"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het spettert geluk

Dinsdag, 22 februari, 2022

Geschreven door: Tomas Lieske
Artikel door: Dietske Geerlings

Een ark vol gammerkoppen, trompoppies en meissies van die nag

[Recensie] Als eerste kennismaking met het werk van Tomas Lieske is Het spettert geluk nogal overrompelend. Meer dan poëzie is deze bundel een ‘stemmenspel’ in drie bedrijven. De lezer tuimelt in een tomeloze fantasie, gevat in een spetterende woordenstroom.

Het is nog niet zo eenvoudig om te reconstrueren wat er allemaal gebeurt. Alleen de opgevoerde personages zijn al wonderlijke figuren. Keto Stiefcommando, die ook in andere bundels van Lieske rondwandelt, haalt als kapitein allemaal verschoppelingen bij elkaar in zijn Arc: dronkaards, bedelaars, hoeren, zwervers en verslaafden. Het schip drijft in de Seine en wordt overdadig opgetuigd. Tijdens de reis verandert de Arc in een onderzeeër, die zinkt tot op de bodem, met de opvarenden als “zeewaardige mollen”. Er drijft van alles langs: yoghurtbekers, brood, bedden, dekens, waarvan Imker Graat, die zichzelf de “startbaan en aanvliegroute van uw gedachten” noemt, zich afvraagt:

“Is het gemakzucht? Is het woede? Of is het omdat er weer niets is verkocht? Of omdat de rijken zich vervelen
bij al hun dure allerhande goeters? Of omdat het donkere water
de geheimen van het moegevochten leven beter op kan slokken?
Het makkelijkst te verklaren is eten dat door iedereen
wordt weggegooid of neergezet naast dozen, bedden, dekens.”

Dit kan de mens zich wel ter harte nemen. Er wordt hem een spiegel voorgehouden die niet stopt bij de massale vervuiling waaraan hij zich schuldig maakt, want ook geweld, slavernij en verkrachting komen langsdrijven in deze bundel waarin dan toch “het geluk spettert”. Damn Good Memory, de marconist, is de enige witman van de sprekers. Hij beweert dat hij uit de ruimte signalen kan opvangen van explosies en botsingen in sterrenstelsels. De anderen vinden dat hij daar maar beter niet te veel over kan nadenken, omdat hij daar eigenlijk te eenvoudig voor is.

Boekenkrant

Keto is zijn dochter kwijtgeraakt en misschien dat haar verdwijning hem inspireert een brief te schrijven aan Susanna, de dochter van Shakespeare, waarin hij het over de relatie tussen vader en dochter heeft. De andere opvarenden zien het met lede ogen aan: brieven schrijven aan een dode? Hercuul vertelt over een vrouw die wreed verkracht wordt, terwijl ze naar de zon schreeuwt “dat hij met zijn goddelijke valken de darmen van de kerels uit hun lijf moest rukken, dat hij zijn macht en gezag niet tussen zijn dijen moest verbergen.” Dat is klare taal. De arme vrouw weet zich geen raad met het kind dat in haar groeit: “Ze dacht haar zwangerschap een dwangbevel te zijn.” Zij neemt het gif van een schorpioen in de hoop dat het kind zal sterven. Er wordt gesuggereerd dat deze vrouw de dochter van Keto is.

Het verhaal gaat alle kanten op en is niet overal te volgen. Het neemt regelmatig apocalyptische vormen aan met een zondvloed aan afval om de Arc heen. Op een gegeven moment komen er zelfs oude, gesloopte gebouwen uit Parijs langsdrijven en vragen de opvarenden zich af of er daar boven het water witte plekken verschijnen, onbegaanbare stadsdelen en of er ook overal in ons collectieve geheugen witte plekken gaan ontstaan met bordjes”‘uitgeleend” of “helaas uitverkocht”. Keto Stiefcommando heeft wel wat weg van een verlosser. De lezer wordt al met al vrij bruut overgeleverd aan de fantasie. Als de verhaallijn zoek is, blijft in elk geval de taal over, die alleszins onderhoudend is, vol bizarre zinswendingen en Zuid-Afrikaans: “Ieder die nie al sy varkies op hok heeft nie, ieder die kaalgat door de reiniging wordt meegenomen, door de organisatie ter bewassing van de armen.”

Aan het eind van de bundel vraag je je af wat je nu eigenlijk gelezen hebt. Het voelt alsof je flink door elkaar geschud bent en misschien komt dat wel omdat je zojuist bent ontsnapt aan het:

“lusthof waar de duistere ingang
bedekt wordt door scrupuleus groen waar de amoureuze

takken met doorns en met eigendunkelijk opstandgegroei
de poederbestoven bollen van welpenbont omhelzen.”

Eerder verschenen op Tzum

Boeken van deze Auteur: