"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het verhaal van onze voorouders

Maandag, 27 juli, 2020

Geschreven door: Richard Dawkins
Artikel door: Cyril Lansink

Een pelgrimstocht naar de oorsprong van het leven

[Recensie] In de geschiedenis van het leven is de tijd van het bestaan van de menselijke soort niet meer dan een spreekwoordelijke oogwenk. De levensoorsprong is gedateerd op meer dan 3,5 jaar miljard geleden, ‘wij’ zijn er nog maar hooguit tweehonderdduizend jaar. Geen schepping in zeven dagen, maar een ontwikkeling die zich stap voor stap in tijdseenheden van miljoenen jaren heeft voltrokken, heeft uiteindelijk geleid tot een wezen dat in staat dit ontstaansproces te doorgronden.

Wie 2008 intellectueel goed wil beginnen en op zoek is naar verklaringen voor dit wonderlijke gegeven kan niet voorbijgaan aan het vorig jaar [20067/red.] in het Nederlands verschenen boek van Richard Dawkins, Het verhaal van onze voorouders. Daarin neemt hij de lezer mee op een reis door de tijd, steeds verder terug, tot waar alles begon. Op die tocht, geleid door de noodzaak én het toeval van de evolutie, ontmoeten we successievelijk al onze voorouders die we delen met alle andere soorten die de aarde rijk is, of het nu om apen, knaagdieren, vissen, wormen of eencelligen gaat. Strikt genomen is het niet juist te zeggen dat de mens van de apen afstamt, wel dat zij de eerste andere soort vormen die zich via een gemeenschappelijke voorouder bij onze reis naar het verleden aansluit. We zijn dan overigens al meer dan 5 miljoen jaar onderweg.

Bij elke ontmoeting houdt Dawkins halt en vertelt een of meerdere verhalen over de andere ‘pelgrims’ die we tegenkomen: zoals de muis en de zeehond, de longvis en het nijlpaard (dat het meest verwant aan de walvis blijkt te zijn!), maar ook de fruitvlieg en de schimmels. In die verhalen legt hij de begrippen en de theorieën uit waarmee we sinds Darwin het leven in al zijn diversiteit proberen te begrijpen. Zo vormt de pauw met zijn gekleurde verenpracht aanleiding voor een bespreking van het belang van seksuele selectie in de evolutionaire ontwikkeling. De sprinkhaan voert hem naar een discussie over het nogal kunstmatige onderscheid tussen rassen dat bij de mens zulke pijnlijke vormen heeft aangenomen. En de bever leert ons dat natuurlijke selectie eigenlijk niets anders is dan het proces waarbij de meest geschikte genen overleven en doorgegeven worden, én dat die genen niet alleen coderen voor lichaamsfuncties maar ook voor gedrag.

Hoe rijk aan gedachten, kleine en grote theorieën, opvallende details en verbazingwekkende feiten kan een boek zijn!? Te rijk in ieder geval om er in een korte bespreking als deze ook maar enigszins aan recht te kunnen doen. Maar deze ‘onmacht’ staat in geen verhouding tot de onmacht waarmee zelfs de meest erudiete wetenschapper wordt geconfronteerd als hij het meest verbazingwekkende feit van al onder ogen ziet: dát er leven is, en niet veeleer niets. Verbaas je mee en lees dit boek.

Archeologie Magazine

Eerder verschenen in Intermediair

Boeken van deze Auteur: