"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het groene kristal

Zaterdag, 24 augustus, 2019

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Ouderwetse ‘planetary romance’ van nieuwe schrijfster

[Recensie] Elk nieuwe science fiction-boek van eigen bodem is het in mijn opinie waard om toegejuicht te worden. We zijn op dit moment nog niet zover dat er in Nederland net zo veel SF-boeken worden gepubliceerd als fantasyromans, en het vraagt moed van een auteur om te schrijven in een genre dat geen garantie biedt op commercieel succes. Dat biedt het fantasygenre ook niet, natuurlijk, maar dat daar lezers voor bestaan blijkt wel duidelijk op de verschillende fantasyfestivals en comic cons. De laatste tijd groeit echter de belangstelling voor SF-verhalen en de komende jaren zouden wel eens een verschuiving kunnen laten zien. Zo ver is het echter nog niet en deze roman, de eerste van een trilogie, is dus nog vrij uitzonderlijk.

Wat in mijn optiek heel mooi is, is dat nu in een vroeg stadium van de SF-renaissance in ons taalgebied al blijkt hoe breed het genre eigenlijk is. Dit is namelijk geen high tech vertelling over nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen en bizarre ontwikkelingen. Dit is een verhaal waarin menselijke relaties centraal staan in plaats van techniek en waar emoties belangrijker zijn dan rationele speculatie. De schrijfster vertelde me dat ze haar boek op festivals probeert te verkopen als een vorm van fantasy, omdat nog veel lezers een vooroordeel hebben tegen science fiction. En het bevat inderdaad elementen die veel fantasylezers waarschijnlijk kunnen waarderen: andere volken, telepathie en telekinese en een bijzonder kristal. Toch is dit pure SF, of op zijn minst toch science fantasy. Buitenzintuigelijke waarneming viel in het verleden gewoon onder science fiction en wordt ook hier gebracht als gevolg van genetische mutatie en niet als bovennatuurlijke eigenschap. Bovendien is het uitgangspunt van het verhaal klassieke SF: een planeet die ooit door de mens is gekoloniseerd, werd daarna eeuwen lang aan zijn lot overgelaten. Nu is de Aarde weer in staat een ruimteschip te sturen om te zien wat er van de beschaving daar is geworden. Een ongeluk zorgt ervoor dat de bemanning op de andere wereld vast komt te zitten en de hulp moet inroepen van de inheemse volken. Die zijn echter behoorlijk veranderd en het is de vraag of de astronauten op tijd bondgenoten kunnen vinden… Dit soort ‘planetary romances’ waren in de tijd van Jack Vance (denk aan ‘Grote planeet’) gemeengoed.

Aan boord van het Aardse ruimteschip bevinden zich in dit geval de arts Virginia, die probeert de beschaving op de planeet Terra 7 zo weinig mogelijk te beïnvloeden; Conrad, die zich geroepen ziet in te grijpen in de situatie; en Redbod, die wordt ontvoerd door de technologisch relatief hoog ontwikkelde Afranen. Als die zijn kennis kunnen aanboren, zouden ze hun heerschappij over de hele planeet kunnen uitbreiden. Nu al manipuleren ze de Terrazones, zoals de naam suggereert een ruitervolk waar vrouwen de dienst uitmaken, en onderdrukken ze de Beryl, een oerwoudvolk van mensen met een groene huid en bijzondere gaven. De neergestorte Aardlingen ontmoeten de Terrazone Zania en de Beryl Dion. De twee gaan langzaam inzien hoe hun volken tegen elkaar worden uitgespeeld. Voor ze elkaar kunnen accepteren als gelijken moeten ze echter nog flinke barrières overwinnen …

Esther geeft de Aardse schipbreukelingen overtuigend futuristische techniek mee, maar suggereert ook dat die niet per se helpt bij het overleven in de wildernis. De vreemde volken op Terra 7 hebben een goed uitgedachte eigen identiteit en eigen rituelen en hun onderlinge verhoudingen zijn mooi en geloofwaardig uitgewerkt. Vooral later in het boek, als we als lezer het oerwoud betreden waar Dion vandaan komt, weet de auteur de omgeving echt tot leven te wekken en een andere beschaving weer te geven (compleet met diverse politieke ontwikkelingen). De buitenaardse aspecten van Terra 7, zoals de verschillende levensvormen, worden dan goed uitgewerkt. De karakters komen in dit deel van het boek ook echt tot leven. Hun interacties, opluikende liefde, ervaringen uit het verleden die naar boven komen, het conflict tussen relaties en verantwoordelijkheden, en de worsteling met onderdrukkende mensen en filosofieën zijn met behoorlijk inlevingsvermogen weergegeven en ik voelde als lezer werkelijk met de hoofdpersonen mee. De thematiek van het boek sprak me persoonlijk aan en wordt op meerdere niveau’s uitgewerkt, van de telepathie onderdrukkende helmen van de Afranen en de verhoudingen tussen de geslachten bij de Terrazones, tot de dynamiek in de tempel van de Beryl en de pijnlijke ervaringen uit het verleden van een van de hoofdpersonen. De boodschap bleek ook niet plat, maar er kwamen meerdere dimensies aan bod waardoor vrijheid van onderdrukking en het recht je eigen grenzen aan te geven niet altijd vanzelfsprekend kunnen zijn, maar wel goed om naar te streven. Het einde vond ik goed opgebouwd en ik ben ook werkelijk nieuwsgierig naar het tweede deel van de trilogie.

Archeologie Magazine

Dat had ik echter niet verwacht toen ik begon met lezen. Het eerste deel van dit boek, ruwweg de eerste 160 pagina’s, vond ik namelijk een stuk minder geslaagd. De schrijfstijl was in mijn ogen erg eenvoudig. Maar wat nog meer stak, was dat we niet de kans kregen de hoofdpersonen te leren kennen, de bewoners van Terra 7 niet en de bemanning niet, voor het ruimteschip neerstort. Dat maakt daarom niet zoveel indruk als had gekund. Gebeurtenissen volgen elkaar voortdurend in een heel hoog tempo op. Twee karakters uit totaal verschillende achtergronden worden verliefd op elkaar, zonder dat daar reden voor bestaat en we moeten dat als lezer maar geloven. Mensen besluiten samen te werken en gaan om elkaar geven in een tijdspanne van uren, hooguit dagen. Het kwam op mij niet geloofwaardig over (zo snel gaan vijanden elkaar niet sympathiek vinden) en zorgde dat ik niet met de karakters kon meeleven. Bovendien waren de beschrijvingen in dit deel nogal summier. Ik had meer informatie willen hebben over de omgeving, de verschillende dieren, over de mensen en hun eigenschappen. Nu wordt gesuggereerd dat een stad anders is dan een Aardse stad en een oerwoud er vreemd uitziet, maar op welke manier, daar mag de lezer naar raden. Die beschrijvingen kwamen later in het boek gelukkig wel wat meer voor, en daardoor kon ik me vanaf het tweede deel wel prima een voorstelling maken van wat er gebeurde in het verhaal, maar in deel 1 gaf de auteur me daarvoor te weinig informatie. Het hielp ook dat vanaf deel 2 een stuk minder karakters aan de orde kwamen.

Met terugwerkende kracht hielp het tweede deel me het eerste deel van het boek meer te waarderen, en ik vermoed zelf dat het tekort van het eerste deel eraan te wijten is dat dit het eerste was dat de auteur schreef en dat ze zelf tijdens het proces gegroeid is als schrijver. In het tweede deel komt haar talent, dat ontegenzeggelijk aanwezig is, namelijk pas goed tot uiting. Ik verwacht daarom ook veel van het volgende boek. Met Esther Wagenaar is Nederland een interessante en enthousiaste SF-schrijver rijker. Het groene kristal zal het genre misschien niet ingrijpend veranderen, daarvoor lijkt het te veel op eerdere boeken en verhalen en sluit het niet aan bij recente wetenschappelijke ontwikkelingen, maar het biedt wel een boeiende, opvallend gelaagde wereld om als lezer een paar uur in rond te dwalen, met enkele originele vondsten wat betreft de ontwikkeling van menselijke culturen. Het kan misschien wat moeilijk zijn je door het eerste deel te worstelen, maar wie doorzet wordt vanaf het tweede deel voor de inspanning rijkelijk beloond.

Eerder verschenen op Hebban