"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het volk in de grot

Zondag, 3 juni, 2018

Geschreven door: René ten Bos
Artikel door: Addie Schulte

Elitaire kritiek op de kritiek van de elite op het volk

We leven in tijden van nepnieuws. Waarheid is relatief geworden en doet er niet meer toe. We zijn post-truth. Mensen hebben genoeg van experts. Zo maar wat opmerkingen die je vaak hoort. Maar kloppen die wel? En is het allemaal even erg?

[Recensie] Hoe gaat het volk om met waarheid en feiten? Dat is de vraag die filosoof René ten Bos stelt in zijn boek Het volk in de grot. In tijden van nepnieuws is dat een urgente maar ook omstreden vraag. Wat is waarheid? En wie of wat is ‘het volk’? Om tot antwoorden op die vragen te komen leidt Ten Bos ons naar de grot van Plato, misschien wel de bekendste allegorie van de westerse filosofie. Daar zaten gevangenen geketend naar de schaduwen van voorstellingen te kijken, en dachten dat dit de werkelijkheid was. Maar dan is daar Socrates die naar buiten gaat, de werkelijke wereld waarneemt en de grotbewoners daarover wil vertellen. De brenger van deze boodschap komt echter niet gelegen: de mensen in de grot hebben genoeg aan de schimmige voorstellingen en zijn bang van de buitenwereld.

Plato en vele andere filosofen hebben het volk veracht omdat het de waarheid niet wil kennen, aldus Ten Bos. En dat vinden de filosofen, maar ook wetenschappers en journalisten, onverdraaglijk. En activisten ook, zou ik daaraan toevoegen. Denk aan de klimaatbeweging, die steeds vindt dat mensen zich te weinig aan trekken van de ‘ongemakkelijke waarheid’ van de opwarming van de aarde.

Ten Bos, en dat is zijn opvallende stelling, vindt die afwijzing niet perse afkeurenswaardig. Hij vereenzelvigt zich tot op vrij grote hoogte met ‘het volk’. Hij wil begrip opbrengen voor die houding.

Heaven

Dit boek is daarmee een elitaire kritiek op de kritiek van de elite op het volk. Elitair, omdat het een filosofisch betoog is met een tamelijk hoog abstractieniveau en met moeilijke woorden, zoals Ten Bos zelf schrijft. Maar wetenschappers en journalisten moeten niet verwachten dat het volk hun waarheden zullen accepteren.

Volk

Ten Bos noemt de mens een troglofiel, een liefhebber van grotten. Maar de mensen kunnen niet in de grot blijven, omdat dit hun einde zou betekenen. Ze moeten naar buiten, naar het gevaar. Maar dat willen ze dus niet. Dat schetst al de ambivalente verhouding met de waarheid.

Voor de filosofen is duidelijk dat het volk in de grot zit. Maar wie is het volk? Hier komt de vaagheid van het begrip aan de orde. Ten Bos onderscheidt vier groepen van betekenissen van het volk: het nijvere arbeidsvolk, het boze populistische volk, het verenigde nationalistische volk, en het ongure volk. Misschien zijn er nog wel meer connotaties te vinden, maar deze indeling lijkt verhelderend.

Aan die verheldering maakt Ten Bos ook direct een einde. Want in de praktijk lopen de betekenissen door elkaar. Waarna Ten Bos met de veelzeggende mededeling komt dat “het woord ‘volk’ ergens zweeft tussen insluiting en uitsluiting.”Je hoort er bij, maar ook niet. Of je wilt er niet bij horen, maar je hoort er toch bij. “Het volk bestaat niet, er bestaan vele soorten volk,” is de conclusie.

Bevrijding

De mensen in de grot moeten bevrijd worden, vinden Socrates en zijn navolgers. Maar dat willen ze niet, want dat is een onaangenaam proces, dat met verwarring gepaard gaat. De grotbewoner wil niet bevrijd en verheven worden. Het is best goed toeven in de grot. Wie naar de persoonlijke ontwikkeling van mensen kijkt ziet dat mensen steeds hun grot moeten verlaten. Eerst de baarmoeder, dan naar school, op kamers etc. Steeds worden ze met een grotere wereld geconfronteerd. En dat kan traumatisch zijn.

Maar vindt Ten Bos de verheffing echt onmogelijk? Hij prijst David van Reybrouck, de Belgische journalist-activist die met zijn G1000-projecten het volk wilde betrekken bij complexe vraagstukken. Dat lukte best, schrijft Ten Bos, maar hij negeert de onderzoeken waaruit blijkt dat maar een heel klein deel van de mensen hier aan deelneemt. Zeg maar de elite.

Vooruitgang

Ten Bos wijst op een lange traditie om ‘het volk’ te wantrouwen en dat is dan het volk in zijn populistische, arbeideristische en ongure gedaante. Maar er is ook de neiging van journalisten en wetenschappers om het volk de waarheid te verkondigen, het te willen verheffen. Die strategie faalt steeds meer. Daar zijn twee redenen voor: ten eerste zijn de feiten en waarheden van de wetenschappers (en van de journalisten) helemaal niet zo eenduidig. Ze brengen vooral complexiteit. En de motieven van de waarheidbrengers kunnen in twijfel getrokken worden. Leven ze zelf wel volgens de standaard die ze verkondigen? De feiten overtuigen niet, stelt Ten Bos en hij gaat nog een stap verder. De mens heeft de rede niet nodig voor zijn geluk.

Bij dit deel van zijn betoog moest ik sterk denken aan de vooruitgangsdenkers die met een overmaat aan feiten, statistieken en grafieken het publiek proberen te overtuigen van een bepaalde gang van zaken. Maar dat beroep op de rede faalt. Feiten alleen zijn niet voldoende, er is meer nodig om gebeurtenissen en toestanden betekenis te geven.

Ten Bos stelt voor de fixatie op de waarheid en de feiten te verlaten. De wetenschappelijke methode is overschat. Geen wonder dat Ten Bos niet meegaat in de modische kritiek op het postmodernisme, zoals van links en rechts gebeurt.

Elite

Met zijn rehabilitatie van het volk zit Ten Bos min of meer op een lijn met politicoloog Ton van der Meer die “niet de kiezer” gek vindt. De kiezer is competent genoeg om te beslissen en hoeft niet in toom gehouden te worden, schrijft hij. Beide benaderingen zijn pogingen om de populistische claim op ‘het volk’ te ondermijnen en tegelijk de elitaire kritiek op datzelfde volk te bekritiseren. Het volk is niet (alleen) populistisch, is de stelling, maar het hoeft ook niet klakkeloos de elite te volgen. Dat zijn subtiele betogen, omdat ze de meest voor de hand liggende posities vermijden. Ze kunnen ook een uitweg bieden uit een loopgravenoorlog tussen elite en populisten.

Toch kan je je afvragen of de waarschuwingen van Ten Bos aankomen. Deze maatschappij is mede gefundeerd op het idee van verheffing, onderwijs, opvoeding. Dat is een uitgangspunt voor het idee van vooruitgang. De verwachtingen van het verkondigen van de waarheid zijn vaak te groot, stelt hij terecht. Met alleen de feiten krijg je weinigen uit de grot. En misschien hoeft niet iedereen uit de grot te komen.

Eerder verschenen op Boekenstrijd

Lees ook het interview dat Marnix Verplancke met René ten Bos over Het volk in de grot had