"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het Huis van de Roos

Zaterdag, 6 november, 2021

Geschreven door: Esther Wagenaar
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Aangrijpend tweede deel van originele serie

[Recensie] Sciencefiction is aan een heuse renaissance bezig in ons eigen taalgebied. Of in elk geval zijn de voortekenen daarvan zichtbaar, want niet alleen worden voor wedstrijden in het fantastische genre veel meer SF-verhalen opgestuurd dan fantasy, tussen het aanbod van fantasytrilogieën in de kramen van de uitgevers op de festivals liggen ook steeds vaker SF-titels. In het circuit van boekbloggers en recensenten krijgen deze bovendien regelmatig heel positieve recensies. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Het groene kristal – was een echte ‘planetary romance’, een beetje te vergelijken met boeken als Big Planet van Jack Vance: Aardse astronauten komen terecht op een andere planeet, waar vroegere menselijke kolonisten verschillende samenlevingen hebben gevormd. Ze raken betrokken bij de conflicten tussen die partijen, waarvan een er ook nog eens in staat blijkt tot een vorm van telepathie (‘psi-krachten’ waren vroeger gewoon deel van het SF-genre). Het Huis van de Roos valt ook in deze categorie. We volgen de Aardse ruimtevaarder Conrad terwijl hij met vrijheidsstrijder Bridget naar het Noordelijke continent reist. Daar is het neergestorte ruimteschip heengebracht en ze willen voorkomen dat het dominante volk, de Afranen, de technologie daaruit voor zichzelf kan gebruiken.

Het eerste deel van het boek was wel erg episodisch voor mijn smaak. De gebeurtenissen leken wat onsamenhangend. Zo werd er een nieuw volk geïntroduceerd dat verder in het boek niet voorkwam (maar wellicht wel in het slot van de trilogie). Het plot komt pas echt op gang en mijn aandacht werd dus pas goed vastgehouden nadat Conrad en Bridget de Afraan Duncan ontmoeten. Eerst is hij hun gevangene, maar na een aangrijpende, spannend en invoelend beschreven scene bij pelsjagers, leren de drie op elkaar te vertrouwen. Uiteindelijk helpt Duncan hen zelfs te infiltreren in de maatschappij van de Afranen. Daar stuit het trio echter op de kwalijke invloed van Falk, die alle macht naar zich wil toetrekken … Het verhaal bevat leuke SF-ideeën (zoals drones die een omgeving in kaart brengen), maar heeft ook veel dat herkenbaar is voor fantasylezers (de bijzondere dieren bijvoorbeeld en de huizen met namen als ‘Het huis van de wolf’ en ‘Het huis van de roos’, met elk een eigen tatoeage). Leuk was ook dat de bewoners van Terra 7 niet alle elementen van hun Aardse afkomst waren vergeten.

Het plot was best spannend. Ik vond dat onderdelen uit het eerste boek op een interessante manier terugkwamen in dit deel, en ik zag dat er zaadjes werden gelegd voor deel drie, zonder dat ik kan voorspellen wat er in dat boek nog staat te gebeuren. Er stond in het verhaal ook echt wat op het spel. De auteur schuwt het beschrijven van geweld (soms seksueel geweld) niet, maar heeft vooral oog voor de gevolgen ervan. Hoe geweld een cyclische natuur aanneemt, in de levens van personen, maar ook binnen culturen, wordt binnen het verhaal duidelijk gemaakt, ook hoe ongezonde manieren om daarmee om te gaan vaak meer kapotmaken dan dat ze helen. Meerdere malen moeten de karakters hun vooroordelen onder de loep nemen en de overtuigingen die onder de invloed van geweld gevormd zijn kritisch beschouwen.

Deze verhaallijn verleende de roman een dringendheid die ik als lezer wel eens mis in de Nederlandstalige genreliteratuur. Ik voelde de bevlogenheid van de auteur in dit boek, alsof dit een verhaal was dat ze móest schrijven. Dit is niet geschreven uit een bevlieging of uit verveling, maar omdat de auteur niet kon rusten tot het op papier stond. Of het nu is omdat een auteur begaan is met een bepaald onderwerp, of omdat hij of zij zichzelf op een bepaald terrein wil uitdagen, ik hoop altijd te voelen dat het boek de auteur zelf ook aan het hart gaat. Als de auteur al niet iets voelt bij zijn of haar boek, als het net zo goed niet had kunnen bestaan, waarom zou ik er dan om geven? In elk geval had ik het idee dat dit voor de auteur ook een belangrijk verhaal was en dat maakte dat ik er ook door gegrepen werd.
In het boek komen een paar goed beschreven actiescènes voor, bijvoorbeeld de bestorming van een landhuis. Ook het slot was sterk en deed me al uitkijken naar het derde deel van deze reeks. Vergeleken met het eerste boek vond ik de schrijfstijl van de auteur sterk verbeterd. Ik had veel meer een beeld van de omgeving en de karakters. Dat wil niet zeggen dat ze niet verder kan groeien. Vooral in het begin, toen ik nog niet zo door het plot was gegrepen, viel het me op dat veel zinnen ongeveer dezelfde lengte hadden en dat weinig werd gevarieerd in de zinsvolgorde. Bij dialogen kwam ik ook vaak dezelfde zinstructuur tegen, waar best wel meer afwisseling had mogen zijn. Tenslotte vond ik de woordkeuze wat eentonig. Ik kreeg niet het idee van vervelende herhaling, zoals ik die soms bij boeken tegenkom, maar de auteur gebruikt weinig alternatieven voor woorden en begrippen. Voor ‘schip’ had ze ter afwisseling bijvoorbeeld ook ‘vaartuig’ kunnen gebruiken. Voor ‘hand’ ‘lichaamsdeel’ en ga zo maar door. Verder zouden wat meer vergelijkingen niet hebben misstaan in de beschrijvingen. Hiermee zou de tekst levendiger zijn geworden, en zou het boek de aandacht van de lezer beter hebben kunnen vasthouden. Ook al is de schrijfstijl verder prima te noemen en staat er niets het beleven van het verhaal in de weg, er wordt ook niet echt iets door toegevoegd. Wie niet op zoek is naar een literaire tekstbeleving, maar wel kan genieten van een spannend en indringend SF-verhaal, zal zich met dit boek echter uitstekend kunnen vermaken.

Wandelmagazine

Eerder verschenen op Hebban