"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het leven is zo eenzaam niet

Dinsdag, 14 december, 2021

Geschreven door: Levi Weemoedt
Artikel door: Karl van Heijster

Gedichtjes van vrolijke weemoed

[Recensie] Wie zegt dat droef- en vrolijkheid elkaar uitsluiten? Lévi Weemoedt (pseudoniem van Isaäck Jacobus van Wijk) in elk geval niet: zijn humoristische versjes doen de lezer, ondanks hun veelal donkere onderwerpen, regelmatig hardop lachen. Dat zal deels verklaren waarom Het leven is zo eenzaam niet, bevat een verzameling bestaande gedichten die niet meer in druk zijn, aangevuld met nieuw materiaal. De onderwerpen zijn ouderwets neerslachtig, de toon nieuwerwets schertsend:

“Ik las Willem Wijcherts als kind met gemak 
wel duizend keer! Want ik lag veel ziek. 
Wie nu ’t meest tot mijn verbeelding sprak? 
Ik denk Alva, die leek me wel sympathiek.”

Weemoedts onderwerpkeuze varieert van de dood tot het christendom tot het schrijverschap tot de liefde – en dan vooral: afgewezen liefde. Hij vindt sardonische humor in zijn eigen ongeluk, hij transformeert het tot een vorm van poëzie die niets van sentimentaliteit moet hebben. Hij maakt de ondraaglijke treurigheid van het bestaan draaglijk door deze te pareren met grapjes en kwinkslagen. Het zijn de onbegrensde mogelijkheden van taal om elke gebeurtenis in een ander licht te zien, die het leven de zo nodige sjeu geven.

“Ik belde eens na een wanhoopsnacht
vol angst en liefdespijn 
mijn beste vriend: waar of die dacht 
dat mijn Jeanette kon zijn. 

Foodlog

Ach, ik had mij weer eens op hol gebracht 
om niets. Om mijn ziek brein. 
Want dáár klonk, slaperig, heel zacht, 
Jeanette over de lijn.”

Wat Weemoedt onderscheidt van het gros van de moderne dichters, is de onbeschaamdheid waarmee hij teruggrijpt op klassieke dichtvormen. Zijn gedichten rijmen, volgen een strak metrum en hebben vaak een klassieke vorm, zoals die van het sonnet. Dat geeft de lezer houvast. Weemoedts poëzie verwart niet, het verrast in de paden die hij inslaat, op zoek naar een uitweg uit de droefenis. Het schept een helder raamwerk waarbinnen hij als een volleerd komiek naar een onvermijdelijke grap toewerkt. 

“Wéér heeft het voorjaar het gewonnen.
Wéér ruikt de aarde naar een nieuw begin.
In alle bomen zijn nesten begonnen 
En ik, ik zit er óók flink in.”

Daarmee bewijst de dichter dat poëzie niet per se moeilijk hoeft te zijn. Integendeel, het mag zelfs leuk! zijn. Het leven is al ingewikkeld genoeg zonder dat dichters er een schepje bovenop hoeven te doen. Het maakt Weemoedts nieuwe bundel een perfect kerstcadeau voor een neerslachtige broer of zus wiens relatie zojuist op de klippen is gelopen. Kop op, Het leven is zo eenzaam niet! Nog één gedichtje om het af te leren:

“Een zoele avond 
lentegeur 
En dan nog éénmaal
voor jóuw deur…! 

En dan nog éénmaal 
zacht 
jóuw stem: 
‘Vort Hertha, Kazan! 
Pak ‘em! 
P a k ‘em!’

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

De ziekte van Lodesteijn

De ziekte van Lodesteijn