"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het smelt

Dinsdag, 28 maart, 2023

Geschreven door: Lize Spit
Artikel door: Quis leget haec?

Mooi lokaal karakter, maar iets te lange aanloop

[Recensie] Het Smelt is de debuutroman van de Vlaamse schrijfster Lize Spit (1988), van wie ik onlangs nog het Boekenweekgeschenk 2023 las. Het is een boek van 480 pagina’s, dat ik toch in een dag uitlas.

De hoofdpersoon en ik-figuur is Eva Wolf, die haar verhaal doet als opgroeiend meisje in het fictieve dorp Bovenmeer in Vlaanderen. In haar geboortejaar worden er in het kleine dorp slechts twee andere kinderen geboren, Laurens en Pim. Met hen zal ze opgroeien en de meeste tijd doorbrengen. Ze noemen zichzelf ‘De Drie Musketiers’ en dat klinkt allemaal prachtig, tot de pubertijd aanbreekt.

Jeigdbeschrijvingen
De beschrijving van die jeugd begint aan het begin van dit millennium in 2002, maar er is ook een andere verhaallijn. Hierin gaat dezelfde Eva met de auto van Brussel, waar ze inmiddels woont, terug naar Bovenmeer. Ze gaat naar het herdenkingsfeest van Jan, de omgekomen broer van Pim en ze heeft een groot blok ijs in de kofferbak.

Spit doet veel moeite om de sfeer in het dorp van Eva’s jeugd te beschrijven en de getroubleerde familie waar ze deel van uitmaakt. Moeder aan de drank, een passieve vader, zusje Tesje die kampt met obsessieve dwangneuroses en broer Jolan die het liefst het gezin ontvlucht.

Kookboeken Nieuws

Laurens is de zoon van een slager en Pim van een veeboer en samen met Eva worden ze op school in een ‘bijzetklasje’ gezet, achter in een hogere klas want er zijn te weinig kinderen voor een aparte klas. Plattelandsproblemen dus en dat komt allemaal wel uit de verf.

Autorit
Het jeugdverhaal wordt onderbroken door de autorit naar haar geboortedorp en ze gaat bij haar ouders naar binnen die nog liggen te slapen. Spit laat langzaam de spanning opkomen en je voelt dat er iets aan zit te komen;

“Dat mijn ouders nog niet wakker zijn, is wellicht ook voor hen het beste. Nu ik alles dat hier onveranderd is gebleven in me opneem, wordt duidelijk dat ik hun niets te vertellen heb, niets te vergeven.”

De schijnbaar gelukkige jeugd van de drie musketiers gaat wat barstjes vertonen als de jongelui hun seksualiteit ontdekken. Dan zijn twee jongens en een meisje toch een issue en dat wordt Eva al snel duidelijk;

“Al die keren slapen in deze tent hadden hiertoe geleid. Ik had iets dat zij niet hadden. Dit zouden postzegelverzamelaars een groot voordeel vinden, maar in mijn geval was het enkel ongunstig.”

Wrede en ruwe spelletjes
De spelletjes worden steeds ruwer en wreder. Eva wordt hierbij betrokken en ze kan meedoen of haar enige vrienden verraden. Je voelt aan alles dat dit niet goed gaat aflopen en voor Eva is er geen weg meer terug;

“Ik ben geen vrouw, geen meisje, maar ik ben ook niet één van hen. Ik ben het draaimolenpaardje dat altijd schokkerig op en neer zal blijven steigeren, altijd op dezelfde paal, elk jaar opnieuw in dezelfde banen, op dezelfde kermis, voor dezelfde kinderen.”

Die autorit terug naar Bovenmeer is een afrekening, zoveel is wel duidelijk. De afloop, en wat dat blok ijs in de kofferbak doet, moet u vooral zelf gaan lezen. Ik wil het nog wel even hebben over de schrijfstijl van Spit. Waar ze in het Boekenweekgeschenk de spanning tot de finale goed opbouwt doet ze dat hier ook, maar hier heeft ze daar veel langer voor nodig. Ik vond dat in het kortere verhaal wat sterker.

Sfeerbeschrijvingen
Spit doet soms veel moeite om de sfeer in het dorp te beschrijven, maar dat is soms te langdradig, waardoor je niet altijd even benieuwd bent om door te lezen. Pas aan het einde, maar dan zijn we 300 pagina’s verder, komt er wat vaart in het verhaal als je merkt dat het uit de hand gaat lopen. Dan wordt ook duidelijk wat Eva voor ogen heeft als ze terug gaat naar Bovenmeer. Het waarom, dat is een ander verhaal, dat overtuigde mij niet helemaal; hier wordt iets te veel het drama opgezocht, hoewel ik het niet zo bezwaarlijk vind omdat het wel weer een goede vondst is.

De Vlaamse woorden die Spit door het hele boek gebruikt bevallen wel, dat geeft het boek een mooi lokaal karakter. Resumerend dus best een prima boek met een iets te lange aanloop.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur: