het verhaal, dat wordt trouwens ook in de eerste zin op de achterflap verteld, maar dan ben je gewaarschuwd.

Adriaan en Aimée zijn al meer dan vijftien jaar getrouwd, maar het huwelijk heeft averij opgelopen. Aimée heeft een verhouding met aan ander gehad en nu moeten ze samen de brokstukken bij elkaar zien te vegen. Aimée is therapeute en zij geeft haar sessies nu in het tuinhuis, waar ook haar piano staat. Adriaan is boven op zolder gaan slapen. Ze hebben een rooster gemaakt voor het gebruik van de keuken en de badkamer, zodat ze elkaar niet in de weg zitten. 

Adriaan is docent klassieke talen en heeft de ambitie om een roman te schrijven over de laatste dagen van keizer Hadrianus. Zijn uitgangspunt is de roman van Marguerite Yourcenar Herinneringen van Hadrianus, die de laatste reis van de keizer van Rome naar Baia vlak bij Napels en zijn dood daar, niet meer beschrijft. Adriaan wil als het ware het laatste deel van deze roman schrijven. 

Pf

Adriaan hoopt dat het weer goed zal komen tussen hem en Aimée en dat ze samen naar Italie zullen gaan voor zijn onderzoek. Hij heeft ook het idee dat het langzaam weer beter gaat met Aimée. 

Adriaan gaat uiteindelijk naar Italie en verblijft in Napels, maar zonder Aimée. Hij probeert nauwgezet te reconstrueren waar de route van Hadrianus langs heeft gelopen en in welke villa hij waarschijnlijk is overleden. Ondertussen schrijft hij stukjes en scenes, en verwerkt hij zijn aantekeningen. 

Het einde van het lied is een boek in drie delen. In deel een volgen we Aimée, in deel twee zijn we bij Adriaan in Italie en in deel drie komt keizer Hadrianus aan het woord op zijn laatste tocht. 

Willem du Gardijn is een voor mij onbekende schrijver en dit boek was mijn eerste kennismaking met zijn werk. Ik had het boek eigenlijk opgepakt vanwege de mooie cover, die ik onmiddellijk herkende als een fresco uit de Villa Livia die in het Museo Massimo in Rome te zien is. Verder las ik iets over Hadrianus en ik heb het boek gekocht. Ik begon dus behoorlijk blanco aan dit boek. 

Wat mij meteen opviel, is de mooie manier waarop Du Gardijn taal gebruikt om iets duidelijk te maken, in het eerste deel over Aimée worden de zinnen steeds brokkeliger en fragmentarischer, zoals ook Aimée in haar depressie de zaak niet helemaal meer voor elkaar heeft. De taal houdt gelijke tred met de afnemende luciditeit van Aimée. 

In het tweede deel houdt Adriaan zich krampachtig bezig met de dood van keizer Hadrianus, met de feiten die hij kan vinden, de argumenten voor die villa en tegen die woning. Zijn zoektocht naar Hadrianus is zijn toevlucht, een keizer die sterft in 138 is gemakkelijker om mee om te gaan dan met de dood van zijn vrouw. Alles om maar niet daaraan te denken, hoewel af en toe de herinnering aan wat ze samen hebben gedaan hem bij de keel grijpt. 

Keizer Hadrianus in het derde deel is berustend. Hij kijkt terug op een goed leven, heeft het idee dat hij een goede keizer was en heeft niet veel om spijt over te hebben. Hij mist zijn geliefde Antinoüs en hoopt hem snel weer te zien. In dit stuk zie je dat ook Adriaan de dood kan accepteren. We gaan in dit stuk moeiteloos terug naar 138 (al zal Hadrianus niet de termen kilo’s en kilometers gebruikt hebben, lijkt mij). 

Het einde van een lied is een bijzonder mooie roman, die smaakt naar meer. Niet alleen meer Du Gardijn, al ga ik zeker kijken wat hij verder nog geschreven heeft, maar ook meer Hadrianus. Een biografie ligt klaar en ook de roman van Marguerite Yourcenar. Ik vind het altijd erg leuk als een boek je op het spoor zet van nieuwe boeken!

Eerder verschenen op Bettina Schrijft