"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het voorbeeld van hun liefde

Dinsdag, 6 september, 2022

Geschreven door: Dirk van Weelden
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Macht over je eigen leven

[Recensie] Filosoof en schrijver Dirk van Weelden (1959) behoort tot een van mijn favoriete Nederlandse schrijvers. Ik las een groot deel van zijn boeken en volg hem al sinds zijn debuut Arbeidsvitaminen. Het ABC van Bril & Van Weelden dat hij samen met zijn vriend, wijlen Martin Bril in 1987 publiceerde. Arbeidsvitaminen is een heerlijk anarchistisch boek waarin de twee toen nog jonge schrijvers alles becommentariëren waarvan ze hielden én niet hielden. Later zou blijken dat dit boek vooral een vooruitblik was op het schrijverschap van Van Weelden. Martin Bril werd de alom geliefde schrijver die in columns en verhalenbundels verslag deed van het dagelijks leven van de laat 20e eeuwse mens. Van Weelden is daarentegen nooit echt toegetreden tot de hoogste rangen van het gilde van auteurs. Hij bleef aan de zijlijn staan van het schrijversgebeuren, zijn boeken halen zelden een tweede druk. Van Weelden is een atypische schrijver, die maar een klein publiek aanspreekt. Ook al heten een aantal van zijn boeken romans, toch zou ik er die kwalificatie niet op willen plakken. Zijn verhaallijnen zijn doorgaans flinterdun. Het gaat hem ook helemaal niet om een verhaal vertellen. De boeken van Van Weelden zijn veel meer de neerslag van wat de schrijver in de jaren ervoor meemaakte, niet zozeer in persoonlijke maar vooral in intellectuele zin. Van Weelden heeft een enorme honger naar kennis en een brede belangstelling. Hij schrijft over muziek, filosofie, hardlopen, literatuur, geschiedenis, de Verenigde Staten, beeldende kunst en nog veel meer. Hij schrijft over alles wat hij tegenkomt, over alles wat hij leest, over alles wat hem intellectueel overkomt. Dirk Van Weelden schrijft zoals ik lees, heb ik al eens eerder opgemerkt: onderzoekend, zonder vast plan, toevallige lijnen volgend, niet wetend waar je uitkomt, lezen om te ontdekken, schrijven om te ontdekken. Neem nou zijn laatste boek, Het voorbeeld van hun liefde. Het lijkt een verslag van het leven van zijn ouders, maar dat is het maar ten dele.

Luchtpostpapier
Van Weelden trof bij het uitruimen van de woning van zijn ouders een stapel brieven aan die zijn vader en moeder elkaar rond 1950 schreven. Meer dan drie kratten vol, de meeste op luchtpostpapier. Vader Gerrit is begin 1948 negentien en moeder Ank zeventien. Gerrit heeft zich aangemeld voor de grote vaart en reist als ‘schrijver’ – zeg maar secretaris – op een vrachtschip de wereld rond. Het stel schrijft elkaar brief na brief, over hoe het met ze gaat, wat ze meemaken, over het geloof, over hun relatie. Van Weelden besluit alle brieven te lezen. Je verwacht dan een reconstructie van hun leven, maar Het voorbeeld van hun liefde gaat vooral over Van Weelden zelf.

Van Weelden grijpt de brieven aan om terug te blikken op zijn jeugd en zijn opvoeding. Zijn ouders waren aanvankelijk nog rotsvast in hun geloof, later werd dat snel minder. Ze lieten Van Weelden vrij in zijn intellectuele ontwikkeling, al maakten moeder Ank en vader Gerrit zich wel eens zorgen als hij zich al te wereldvreemd gedroeg en zich radicaal uitdrukte. “Je bent sociaal debiel,” beet zijn vader hem een keer toe tijdens een zeldzaam heftige ruzie over het leventje van Van Weelden. En of hij bij een studentenclub zou gaan? Iets wat Van Weelden niet van plan was.

Valkuil
Van Weelden nam al op jonge leeftijd afstand van zijn ouders. Hij wilde zijn leven anders dan zij inrichten. Dat had te maken met een gebeurtenis op twaalfjarige leeftijd. Toen werd het gezinsgeluk wreed verstoord als vader Gerrit instort. Zijn vader trekt het niet meer. Gerrit had zich na enkele jaren op de grote vaart weer in Nederland gevestigd om met Ank te kunnen trouwen. Hij volgde een studie in Leiden en werd manager bij een internationaal concern. Het gezin bloeit en floreert, er worden twee zonen en een dochter geboren. Maar ergens knapt er iets. Gerrit wordt een tijd opgenomen in een inrichting. Als zijn vader instort realiseert Van Weelden zich voor het eerst dat het leven kwetsbaar is. Een aantal jaren later, eenmaal student, besluit Van Weelden dat hem dit niet gaat overkomen. “Het ging [in het leven] niet om scoren of bijval, ”schrijft hij, “maar om zelfkennis, macht over jezelf. De valkuil die mijn vader te pakken had gekregen zou ik niet in lopen.”  

Pf

Inmiddels zijn we dan meer dan honderd pagina’s verder in het boek. Een duidelijke chronologie zit er niet in, Van Weelden springt op en neer door de tijd heen, herhaalt ook vaak passages waar hij al eerder over sprak. “Een mensenleven is geen verhaal maar een dichtbevolkte en broeiende jungle aan verhalen,” schrijft Van Weelden in het nawoord. Het lijkt wel of hij zijn aanpak hier wil verdedigen. Ook richt hij zich direct tot zijn kinderen, die hij in het boek andere namen geeft. Hij wil aan hen vertellen hoe hij is opgegroeid, hoe zijn ouders waren, hij wil hen zijn ideeën over het leven meegeven.

Waterkant
Het voorbeeld van hun liefde is een typisch van Weelden boek, als lezer moet je meebewegen op de cadans van zijn overpeinzingen. Het lijkt alsof Van Weelden ergens op een stoel aan de waterkant zit en zijn gedachten de vrije loop laat. Als deze gedachten je aanstaan, als je meegaat in zijn overpeinzingen heb je een mooie leeservaring en kun je er ook nog wat opvoedkundige tips en levensbeschouwelijke ideeën aan overhouden. Van Weelden formuleert en passant ook nog een “levensbeschouwelijk credo”, dat zo de Tien Geboden kan vervangen. De mooiste leefregel van Van Weelden: “Niemand heeft het recht een ander zijn vrijheid en waardigheid te ontnemen.”
Lukt dit je laten meevoeren met Van Weeldens overpeinzingen niet, dan zul je weinig beleven aan het boek.

Wat opvalt is dat Van Weelden in zijn laatste boeken steeds zachter wordt. Was hij als twintiger en dertiger de vrijgevochten en arrogante jonge intellectueel, die zich wars van conventies uitliet over de wereld, als huidige mid-zestiger slaat hij een hele andere toon aan. Van arrogantie is geen sprake meer. In zijn vorige boek Het laatste jaar, een memoir over zijn vriend Bril, viel die zachte toon al op. Maar nu gaat hij verder. Hij vertelt over zijn onzekerheden als student, hoe hij verliefd werd, hoe spannend hij dat vond en dat hij lang niet wist wat hij met het leven aan moest. “Ik was op een fundamentele manier helemaal alleen in de stad, mijn leven moest ik helemaal zelf, meter voor meter in elkaar timmeren, dag voor dag.” Dirk van Weelden blijkt net zo onzeker te zijn (geweest) als iedereen, dat hij daar nu over schrijft vind ik wel mooi. Dit laatste boek is minder intellectueel, maar des te persoonlijker. Het heeft me van de eerste tot de laatste pagina geboeid.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow