"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het uur van de olifant

Dinsdag, 22 februari, 2022

Geschreven door: Otto de Kat
Artikel door: Eric Waut

De gruwelen van het herbeleven van een oorlog

“Eindelijk hoorde hij schieten. Het was begonnen, ze zouden overlopen worden. Thuis sliepen zijn moeder en broer nu waarschijnlijk.”

[Recensie] Een oorlog begint, maar eindigt nooit. Nadat de wapens zwijgen en de puinhopen liggen te smeulen, moet de geschiedenis worden opgetekend of dient deze te worden herschreven. Het verwerkingsproces begint voor de soldaten en de bevolking. Niet iedereen slaagt erin de ellende te vergeten. Posttraumatische stress is nu algemeen aanvaard, al blijven de gevolgen voor de persoon in kwestie en zijn omgeving vrij ernstig.

Otto de Kat (1946), pseudoniem voor Jan Geurt Gaarlandt, is een Nederlandse auteur. Hij was directeur van uitgeverij Balans en voorheen literair criticus. Zijn eerdere romans zijn vertaald in het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Zweeds.

In de roman Het uur van de olifant wordt het verhaal verteld van zo’n verwerkingsproces. Maximiliaan Christiaan ‘Max’ Van Oldenborgh en Wilhelmus Arnoldus ‘W.A.’ van Oorschot zijn twee oud-officieren die hebben gediend bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Dit was het Nederlands koloniale leger in Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Ze dienden er tijdens de zogenaamde Atjeh-oorlog (1873-1914); een koloniale oorlog die het Koninkrijk der Nederlanden voerde met het aanvankelijke oogmerk om de zeevaart door de Straat van Malakka te beveiligen tegen zeerovers. Later was het doel het Sultanaat Atjeh onder Nederlands koloniaal gezag te brengen en te houden.(*)

Pf

Na hun terugkeer van de oorlog hebben beiden ogenschijnlijk zo hun manier gevonden om het verleden een plaats te geven. Max, die gewond terugkeert, wordt burgemeester van een dorp op het eiland Texel. Ver van het oorlogsgeweld gaat hij op in de dagdagelijkse ambtelijke beslommeringen en heeft ogenschijnlijk een zorgeloos leven met zijn gezin. Zijn vrouw, Johanna “Roy” ’t Hooft, is duidelijk zijn steun en toeverlaat. W.A. daarentegen lijkt in opstand te komen tegen het optreden van Nederland in Atjeh. Onder het pseudoniem “Wekker” heeft hij een reeks vernietigende artikelen gepubliceerd in een krant, waarbij het optreden van het leger tegen de lokale bevolking aan de kaak werd gesteld. Deze pamfletten zorgden uiteraard voor grote opschudding. Tot in de Tweede Kamer. Het stilzwijgen over het optreden van het leger werd hiermee doorbroken. Doet een beetje denken aan Multatuli.

In de zomer van 1909 ontmoeten deze vrienden elkaar opnieuw op het eiland Texel. Tijdens dit bezoek bespreekt Roy haar ongerustheid met W.A. Zeer openhartige gesprekken die een langzame opbouw krijgen wanneer ze ook over haar eigen jeugd begint te vertellen. Het verhaal van de liefde voor haar broers die zo mooi is doorgegroeid naar haar man. Haar noodkreet is dan ook zeer aangrijpend.

“Soms maak ik me grote zorgen om hem. In zo’n nacht waarin hij versteend wakker ligt nadat hij die droom heeft gehad, altijd diezelfde droom.”

En zo komen er dan gesprekken tussen de twee vrienden over de oorlog. Max moet daarbij bekennen dat hij met twijfels zit over iets wat zou zijn gebeurd aan het front, iets ergs waaraan hij heeft deelgenomen. Evenwel kan hij zich dat niet meer exact herinneren. Het lijkt allemaal te gruwelen ver van hem af. Op aansturen van zijn vriend en Roy neemt hij de moedige beslissing een zogenaamde ‘zenuwarts’ te gaan opzoeken bij wie hij als het ware in therapie gaat. Zeer uitzonderlijk voor die tijd. Zo ontdekt hij wat hem al jaren ’s nachts achtervolgt. Het echte verwerkingsproces kan alzo eindelijk beginnen. Dit heeft tijd, onderzoek en waarheid nodig. Net als een natie haar verleden dient te onderzoeken en aanvaarden.

Voor W.A. verloopt het herstel van de oorlog anders. De woede die hem beproeft, heeft hij voor een deel van zich kunnen afschrijven. Maar het is echter geen gewonnen strijd. Verder herstel lijkt hij te willen bekomen door een definitieve terugkeer.

Dit is een boek dat handelt over het omgaan met het verwerken van het oorlogsverleden. Als individu en als natie. Het is weliswaar een blik op een koloniale oorlog die momenteel in de literatuur de nodige aandacht heeft gekregen, maar kan even goed over eender welke oorlog gaan. Het vormt tevens een aansporing om met open vizier naar het verleden te kijken. Oorlog is gruwelijk en brengt het slechtste in de mens naar boven. En niet alleen voor de soldaten aan het front, maar ook voor de familie die achterblijft of net als Roy getuige zijn van het herbeleven door hun geliefden van de gruwel aan het front. Het lijkt alsof Max dit beseft wanneer hij bij de herdenking van reddingsoperaties van gestrande schepen als burgemeester – zoals het een leider past om bij herdenkingsmomenten zijn toehoorders tot bezinning aan te zetten – deze mooie woorden weet te vinden.

“Achterblijven met angst is ook dapper.”

Het personage W.A. van Oorschot, alias Wekker’, heeft blijkbaar echt bestaan. Maar er is niet veel over hem bekend. Met dit boek wordt deze klokkenluider als het ware in ere hersteld. Voor Max Van Oldenborgh stond de grootvader van de auteur model. Ook sommige andere personages hebben echt bestaan.

Een zeer degelijk geschreven roman. Een onderwerp dat mij tot op heden weinig bekend was.

Geraadpleegde bron

(*) https://www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/militaire-zaken/143-onderdelen-nederlandse-leger/koninklijk-nederlandsch-indisch-leger/expedities-van-het-knil/knl-expedities-tussen-1873-en-1950/277-atjeh

Eerder verschenen op Met De Neus In De Boeken

Boeken van deze Auteur:

De inscheper

De langste nacht

Bericht uit Berlijn