"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het Psalmenoproer

Vrijdag, 8 november, 2019

Geschreven door: Maarten 't Hart
Artikel door: Jannie Trouwborst

Maassluis in de roerige 18de eeuw

[Recensie] Het is voor recensenten erg vervelend als schrijvers zich niet houden aan gangbare categorieën, zodat zij het geschrevene via een specifiek beoordelingsschema kunnen bejubelen of afkraken. Dat Maarten ’t Hart dat ook beseft, blijkt uit zijn toegevoegde Verantwoording. Hij benadrukt, dat hij een documentaire roman heeft willen schrijven, somt alle bronnen op die hij daarvoor gebruikt heeft en legt uit op welke wijze hij geprobeerd heeft de omstandigheden en feiten van weleer zo correct mogelijk weer te geven.

Hij is niet de eerste die zich waagt in het niemandsland tussen fictie en non-fictie. Historische romans, zoals Hella Haasse deze onder andere schrijft, sluiten het meest aan bij fictie: gebaseerd op historische feiten wordt een roman gepresenteerd, die grotendeels op fantasie berust. Haar romans worden meestal besproken als literaire fictie. Aan de andere zijde van het palet vinden we bijvoorbeeld De graanrepubliek van Frank Westerman: de historische feiten overheersen, maar ze worden in een verhaal gegoten en verteld via de levens van enkele hoofdpersonen. Hierbij neigt de criticus naar beoordeling van de wetenschappelijke waarde van het werk, al zijn er ook, die meer nadruk willen leggen op de literaire kwaliteit.


Maarten’t Hart zweeft daar ergens tussenin met zijn documentaire roman. Wie open wil staan voor deze nieuwe manier om de historie in een roman onder de aandacht te brengen, dus wie eerst de Verantwoording en dan het boek leest, zal het op een andere manier beoordelen en waarderen.
In Het psalmenoproer krijgen we de geschiedenis van Maassluis in de roerige 18de eeuw voorgeschoteld. We lezen over de teloorgang van de beug- en haringvisserij, de daaruit voortkomende verpaupering, de sociale onrust, de strijd tussen Prinsgezindten en Patriotten, de oorlogen tegen Engeland, de overstroming van 1776 en de kerkelijke gebruiken en twisten, zoals het psalmenoproer. Alles wat zich tussen 1739 en 1811 afspeelde in Maassluis is gekoppeld aan het leven van de reder Roemer Stroombreker en dat van zijn (onechte) zoon. Alleen de reder leren we echt goed kennen. Van de andere hoofdpersonen (zoon Gilles, echtgenote Diderica en de moeder van zijn zoon Anna bv.) is de karaktertekening beperkt. Ik vind dat geen bezwaar: hoofdonderwerp is de historie, opgehangen aan de kapstok van het leven van een Maassluise reder. Daardoor is het een documentaire roman en geen historische. Het verhaal zelf heeft precies genoeg spanning om over de historie van Maassluis door te blijven lezen: komt het ooit goed tussen de vader en de zoon?


De sfeertekening is perfect, mede dankzij de woordkeuze: 18de eeuwse woorden (veelal gevonden in rechtbankverslagen) en plechtstatige spreektaal, bij de gegoede stand doorspekt met Franse termen. De beschrijving van de stad zelf en haar bewoners doet de rest.
Ik vind het een geslaagd boek. Maassluis, de roerige 18de eeuw, de haringvisserij en haar ondergang, het psalmenoproer: op deze manier gepresenteerd is het aangenaam kennismaken.

Boekenkrant

Eerder verschenen op Mijn boekenkast