"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het meisje met de Leica

Donderdag, 18 april, 2019

Geschreven door: Helena Janeczek
Artikel door: Chris Reinewald

De vrouw die óók Robert Capa heette

[Recensie] Met bar weinig biografische gegevens schetst de Italiaans-Duitse Helena Janeczek (1964) het korte leven van de amper bekende fotografe Gerda Taro, het ‘meisje met de Leica’.

Janeczek doet dat in breed ‘geschilderde’ omtrekkende bewegingen. De stilistische aanpak wekt bewondering maar werkt ook versluierend en daardoor alras irritant. Niettemin werden er van de oorspronkelijk Italiaanse roman 200.000 exemplaren verkocht en kreeg het twee literaire prijzen.

Brutaal koppie. Niet uitgesproken knap. Wel verleidelijk. Een vrouw om te willen bezitten. En toch ontglipt ze je weer. Daar kun je je beter niet over opwinden. Dat is nu eenmaal zo bij zulke onafhankelijke, eigenzinnige types. Ze noemde zich Gerda Taro (1910) maar heette eigenlijk Gerta Pohorylle. Ze was vanwege haar links activisme als Duits-Joodse door het opkomend nazisme vanuit Leipzig naar Parijs gevlucht.

In die vrijhaven met artistieke dwarsliggers ontmoette ze de Hongaarse beginnende fotograaf Endre Ernő Friedmann (1913) die één van haar minnaars werd. Hij leerde Gerda met de compacte persfotocamera, de Leica, omgaan. Zo werden ze vooral partners in de reportagefotografie.

Boekenkrant

Hun weinig mediagenieke achternamen smeden ze samen tot één stoer klinkend mannelijk pseudoniem Robert Capa. Daarmee begon meteen de verwarring, omdat ze elkaars foto’s, gemaakt in de Spaanse Burgeroorlog, onder die ene naam aan geïllustreerde weekbladen als Life en Picture Post gingen verkopen.

Taro maakte enkele fotoseries maar sneuvelde in Spanje, op haar 27e verjaardag. De legertruck waarop ze meereed botste met een tank. Friedmann filmde toen elders aan het front van de Spaanse Burgeroorlog. Als enig overgebleven Capa trok hij alle credits naar zich toe. Ook voor die ene alles veranderende foto… In 1954 kwam Robert Capa eveneens om bij zijn werk in Indochina (Vietnam).

This Is War!

De vallende soldaat of anders Spaanse Republikeinse vrijheidsstrijder op het moment van zijn dood, Cerro Muriano, 5 september 1936 geldt als dé iconische oorlogsfoto.

Te zien is hoe is een als burger geklede ‘loyalistische’ soldaat van de ‘Republikeinse Iberische Federatie van Vrijheidsgezinde Jeugd’ geraakt wordt door een kogel. Bij het filmische, schijnbaar in slow motion achterover vallen glijdt het geweer uit zijn rechterhand. De foto werd voor het eerst in december 1938 geplaatst in de Robert Capa-reportage This is War! van het Britse Picture Post. Later ontdekte men ook de naam van de gedode soldaat: Federico Borrell García.

Over de foto, die wereldwijd de naam vestigde van Capa – later mede-oprichter van het fotocollectief Magnum – ontstond echter steeds meer twijfel. Was de treurige actieopname wel echt? De fotograaf had net zo goed de man kunnen vragen zich met een verkrampt gezicht achterover te laten vallen. Was de foto wel bij een veldslag gemaakt? Was het geen mislukte oefening? Als er meer foto’s voor en na de deze scène gemaakt zouden zijn had je kunnen zien hoe de schietpartij verlopen zou zijn. Maar die waren er niet, evenmin als een bewaard negatief.

Desgevraagd beschreef Capa in 1947 zelf hoe hij de foto gemaakt had: vanuit een loopgraaf. Stoere taal. Met zijn camera boven zijn hoofd had hij in het wilde weg afgedrukt en de bewuste scène niet eens gezien. Pas op de afdruk zag hij wat hij in het echt níet gezien, slechts vermoed had.

Nog veel later, in 2007 dook in Mexico een, daar in 1945 verborgen koffer op met honderden negatieven van Capa en Taro. Bij het doorkijken hoopte het Capa Archief dan toch eindelijk het negatief van de Vallende Soldaat te vinden maar dat ontbrak. Men vond enkel hun privé-kiekjes uit Parijs.

Robert Capa en Robert Capa

Ondertussen diende zich ook beeldmateriaal aan dat andere fotografen bij de slag hadden gemaakt. Aan het licht glooiende landschap te oordelen moest de locatie bij Espejo zijn. Niet Cerro Muriano dus. Nog iets. Weliswaar reisden Taro en Friedmann samen in Spanje maar op zeker moment scheidden hun wegen en zo splitste ook ‘Robert Capa’ zich in Endre en in Gerda.

Taro maakt nog een trotse profielfoto van Friedmann met de geleende Eyemo filmcamera aan zijn oog. Het was een binnengesleepte opdracht voor Time-Life. Endre waande zich al de filmregisseur die hij wilde worden. Daarna gaan hun wegen uiteen. Zij neemt de gezamenlijke Leica mee naar het front. Op 26 juli 1937 in Brunete, waar de Franco-troepen een slag winnen, ontvlucht Taro door op een truck te springen die gewonden vervoert. In de chaos botst het voertuig op een tank.

Zwaar gewond aan haar hoofd roept Taro nog om haar Leica. De gebutste camera wordt opgepakt en meegenomen. Het filmpje erin blijkt later nog intact, maar foto’s van haar laatste dag staan er niet op. Niet gemaakt? Een dag na de botsing overlijdt zij.

In januari 2018 vindt de zoon van een Hongaarse vrijwillige arts een persfoto waarop zijn vader Janos Kiszely voorzichtig geronnen bloed weg-dept van het gezicht van een dode jonge vrouw: Taro. Inmiddels rijgt deze foto zich op Google image search aan de veel gruwelijkere beelden die zij van gedode burgerslachtoffers maakte: foto’s die op de eerdere rolletjes uit 1937 stonden.

In Parijs geven haar vrienden Taro een heldenbegrafenis. Capa reist al gauw weer weg om niet aan zijn verdriet te hoeven denken. Ondertussen stuurt hij zijn foto’s naar Parijs waar de derde compagnon Csiki ze afdrukt en verkoopt. De productie is zo hoog dat Capa en Csiki het overzicht kwijt raken.

Eind 1938 ontvangt Csiki een bewijsexemplaar van Picture Post met de grote Spaanse burgeroorlog-reportage van Capa. Hijzelf staat afgebeeld met een filmcamera. Dit is Gerda’s eerste gepubliceerde foto. In dezelfde reportage staat de Vallende Soldaat, foto Robert Capa. Csiki siddert. Hij weet dat Capa/Friedmann deze foto níet gemaakt kan hebben, omdat hij – getuige Taro’s portret van hem – elders aan het filmen was. Tegelijk beseft Csiki dat dit een eerbetoon van Capa/Friedmann aan Capa/Taro zou kunnen zijn. Onder haar eigen, onbekende naam zou de foto minder kans hebben gehad om te publiceren dan onder de inmiddels wel bekende naam Robert Capa. Bedrog? Nee, zij hadden toch afgesproken dat ze állebei Robert Capa zouden zijn.

Rookmachine

Janeczek presenteert deze ‘ontknoping’ net iets voor het midden van de quasi-biografische roman. Door haar omtrekkende schrijfwijze weet je inmiddels als lezer dat de schrijfster niet geïnteresseerd is om Tara biografisch chronologisch te volgen. Of om de kwestie rond de Vallende Soldaat voor eens en altijd vast te leggen. Ze waaiert uit naar de wereldgeschiedenis en hoe die de hoofdpersonen, de vriendin en liefdesvrienden van Gerda, beïnvloedt. Zelfs Capa/Friedmann speelt een bijrol.

Verder duizelt het je van voorbijkomende personages: de Hongaarse fotografe Eva Besnyö, die zich uiteindelijk in Nederland vestigt en trouwt met de filmende zoon van de schilderes Charly Toorop. Het lijkt dat Janeczek die verschillende personen nodig heeft om brokjes geschiedenis in te gieten. Een centralere rol speelt een Amerikaanse arts van Hongaarse komaf, Willy Chardack.

Fictief of non-fictief? Doet er niet toe. Als naoorlogse overlevende in een vreedzamere wereld denkt hij vaak aan Gerda als zijn verloren grote liefde. Hoe zij deel uitmaakte van een Duits revolutionair vriendengroepje waartoe ook ene Georg Kuritzkes hoorde. Had Gerda eerder met hem een relatie?

Chardack weet het niet. Maar tot zijn verbazing worden zij en hij wel minnaars. Voor zolang het duurt – voordat womanizer Friedmann in beeld komt. Zij raakt daarna weer verslingerd aan een knappe Amerikaanse fotograaf, Fred Stein. Na Gerda’s dood treffen de mannen elkaar wel eens. Ze voelen zich lotgenoten; ook in de queeste naar verloren negatieven van de tweevoudige Robert Capa.

Om het nog wat ingewikkelder te maken gaat ook de echt bestaande broer van Friedmann: Cornell zich met de fotografische nalatenschap bemoeien. ‘Gemakshalve’ neemt ook hij daarvoor de achternaam Capa aan.

Als lezer gaf ik halverwege de hoop op om meer dan vanuit de verte iets te horen over Gerda Taro. Jammer eigenlijk. Met een literaire rookmachine onttrekt Janeczek zo Gerta Pohorylle/Gerda Taro/Robert Capa aan het zicht. Ook een manier om het mysterie over “Het meisje-met-de-Leica” intact te laten.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: