"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het portret

Vrijdag, 17 januari, 2020

Geschreven door: Piet Talsma
Artikel door: Jan Stoel

De gevolgen van wegstoppen van verdriet

[Recensie] Op de cover van Het portret, de voornamelijk autobiografische psychologische roman van Piet Talsma (1946) prijkt een foto van de sluis Dokkumer Nieuwe Zijlen, een klein buurtschap ten noordoosten van Kollum. Talsma groeide op in het noordoosten van Friesland. De roman is opgedragen aan zijn ouders en dat heeft alles te maken met het geheim en de tragedie waar het gezin mee te maken had in maart 1945.

Bij de familie Damsma, Het Portret is een roman dus dan gaat het niet over Talsma, staat één traumatische gebeurtenis centraal: het overlijden van de negen maanden oude Renske Pietje aan difterie, net voor de bevrijding in 1945. Ruim een jaar na de dood van Renske wordt Piet Damsma geboren. Op het dressoir in het gezin staat een foto, het portret van Renske, maar over haar dood wordt niet gesproken. Er is nog een geheim waar Piet op straat iets over hoort. Het zet zich allemaal vast in zijn hoofd, het laat hem niet los. In de jaren negentig van de vorige eeuw raakt Piet in een crisis en nadat hij van melanoomkanker hersteld is gaat hij reflecteren op zijn leven en besluit hij met zijn vrouw Maureen de route van het Pieterpad te lopen. De roman gaat over het proces dat de hoofdpersoon doormaakt om het verborgen verdriet en het effect daarvan op zijn leven een plek te geven.

“Mijn analyse was dat ik het verdriet van mijn ouders had overgenomen, hun gemis aan mijn gemis van een zusje had toegevoegd.”

Het verhaal ontwikkelt zich langs twee verhaallijnen. De eerste, verteld vanuit het ik-perspectief van Piet, beschrijft de Pieterpadtocht van Piet en Maureen. Daarin komen herinneringen aan vroeger terug, leren we het hoofdpersonage kennen, zijn familie, de omstandigheden waarin ze leefden “ik woonde als een hamster in een kooi, beschermd en begrensd in het noordoosten van Friesland” en zijn ontwikkeling naar de man die hij geworden is. Als ze in Schoonoord aankomen, waar een oom van Maureen schoolhoofd was, komt de verliefdheid naar voren, later passeert zijn loopbaan in het onderwijs de revue, en in Melick bezoeken ze een evacué die in de oorlog vanuit Limburg op de boerderij van Damsma was ondergebracht en die precies weet wat er met Renske gebeurd is. De tweede verhaallijn, verteld door een alwetende verteller, gaat over de periode 23 maart tot en met 31 maart 1945 en is de reconstructie van de laatste dagen van Renske. Beide verhaallijnen zijn organisch verknoopt en vormen de opmaat tot de loutering van Piet.

Kookboeken Nieuws

De personages in de roman zijn levensecht. De roman munt uit door intelligente verbindingen. Het Pieterpad is er een van. De tocht is een metafoor voor het leven van het hoofdpersonage van de roman, dat ook Piet heet. Een reis vol ontmoetingen, verrassingen, tegenslagen, momenten van terugkijken, reflectie op je zelf, een zoektocht naar wie je zelf bent. Het Pieterpad is genoemd naar de apostel Petrus die op 29 juni gestorven is. Dat is ook de datum waarop Renske geboren is. Dan is er de rol van de muziek. Piet, afkomstig uit een hervormd gezin, bespeelde op zijn dertiende al het kerkorgel. Ieder hoofdstuk begint met de titel van een muziekstuk, een lied dat meteen de kern van het hoofdstuk weergeeft. Hoofdstuk 2 heeft als titel Komm, Jesu, Komm (BWV 229), een begrafenismotet van  J.S. Bach. In dit stuk spelen het samenklinken van twee koren en de polyfonie van stemmen een rol. Het thema van het motet is dat de dood het moment is waarop de mens, moe van het aardse leven, kan vertrouwen op Jezus. Talsma verbindt dat met de ziekte van Piet Damsma, en met het gezin waarin de dood van Renske een blokkade voor het uiten van emoties was. “Wij vormden met elkaar vijf Waddeneilanden.” Aparte stemmen die toch samenklinken.

Het Portret is geen zwaar boek. Talsma heeft verschillende spanningsbogen in het verhaal gebracht: gaat het lopen van het Pieterpad wat opleveren, wat is er gebeurd met Renske (heeft zijn oudere broer Wim ermee te maken? Waarom telt het gezin Damsma maar drie kinderen terwijl alle andere gezinnen zo groot zijn?) Daarnaast schetst Talsma overtuigend de periode van de jaren veertig tot nu. Hij schrijft precies. “Als rupsen op weg naar het sappigste blad beweegt het kerkvolk zich naar het middelpunt van het kleine boerendorp”, schrijft hij als de kerkklok luidt. Als hij koeien ziet: “De kleine melkfabriekjes (…)waarbij de dikke aders over hun lijf leidingen lijken waar je nog net niet de melk doorheen ziet lopen.” Hij observeert goed en weet dat beeldend in taal om te zetten.

Talsma tilt het persoonlijk verhaal naar een hoger niveau door de filosofische bespiegelingen die hij in de roman verwerkt: “Wachten is tevergeefs het ongeruste ik het zwijgen opleggen”, “Ergens aankomen betekent nog niet dat je er al bent”, “De kunst is gedachten te ontwikkelen die niet alleen heilzaam voor de geest zijn, maar ook voor het lichaam”. En dan is er nog dat andere beeld dat zich in de hoofd van de lezer vastzet. In april 1944 werd de sluis Dokkumer Nieuwe Zijlen door de Binnenlandse strijdkrachten in bezit genomen. Op die plek staat een oorlogsmonument beeld van een Friese, zittende man die met zijn linkerhand een kind beschermt dat voor hem staat. Het beeld kijkt uit over het Friese land: alsof hij de inwoners wil beschermen en dus ook Piet.

Eerder verschenen op Hebban

Het portret