"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het geheim van tante Fien

Zaterdag, 2 mei, 2020

Geschreven door: Wigersma, Hanneke Siemensma
Artikel door: Hanneke Arts-Honselaar

“Ik wil bij jou blijven, want ik vind jou lief”

[Recensie] Nicolette wordt weggestuurd uit het weeshuis in de stad omdat daar bekend wordt dat ze nog een achterachtertante heeft. Het boek begint met de reis van Nicolette naar deze achterachtertante, Annephine Bernadette van Bloedhond tot Vossenhol.

Nicolette komt over als een eenzaam meisje, alleen in een grote koets in de stromende regen, kaal geschoren in het weeshuis, in armoedige kleding en in haar hoofd pratend met haar vriendin Pieke, die in het weeshuis is achtergebleven en die ze nu al mist.

Ze belt per abuis aan bij de buurman van haar achterachtertante, die in een lief huisje woont waar Nicolette graag zou wonen. Maar ze wordt door hem verwezen naar een huis verderop op de heuvel, dat lijkt op een zwart heksenkasteel…

Maar alhoewel haar tante er een beetje uitziet als een heks lijkt ze in eerste instantie bang voor Nicolette te zijn, maar wel bezorgd om haar. Waarom is ze bang? Waarom mag Nicolette niet hardop praten en rennen maar moet ze fluisteren en trippelen? Tante zegt dat ze anders misselijk wordt van het lawaai, maar is dat echt zo?

Pf

Tante is lief voor Nicolette (ze noemt haar ‘troeltje’), ze is bezorgd, verrast haar graag, maakt lekkere dingen voor haar, stopt haar in als ze gaat slapen en begrijpt dat ze Pieke mist. Maar waarom is het huis en de tuin er omheen helemaal zwart van het roet en waarom trilt het huis af en toe helemaal en verschuiven de meubelen?

Tante Fien, zoals Nicolette haar mag noemen, zegt dat het huis is gebouwd op een dassenburcht. Maar Nicolette gelooft dat eigenlijk niet. Tante Fien verbergt iets voor haar. Ze is ook bezig met het schrijven van een boek. Wanneer dat uit is, zegt tante Fien, zal alles opgelost zijn.

Het wordt Nicolette te machtig, op een nacht sluipt ze zachtjes achter tante Fien aan de kelder in, maar komt dan nog niet achter het geheim van tante Fien. De volgende nacht sluipt ze opnieuw achter tante Fien aan en wat ze dan ontdekt vormt het begin van een nieuwe vriendschap en een fijn avontuur.

Het boek bestaat uit hele korte hoofdstukjes van een tot anderhalve pagina met heel veel blauwe illustraties en af en toe een mooi gedichtje. Wiegersma is sterk in het schilderen van sfeer, kwetsbaarheid en tederheid. De illustrator heeft deze sfeer prachtig weten te vangen. Een lief verhaal voor jonge kinderen waarin allerlei thema’s aan bod komen waar jonge kinderen mee bezig zijn. Een echte aanrader.

Voor het eerst gepubliceerd op de Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: