"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het exces – De fabriek

Vrijdag, 1 juli, 2022

Geschreven door: Leslie Kaplan
Artikel door: Elisabeth Francet

Eenwording met de fabriek

[Recensie] Tussen de vormeloze muren van de fabriek vervaardigt men staand kabels, vouwt men zittend kartonnen dozen. Hartstochtelijk kijkt men naar beton, vaten, balken, rubber, draden, vodden en ijzeren platen. In de eigen handelingen ziet men de “massieve ruggen” van anderen, makend, voorovergebogen en omgord door een schort of werkkiel. Men ziet zichzelf in een rond spiegeltje. Er is geen individueel beeld, nooit; alles spiegelt de fabriek. Men loopt, men kijkt, men praat, men denkt. “Men weet niet, men kan niet weten, […] men vergeet alles.” De fabriek heeft het ademen overgenomen. Er is geen ziel, geen verbeelding, geen houvast.

“Men wordt neergegooid.” “Men sterft niet, nooit.” “Men verleert het leven.”

Eind jaren zestig ging de Franse schrijfster Leslie Kaplan als militante maoïste in de fabriek werken. Tien jaar deed ze erover om de “fabriekskosmos” van binnenuit te vatten en ze deed iets veel interessanters dan er een verslag of een vertoog over te schrijven. Door te schrappen, alleen de woorden over te houden die “de fabriek openen”, verwoordde ze – op hallucinante, gruwelijke, bijna volmaakt objectieve wijze – het proces van eenwording met dat afgekoppelde, mythische, krankzinnige oord. Ook Kaplans woorden zijn onthecht en gaan excessief open op het oneindige van de fabriek. Het proza in Het exces – De fabriek kenmerkt zich door korte, strakke zinnen, een vlakke toon en het consequente gebruik van ‘men’. Hoe kaler, onpersoonlijker, functioneler Kaplans tekst wordt, hoe meer hij zich perfectioneert, althans volgens de maatstaven van de fabriek.

In de fabriek werken impliceert een proces van vervreemding van de eigen persoon: lopen tussen hoeken, langs de lopende band, tot de dingen “onwerkelijk werkelijk” zijn en men krankzinnig wordt. “De ruimte vouwt zich op en plooit zich open, onophoudelijk”. De ruimte is een spiraal: de negen kringen van de hel. De afstand tot de ander is immens. Men is alleen en met elke kring treedt men dieper binnenin de fabriek.

Heaven

“Het is de wezenlijke draaikolk, de eeuwigheid.”

Uiteraard is er een buiten. Na het prikken (“men heeft een naam, dat klopt”), wacht de arbeider op de bus, keert huiswaarts naar de woonblokken aan de rand van de stad of gaat naar de kantine, waar men iets kan drinken en de jukebox altijd speelt. “Men eet de maaltijd met de mond.” “Waar is de smaak? Men bijt met de tanden van de ander.” Er is een “schijn van bestaan”, door de vrouwen, de kinderen, de alcohol, de sigaret, het voetbal, de televisie, maar het “achterdoek van dat bestaan” is wit. Ook buiten is de fabriek, altijd. Ze zit in het hoofd, omvat het denken. Alles ziet er eender uit, grijs, stroperig, heel ver weg. Eenmaal de achtste kring gepasseerd, wordt de fabriek bijna idyllisch. Er is stilte, harmonie, eenvoud waar alles opnieuw begint. “Men is buiten de tijd.” Een baby wordt geboren. De baby is grijs.

In een toegevoegd gesprek dringt Marguerite Duras samen met Kaplan dieper door in de tekst en het extreme oord van de fabriek. Kaplan vertelt hoe arbeiders een fabrieksverslaving ontwikkelen, gehecht raken aan een absoluut gebrek aan subjectivering, aan een “toestand vóór elk mogelijk verlangen”. Ook Maurice Blanchot reflecteert in een toegevoegd essay op het werk. Hij ervoer Kaplans fabriek als “vacuüm van het zijn“, “verbrokkelde oneindigheid” en noemde het boek “misschien meer dan poëzie”. Dat klopt: Kaplans tekst ís de fabriek.

Hoe aangenamer, volmaakter, virtuozer een vertaalde tekst leest, des te blinder wordt men dikwijls voor de intensieve, toegewijde en inventieve arbeid van de vertaler. Men verleert stil te staan bij dat complexe werk. Zo men dat toch doet, kan men niet anders dan de hoed afnemen voor de schitterende vertaling van Jan H. Mysjkin, die eveneens lijkt samen te vallen met de fabriek.

Eerder verschenen op Geen dag zonder boek

Deze titel is rechtstreeks te bestellen bij Uitgeverij Vleugels