"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het grote spoorboek

Maandag, 13 december, 2021

Geschreven door: Guus Veenendaal, Jos Zijlstra, Johan de Bruijn
Artikel door: Evert van der Veen

Een tijdsbeeld in de spoorwegen

[Recensie] Het grote spoorboek is een sfeervolle terugblik op ontwikkelingen bij de Nederlandse Spoorwegen en verscheen al eerder in 2014 ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van de NS. Dit boek is een herdruk van die uitgave op midsize formaat.

Hoofdstuk 1 biedt een historisch overzicht van technische ontwikkelingen bij het spoor en daarin komt ook een prachtig tijdsbeeld naar voren. Dat geldt ook voor de andere thematische hoofdstukken waarin de afgebeelde mensen dit boek zo aantrekkelijk maken. Onbewust maken zij duidelijk dat de trein er is ten dienste van mensen om hun vervoer sneller en comfortabeler te maken.

Dat mensen er honderd jaar geleden anders uitzien dan vandaag en zich in een andere omgeving bevinden, zal duidelijk zijn en dat geeft dit boek zijn specifieke sfeer. Een mooi voorbeeld daarvan is de foto van een vrouw die met een rijtuig, getrokken door een paard, arriveert bij het station van Arnhem. Een kruier helpt haar met het uitladen van de omvangrijke koffer uit het rijtuig.

Daarnaast is er uiteraard de inhoudelijke informatie over treinen en alles wat er is ten dienste van treinen: stations, seinhuizen, perrons, overgangen en bruggen. De spoorbrug bij Culemborg uit 1868 heeft een overspanning van 157 meter lengte en is daarmee een aantal jaren de grootste spoorbrug ter wereld. Prachtig is de foto van het seinhuis in Roosendaal uit 1913 met zijn lange rij handels en blokkasten.

Hereditas Nexus

Het zijn misschien juist de details die ouderen nog vanuit hun jeugd herkennen: de telefooncel en tijdschriftenkar, de verkoop van koffie en broodjes, de wachtkamers in diverse klassen, de kruier en het loket op elk station. Zo kan ‘Het grote spoorboek’ veel herinneringen oproepen aan een tijd waarin het leven minder gehaast lijkt te zijn, waarin mensen goed gekleed op reis gaan en het reizen zelf nog een gebeurtenis is.

Dat de komst van een spoorlijn of station destijds een hele gebeurtenis was, wordt duidelijk door het grote aantal mensen dat bij de opening van de spoorlijn van Zutphen naar Deventer in 1865 aanwezig is. Dat is zelfs in 1952 het geval bij de komst van een nieuwe Franse locomotief in Groningen, al kan dat ook te verklaren zijn in het licht van de jaren van wederopbouw na de oorlog waarin schaarste nog duidelijk aanwezig was. De komst van zo’n nieuwe locomotief werd toen misschien als een teken van vooruitgang beleefd. Treinwagons dienden na de oorlog ook als tijdelijke behuizing en dat was misschien nog niet het minste alternatief want er waren ook mensen die tijdelijk in bunkers moesten wonen.

Een andere foto uit diezelfde tijd laat een grote stroom mensen zien die op een zaterdagmiddag in juli 1953 op het Centraal Station in Amsterdam op weg naar huis zijn. Het is een teken dat er op zaterdagmorgen nog werd gewerkt. Interessant zijn de foto’s van kinderen die met de trein een schoolreisje maken, iets dat in de jaren 40 en begin jaren 50 veel voorkwam tot later door de bus deze vervoerstaak overnam.

Boeiend zijn ook de foto’s van het vervoer van allerlei producten en de wijze waarop ze worden aan- of afgevoerd: met paard en wagen in 1947 (een teken van schaarste en eenvoud na de oorlog) of per schip. Fietsen werden in de dertiger jaren massaal per trein vervoerd voor vakantie en dat beeld laat zien dat de auto toen nog slechts voor een kleine bovenlaag bereikbaar was.

De samenleving van zo’n honderd jaar geleden kende nog rangen en standen en de spoorwegen sloten daar gewoon bij aan. Daarom waren de restauratieruimten van verschillende klassen, bestemd voor wie eerste of derde klasse reisde. Stations werden destijds zelf ook in een klassensysteem gebouwd waarbij grootte en prijs vooraf waren bepaald.

Er is – weliswaar kort – aandacht voor een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen door enkele foto’s uit de oorlog over het vervoer van wat toen genoemd werd ‘ongewenste groepen’, waaronder met name Joden. Nog niet zo lang geleden heeft de NS zich daar over uitgesproken en een schadevergoeding aan nabestaanden ter beschikking gesteld.

Zo is dit boek een genot om door te lezen en komt er veel voorbij dat nu weliswaar tot het verleden behoort maar dat veel ouderen nog wel herkennen. Guus Veenendaal is bedrijfshistoricus bij de NS, Jos Zijlstra was conservator bij het Spoorwegmuseum in Utrecht en Johan de Bruijn heeft de beeldredactie van ‘Het grote spoorboek’ verzorgd. Misschien wel de mooiste foto is die van een wachtende vrouw op het Centraal Station van Amsterdam in 1955. De foto wordt in het bijschrift terecht filmisch genoemd en is bijzonder sfeervol.

Voor het eerste gepubliceerd op De Leesclub van Alles