"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het waanzinnige van sneeuw

Woensdag, 6 oktober, 2010

Geschreven door: Alex Boogers
Artikel door: Daan Stoffelsen

Waarom Boogers lezen?

Vorige week is de nieuwe roman van Alex Boogers, De tijger en de kolibri, verschenen. De plot: een man wordt wakker in het ziekenhuis en realiseert zich wat hij fout gedaan heeft, maar niet de consequenties, wat er fout gegaan is. De recensie volgt. Nu eerst: welke verwachtingen ik had voor de nieuwe roman door zijn vorige werk, waarom ik uitkijk naar een nieuw boek van Alex Boogers, aan de hand van Het waanzinnige van sneeuw (2002). Het antwoord is: om de schrijver, om de stijl, om de situatie, om de spanning, om het sentiment.

0. OM DE SCHRIJVER

De oppervlakkigste en oneigenlijkste reden. Boogers wekte mijn interesse door een interviewin Volkskrant Magazine in 2008, waarin hij aankondigde te stoppen met schrijven. Er was – zeker voor de kleine, onbekende auteur die hij na vier romans nog was – niets mee te verdienen omdat zijn werk te weinig media-aandacht kreeg: boeken verkopen immers door DWDD, en daar wilde ze Ronald Giphart hebben en niet hem. Hij wenste geen beurzen of subsidies, en dus ging hij weer een vaste betaalde baan zoeken. Boogers’ standpunt intrigeerde me. Er moeten tientallen Boogersen rondlopen, die mooie boeken schrijven die door zeer weinigen gelezen worden, maar niemand trekt de conclusie zo radicaal.

Ook Boogers zelf niet overigens, getuige zijn nieuwste roman, en terecht, want hij heeft de potentie een groot publiek te bereiken met zijn boeken. Waarover later meer.

(En dan is er nog het verhaal van zijn eerste roman Het boek Estee (1999), die hij onder het pseudoniem M.L. Lee schreef: ‘In Azië leven nog steeds grootse kunstenaars die niemand van naam kent, omdat ze hun werk niet signeren en zichzelf er niet voor op de borst slaan.’ Mooi mysterie.)

Hereditas Nexus

1. OM DE STIJL

De beste en minst grijpbare reden. Stijl is onzichtbaar, die dient, die werkt. In het geval van Het waanzinnige van sneeuw is de stijl wel zichtbaar, omdat hij ook de karaktertekening dient. Het karakter in kwestie, onze hoofdpersoon, is de zeventienjarige Remy.

‘Boeken, woorden, het zei me allemaal niks. In elk geval niet die hele godverdomse bibliotheek van Estee.
[…]
“Vind je het niet mooi, Remy?” vroeg ze dan. “Luister dan toch – vind je het niet mooi?”
Ik was jong en achterlijk en knikte haar toe.
“Ja, mooi. Echt. Verpletterend!”
Woorden van een hopeloze figuur als je het mij vraagt.
[…]
Het staat wel godverdoms interessant als je zulke boeken leest, maar het is zonde van je tijd.’

Jong en achterlijk – en echt. De directe, onomfloerste stijl past.

‘Er was ook nog een rechercheur aan mijn bed geweest. Zo’n vent die heel blij is dat hij bij de politie werkt. Ik schatte hem een jaar of dertig, hij had een vale blik in zijn ogen en een vroegkalend hoofd. Hij vroeg de hele tijd wat er nu precies was gebeurd en op welk tijdstip en waar. Geniale vragen.’

Jong en achterlijk en echt en stoer en stug, een verteller die niet het achterste van zijn tong laat zien. Waarover later meer.

2. OM DE SITUATIE

‘De thaibokser mediteert en ziet zichzelf in een cirkel staan, een soort magische cirkel.
[…]
Ik geloofde er geen reet van. Het klinkt wel mooi en bijzonder, en ik hou van een beetje mystiek, maar het aanhoudende geweld van vuisten en trappen tegen je lijf en je kop werkt nu eenmaal ontnuchterend.’

Remy gaat boksen – therapeutisch, vindt zijn arts -, raakt bevriend met een jonge kampioen, wordt verliefd op diens zusje en verzeilt in vechtpartijen op straat – die altijd goed aflopen voor hem en zijn thaiboksvrienden. Het is een unieke inkijk in een wereld die Boogers goed kent, getuige ook de documentaire roman Het sterkste meisje van de wereld (2007) over Soumia, een succesvol bokster, en haar trainer, Alex Boogers. Remy noemt zich een ‘vechtkunstenaar’, maar het straatgeweld en de geheime affaire met het best beschermde meisje van Nederland wijzen op een andere spanning, die hij ook zocht.En vindt, met open ogen, als de novice die hij is.

3. OM DE SPANNING

Als iets als een trein leest (een bizar beeld, waarvan alleen de snelheid van een voorbijkomende trein beeld en verbeelde verbindt, maar niets van het genoegen dat je erbij beleeft), dan zal het wel een thriller zijn of een kasteelroman of chicklit. Als een recensent over spanning zonder meer begint, dan is dat een diskwalificatie. Toch is dat in dit geval een duidelijke kwaliteit van het schrijverschap van Boogers.

Het waanzinnige van sneeuw opent in een ziekenhuis. De hoofdpersoon ligt daar met een gebroken rug, en hij laat niets los. We weten niet wat er met hem gebeurd is. We weten niet wat er met zijn zus gebeurd is, wie Nadia is, hoe het drama zal aflopen. Boogers laat niet meer dan raadselachtige frases los, en wordt daarbij geholpen door zijn weinig loslippige hoofdpersoon.

Hoofdstuk 2:

‘Het was een koude nacht toen ik samen met Werner, mijn klasgenoot en tijdelijke beste vriend, in een rode Kever naar het ziekenhuis werd gereden. Een jong geil koppel had ons gevonden aan de rand van het park. Het is een park waar je met je auto naartoe kan rijden. In het weekend rijden heel wat auto’s naar het park. Meestal zijn het van die geile koppels. Ze parkeren hun auto op een stil plekje en vingeren en pijpen elkaar tot ze er kramp van krijgen.
De jongen parkeerde zijn Kever aan de rand van de weg en stapte uit. Werner lag bewusteloos op de grond. Ik zat geknield bij dat vette lijf van hem en probeerde hem wakker te schudden.
“Jezus, wat is er met jullie gebeurd?” vroeg de jongen.’

Geniale vraag. En het antwoord komen we pas veel, veel later te weten.

4. OM HET SENTIMENT

Is dit een goede reden? Misschien, maar dan negatief omschreven. Boogers gaat niet alleen hard erin, zijn Remy is niet alleen stug en stoer, hij is ook geestig…

‘“Zo zie je er dus uit,” zei ze.
“Hoe, blond en gespierd, slank en pezig, iets te bleek, maar toch aantrekkelijk?”
Zo zie ik er namelijk uit. Ik overdrijf niet eens.
“Nee, bedoel dat je groot bent, je weet wel, lang. Dat zou je niet zeggen als je plat in je bed ligt.”’

… en af en toe sentimenteel. Hij raakt bevriend met een ander jongetje op de kinderafdeling.

‘“Ik ben ziek,” zei Daniël.
“Dat zegt niks. Iedereen hier is ziek.”
Erg bijdehand was hij niet.
“Ja, maar ik ga misschien dood.”
Daar wist ik niks op te zeggen.’

De situatie roept ook sentiment op: ruwe bolster, harde pit, veel te jong voor zijn problemen, te stil voor wat hij te vertellen heeft, dat ziekenhuis, die gezinssituatie, dat meisje en die vriend die zijn vijand kan worden. Er is evenwicht tussen het stoere en het sentimentele, ja, maar er is wel iets behaagzuchtigs aan de lievige passages. Alsof Boogers wil vermijden al te duister te worden, zijn lezer voor het hoofd te stoten. Het geweld wordt ook nooit fysiek misselijk makend (al komt de scène die chronologisch voorafgaat aan het ziekenhuis wel in de buurt), en dat contrast had dit boek groter, interessanter, literairder kunnen maken. Nu verdient dit perfecte boek een groot publiek, en een groot publiek dit perfecte boek.

En De tijger en de kolibrie? Daarover later meer.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De zonen van Bruce Lee

Onder een hemel van sproeten

Alle dingen zijn schitterend

De tijger en de kolibrie

Het waanzinnige van sneeuw