"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het konijn op de maan

Dinsdag, 5 april, 2011

Geschreven door: Paul Mennes
Artikel door: Johan Bordewijk

Vlak reisverslag

Een westerling is in Japan niet op zijn plaats. Samuel Penn, de Belgische hoofdpersoon van Het konijn op de maan, ervaart dit aan den lijve. Hij reist met zijn Japanse vriendin Midori naar Osaka. Hij verwacht een traditioneel Japanse stad maar het blijkt een karikatuur van een Amerikaanse stad. Onder dat overdreven westerse uiterlijk gaat wel degelijk een traditionele samenleving schuil met veel vormelijkheid waar mensen nooit het achterste van hun tong laten zien, en waar Samuel niet kan aarden.

De tragiek van de directe westerling tegenover de übervoorkomende Japanner zit ook de relatie van Samuel en Midori in de weg. Hij vindt nooit helemaal aansluiting bij haar belevingswereld. Hoe hij zich ook inspant om haar via omwegen ten huwelijk te vragen, hij snapt haar afwijzing niet. Pas aan het eind van het verhaal – op weg terug naar België – valt het kwartje als hij een gesprek afluistert van een blonde jongen met blauwe ogen en een Japans meisje:

‘Je bent niet eerlijk tegen me,’ zei hij.
‘Natuurlijk niet,’ antwoordde zij beledigd.

Een Japanner zal aan een buitenstaander nooit het achterste van zijn tong laten zien. Hoewel dat gegeven interessant is, valt de uitwerking tegen. De vervreemding van Samuel wordt nergens invoelbaar. Wat een worsteling had kunnen zijn, leest als een vlak reisverslag. Samuel wordt niet getroffen door de botsing van culturen, hij registreert slechts. Het boek is een opsomming van feiten over het moderne Japan geworden. Dat het onverdraaglijk is iemand direct aan te spreken, dat Japanner bizarre teksten als ‘This is nog here’ op T-shirts zetten en dat ze menen dat er een konijn op de maan te zien is. Samuel is verbaasd, maar nergens geraakt.

Heaven

Dat heeft mede te maken met de zakelijke, verhalende stijl van Mennes. Zijn beschrijvingen van Japan lezen als een reportage.

We doorkruisten de hele stad en telden vestigingen van Starbucks, Godiva, en McDonald’s. Midori toonde me Amerika Mura, een drukke wijk vol modeboetieks en trendy winkeltjes waar de radio op maximumvolume manische J-Pop speelde.

Het geploeter van Samuel had diepte kunnen krijgen in de personen van Ryo en oom Tadashi. Ryo is zoon van een Japanse moeder en een Spaans-Amerikaanse vader en collega van Samuel in de winkel van Tadashi. Ondanks zijn uiterlijk en beheersing van de taal zal Ryo er nooit bijhoren, subtiel weet men hem dat duidelijk te maken. Hij spreekt zo goed Japans, zegt men en bedoelt: voor een buitenlander. Zijn gevoel van minderwaardigheid zou een spiegel kunnen zijn voor Samuel. Tadashi is de oom van Midori en het zwarte schaap van de familie. Hij laat zien dat het niet per se nodig is te leven volgens de strakke maar ongeschreven conventies en desondanks toch je weg te kunnen vinden. Hoewel Samuel zich aangetrokken voelt tot die oom, steekt hij niets van hem op.

Tegen het eind van het verhaal overlijdt oom Tadashi plotseling. Midori is verdrietig. Mennes laat Samuel dat overlijden als volgt beleven:

Ik was er zelf ook kapot van, zo erg dat ik later die avond ontplofte toen de plastic zakken met afval naar beneden bracht en het afvalmannetje me wantrouwend bespioneerde.

Dit is informatie. De lezer krijgt niet de kans met Samuel mee te leven. Waar blijkt dat kapot uit? Wat voelt, denkt Samuel? En waarom moet het afvalmannetje het ontgelden? Allemaal kansen om de lezer te laten meeleven, Mennes laat ze liggen.

Het konijn op de maan is wel een aardig verhaal, maar om het als een roman te laten doorgaan is veel meer diepgang nodig.

Boeken van deze Auteur:

Niets bijzonders

Het konijn op de maan