"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het uur van de olifant

Dinsdag, 11 oktober, 2022

Geschreven door: Otto de Kat
Artikel door: Nico Voskamp

Nederland – Indonesië, oorlog nummer zoveel

[Recensie] Het is 1909 en de naweeën van de Atjehoorlog, de zoveelste Atjehoorlog, golven na in de herinnering van twee oude mannen. Niet op een positieve manier. De mannen zijn oud KNIL-officieren en hebben uit naam des Nederlands onuitsprekelijke dingen gedaan.

Denk Vietnam, denk Afghanistan, denk Oeganda, denk verschroeide aarde, tel dat bij elkaar op, doe daar Oekraïne nog bij en dan kom je in de richting van de wreedheden die de Nederlandse militairen in Indonesië hebben aangericht. Uit naam van de Nederlandse regering om de orde te bewaren, maar zoals iedereen inmiddels weet gewoon uit ordinair winstbejag. Zaken zijn zaken, meneer.

Otto de Kat zet de sfeer van de twee ex-soldaten Maxim en W.A. goed neer. Gedisciplineerd, met militaire precisie door het leven gaand, genietend van hun pensioen – of toch niet echt. Er is teveel gebeurd. Teveel gedaan en te weinig compassie betoond. Niet dat er ruimte was voor reflectie in die tijd, bevel is bevel. En daar lijden de mannen onder, ondanks uiterlijke stoerheid en dankzij onbekendheid met PTSS.

Die langzaam heviger wordende gewetensbezwaren zijn de motor van het verhaal. De oudere mannen zouden nu de tijd van hun leven kunnen hebben. Geen geldzorgen, een land waarin ze zonder gevaar kunnen verblijven, ze kunnen alle hobby’s die ze willen gaan uitoefenen, er zijn oude vrienden. Maar het verleden haalt ze in.

Heaven

Subtiel laat de Kat zien hoe eerder behaalde resultaten in het verleden geen garantie bieden voor een zorgeloos heden:

‘W.A.: “Nog afgezien van de lepelaars, alles hier doet me aan Atjeh denken. Griezelig hoe dichtbij het komt. Er gaat trouwens geen dag voorbij zonder gedachten aan wat daar gebeurd is. Ik kan het niet van me afzetten, ik kan het niet verdragen, ik leef in spijt en woede en het lukt me niet om er onderuit te raken. Daarom besef je waarschijnlijk niet hoe je me helpt door over die goeie dagen in Kota te praten. Die tijd heb ik nogal verdrongen, ik heb niet willen toegeven dat ik net als jij ook zulke lichte momenten heb gekend. Hoe doe jij dat, hoe hou jij die herinneringen intact, het lukt mij niet, ze zijn bij mij bijna altijd donker en aangetast.’
‘Nee, W.A., mij lukt dat eerlijke gezegd nog vele malen slechter. Maar met jou komen die Kota-uren moeiteloos terug…’”

Het verhaal is aangrijpend en staat begrijpelijkerwijs bol van emoties. En dat is precies wat op een bepaald moment hinderlijk wordt. Natuurlijk hebben de militairen hun plicht vervuld. Ze hebben moordpartijen gefaciliteerd, bevelen opgevolgd en betalen daar nu de geestelijke tol voor. Maar nieuw is het allemaal niet.

Dit soort thema’s komt in dozijnen boeken voor. Hoewel De Kat een fluwelen hand van schrijven heeft die de lezer op onverwachte momenten bij de strot grijpt, gaat het retrospectief op een zinloos gewelddadig verleden (weet iemand wanneer geweld eigenlijk zinvol is?) toch too much worden. Er was veel onrecht in die tijd en dat is er nog steeds. We weten het.

Ook verschenen op Nico’s recensies

Boeken van deze Auteur:

De inscheper

De langste nacht

Bericht uit Berlijn