"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het elektrisch universum

Maandag, 6 juli, 2020

Geschreven door: David Bodanis
Artikel door: Cyril Lansink

Een geschiedenis van de elektriciteit

[Recensie] Wat hebben de telefoon en Prozac gemeen? Elektriciteit. Dat we met iemand kunnen praten die honderden kilometers van ons vandaan woont en dat antidepressiva stemmingen kunnen verbeteren: het is allebei te danken aan elektrische krachtgolven die op macro- en microniveau werkzaam zijn. Maar hoewel die golven al zo oud zijn als het universum zelf, is het pas sinds twee eeuwen dat de mens ze is gaan ontdekken, begrijpen en aanwenden.

Over deze geschiedenis heeft David Bodanis een mooi (ook voor alfa’s zeer leesbaar) boek geschreven. Even inspirerend en in dezelfde lucide stijl als in zijn bekroonde E=mc² laat hij zien hoe het domein van de elektriciteit vanaf 1830 steeds verder werd ontsloten en wat de technologische en maatschappelijke implicaties daarvan waren. Een beslissend moment in die geschiedenis was het inzicht dat elektriciteit meer is dan een stroom (van elektronen) die door een draad ‘gestuurd’ wordt. Het was de Engelsman Faraday die voor het eerst aantoonde dat zo’n stroom eigenlijk het gevolg is van een elektromagnetisch krachtveld. De ontdekking dat er talloos veel van deze krachtvelden in de ruimte (te activeren) zijn lag ten grondslag aan de moderne draadloze technologie (radio, tv, radar) zonder welke onze samenleving niet zou zijn wat ze is.

Bodanis’ wetenschapsgeschiedenis is zo aansprekend en toegankelijk omdat hij die nadrukkelijk verbindt met de levensverhalen van de personen die deze geschiedenis met hun gedachten, invallen en uitvindingen hebben mogelijk gemaakt. Morse, Bell, Edison, Hertz en Turing – de lezer krijgt niet alleen een beeld van hun wetenschappelijke prestaties maar ook van hun persoonlijkheid, hun nukken en grillen, hun wanhoop en worstelingen, hun geduld en gevoelens van triomf. Wetenschap is mensenwerk, hoe objectief en van mensen onafhankelijk de kennis ook is die ze voortbrengt.

Bovendien maakt Bodanis duidelijk hoezeer de ontwikkeling van de wetenschap is ingebed in maatschappelijke omstandigheden. Ronduit spannend zijn de hoofdstukken waarin hij vertelt hoe de uitvinding en verbetering van de radar voor een belangrijk deel bepalend zijn geweest voor de hevige gevechten in de lucht tussen Engeland en Duitsland die een van de keerpunten in de Tweede Wereldoorlog is geweest. De geschiedenis was wellicht anders verlopen als het de Britten niet was gelukt om de toevallige ontdekking dat metalen voorwerpen een effect hebben op radiogolven toe te passen in een verdedigingssysteem en zo met succes in te zetten in hun militaire overlevingsstrijd.

Boekenkrant

“Een mysterieuze zaak, elektriciteit”, luidt het aan Samuel Beckett ontleende motto van het boek. Met zijn heldere uitleg van de grondprincipes van deze alom aanwezige kracht neemt Bodanis weliswaar het mysterie niet weg, maar helpt hij de lezer wel om er woorden (van begrip) voor te vinden. “Uiteraard begrijp ik er in elk geval niets van”, schreef de vrouw van Heinrich Hertz in een brief aan haar schoonouders naar aanleiding van de experimenten van haar man. Na lezing van Bodanis’ boek klinkt deze verzuchting een stuk minder geloofwaardig.

Eerder verschenen in Intermediair