"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het goede leven

Woensdag, 10 oktober, 2018

Geschreven door: Annegreet van Bergen
Artikel door: Jos Palm

Ineens wilden alle Nederlanders vooruit

Een nieuwe koelkast, een wasmachine: in de sobere jaren vijftig kwam het verlangen naar welvaart en comfort langzaam op. Dit boek beschrijft hoe de zuinige Nederlander volwaardig consument werd.

[Recensie[ Annegreet van Bergen schreef Gouden jaren over de jaren zestig. Haar nieuwe boek is behalve een nostalgisch kijk- en leesboek ook een analyse van het decennium daarvoor.

Er kan geen twijfel over bestaan: de jaren vijftig waren de jaren van tucht en ascese. Indien iemand ooit een utopie had willen schrijven over een vlijtig en spaarzaam paradijs dan had hij in het Nederland van “buiten waait de wind om het huis en de kachel staat te snorren op vier” zijn Eldorado kunnen vinden. Zo is de periode in de populaire cultuur ook neergezet: als een tijd waarin niemand ergens naar hunkerde, behalve dan naar een boterham en aardappel met tevredenheid. Gewoon zijn – dat betekende geen overdreven wensen of verbeelding hebben – was de norm, alsof de geest van de taaihartige Juffrouw Laps uit Multatuli’s Woutertje Pieterse en de akelig zuinige Tante Cato uit Pietje Bell – weten we het nog, “in Delft is de huur de helft”? – nooit weg was geweest. Verlangen was verdacht, overvloed een anomalie. Nederland had naast het opperwezen uit Genève en Rome nog een tweede God, die van plichts- en standsbesef, eenvoud en aanvaarding. Die had zijn diensten bewezen. Het land was er groot mee geworden en zou er na de zogeheten wederopbouw opnieuw groot mee worden.

Maar is dat het hele verhaal over het Nederland van na de oorlog en zijn inwoners? Ik hoor nog mijn tante Lies in haar Achterhoekse tongval schamperen over een “te hoog gevlogen” dorpeling die zijn eigen economische “val” als het ware had uitgelokt aan de voorzienigheid door meer te willen dan mogelijk was. Zij dacht met de sociaal eliminerende en stand bevriezende mentaliteit van de jaren vijftig, hij, een inventieve kleine ondernemer, probeerde er aan te ontsnappen. En in mijn vader huisde twee geestesgesteldheden, die van het verleden, oftewel van de afgedwongen karigheid, en die van de toekomst, oftewel van de overdaad als levensgenoegen. Overdag sloeg hij in de schuur kromme spijkers recht voor hergebruik, ’s avonds at hij vier soorten wittebrood – hij liet zelfs fijn wit van een bakker uit de vakantiehemel Luxemburg overkomen voor vijf gulden per brood. Dat het in kurkdroge staat aankwam, hinderde zijn genot niet, want daar in Clervaux werd nog gebakken, zoals het hoorde, dat proefde hij door de dorheid heen.

Boekenkrant

Om kort te gaan: het vermoeden is gerechtvaardigd dat er in de jaren vijftig twee Nederlanden bestonden: dat van geloof in soberheid en van verlangen naar meer.

Zakjapanner

Dat dubbele Nederland is al eens beschreven door historicus Hans Righart (1954-2001) in zijn klassieker over de eindeloze jaren zestig die al in de decennia daarvoor begonnen. En dat tweeledige vaderland is het onderwerp van het nieuwste boek van sociaal-economisch verteller Annegreet van Bergen (1954). Het boek heet Het goede leven, Hoe Nederland in een halve eeuw steeds welvarender werd en is een vervolg op haar bestseller Gouden jaren dat ons materiële avontuur met talloze voorbeelden in kaart bracht.

Ook ditmaal worden we onthaald op allerhande memorabilia. De melkfles met zilverkleurige dop, het tomadorekje (voor de pockets), het poesiealbum, het vanzelfsprekende glaasje met rokertjes bij een feestje (Caballero en Camel-filter voor de dames), de eerste Black & Decker-boormachine voor de doe-het-zelver, het rekenmachientje uit Japan oftewel de zakjapanner, het ziekenfondsbrilletje, de Solex, de scooter, het lavet (een soort wasbak om de kleine was en de kinderen in te doen), het tafellaken dat de keurig gedekte tafel compleet maakte: het komt allemaal voorbij.

Toch is het boek meer dan een nostalgisch kijk- en leesboek. Van Bergen laat zien hoe we steeds meer zagen toen onze kleine wereld werd opengebroken door televisie en media (de moord op Kennedy en Vietnam), hoe we telkens meer wilden hebben toen we het eenmaal beter hadden, hoe we ruimer toegang kregen tot kennis, hoe we steeds meer elkaars gelijken werden en hoe doodgewoon we al deze vooruitgang leerden te vinden.

Haar boek beschrijft de economische groei, maar gaat vooral over emancipatie in de breedste zin des woords. Pas toen de Nederlander volwaardig consument werd, werd hij volwaardig burger, daar komt het op neer. Hij had de Medische Encyclopedie thuis en hield op als een knipmes te buigen voor de dokter en wist dat er meer was dan de praatjes over kinderen van de pastoor dankzij de verkrijgbare lectuur en voorlichtingprogramma’s op de tv (Sekstant).

Opgewonden moeder

Meer nog dan de heer des huizes deed de vrouw haar voordeel met de beschikbare goederen. “Ik heb mijn moeder nooit meer zo opgewonden gezien als op de dag dat er bij ons thuis een ijskast werd afgeleverd”, vertelt een geïnterviewde. “Geen enkel ander elektrisch apparaat heeft de huisvrouwen meer tijd en vrijheid gegeven dan de wasmachine”, schrijft Van Bergen. Technische vooruitgang leidde tot bevrijding: van het gezag, van de oude standenmaatschappij, van manlief, en uiteindelijk ook van God en kerk die moesten concurreren met de beeldbuis, radio Luxemburg en de pil.

Het goede leven bleek evenzeer het zelfstandiger leven, maar het moest wel eerst geleerd worden en veroverd op gekoesterde tradities en gewoonten. Absurd is het voorbeeld van een gemeente waar de SGP voorstelt het zwembad op zondag leeg te laten lopen ten bate van de zondagsrust, en niet minder hilarisch is het verhaal over een kapstok vol terlenka-plooirokken die meisjes in de winter moesten verruilen voor hun broek die ze op weg naar school droegen.

Het oude Nederland legde het uiteraard af tegen het nieuwe Nederland. Onbehagen in welvaart veranderde vanzelf in welbehagen. Want iedereen wilde vooruit. Ook tante Lies. In weerwil van haar vroegere standsopvatting zou ze hoger vliegen dan ze ooit verwacht had. Ze eindigde in een typisch jaren zestig-bungalowtje, van alle gemakken voorzien. Ze werd er milder van, alsof ze bevrijd was van oude vormen en gedachten.

Eerder verschenen in NRC Handelsblad

Boeken van deze Auteur: