"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het wordt spectaculair. Beloofd.

Vrijdag, 9 juni, 2017

Geschreven door: Zita Theunynck
Artikel door: Marnix Verplancke

Voor alle vrouwen die een vaste relatie niet zo vanzelfsprekend vinden

De eerste zin

“Alleen spijt komt te laat.”

Recensie

Anna en Leonard zijn twee prille twintigers. Ze staan samen aan de kassa van een groot warenhuis. “Nadat je je linguini, nectarines, champignons, venkel en de rest van je boodschappen op de transportband gooide,” schrijft Leonard haar de dag nadien in een brief, “gooide je mij erbij.” En niet eens zachtjes. Zita Theunyncks debuutroman Het wordt spectaculair. Beloofd. gaat over de liefde tussen Anna en Leonard, of gaat hij eerder over psychische verwarring, twijfel, zelfhaat en daardoor net over de onmogelijkheid van die liefde?

Heaven

Hoe het ook zij, in het begin van het boek stapt Anna van de TGV in Montpellier. Waarom ze daar naartoe is gereisd weet je niet. Alleen dat ze haar exemplaar van Kazuo Ishiguro’s Never Let Me Go op de trein is vergeten, samen met de 23 brieven die Leonard haar over een periode van een paar maanden schreef en die ze in het boek bewaarde. De vrouw die tegenover haar zat in de wagon neemt het boek op, opent de brieven en we lezen mee over haar schouder: liefdesbrieven die een gelukkige tijd laten vermoeden. Maar dan springt Theunynck naar het verleden, naar die kassa in het grootwarenhuis dus, en krijg je Leonards brieven nog een keer te lezen, maar nu ingebed in de context, waardoor ze een heel ander verhaal vertellen.

Het wordt spectaculair. Beloofd. is geen glijbaan van een roman. Het verhaal gaat heen en weer, twee stappen vooruit en eentje achteruit. Net zoals de relatie tussen Anna en Leonard trouwens. Beiden hebben immers niet het gelukkigste verleden. Anna’s vader vertrok zonder iets van zich te laten horen toen ze zes was. Haar moeder stierf zeven jaar later. En ook Leonards moeder is dood. Hij woont samen met zijn vader en zijn kleine zusje Klara. Het zijn omstandigheden die hun weerslag hebben op het denken en voelen van Anna en Leonard. Spreken wordt er niet makkelijker door en precies zeggen wat ze bedoelen nog minder. Theunynck slaagt er perfect in deze emotionele onwennigheid weer te geven in de vele levensechte en overtuigende dialogen die ze haar personages in de mond legt. Soms zijn een paar woorden genoeg en moet je geen drie volzinnen zeggen om iets duidelijk te maken, toont ze. Soms is zelfs stilte genoeg.

3 vragen aan Zita Theunynck

Waarom schrijft een pas getrouwde en dolverliefde jonge vrouw een roman over een problematische relatie?

Theunynck: “Ter compensatie, precies omdat mijn eigen leven zo onproblematisch is. En ook wel omdat iedereen anders zou denken dat het boek over mij gaat natuurlijk. Dat wou ik absoluut vermijden. Anderzijds fascineert een vrouw als Anna mij wel. Zij durft niet te kiezen, heeft twijfels en angsten. In mijn vriendenkring zie ik dat het niet altijd zo makkelijk of vanzelfsprekend is als bij mijn lief en ik. Mensen zeggen dan al gauw: ‘Maar allez, waarom wil die dat nu niet?’ Terwijl er soms veel meer achter steekt. Daar ben ik dan wel nieuwsgierig naar. Misschien heb ik Anna wel gecreëerd als hommage aan al die vrouwen die een vaste relatie of een huwelijk niet zo vanzelfsprekend vinden.”

Je boek heeft een heel specifieke vorm: 23 brieven die aanvankelijk gewoon de een na de ander weergegeven worden en daarna nog eens in hun context, waardoor ze een heel andere betekenis krijgen. Waar kwam het idee vandaan?

Theunynck: “Dat zat eigenlijk vanaf het begin in mijn hoofd. Ik denk dat ik net Ian McEwans Atonement had gelezen. In het eerste deel zie je alles door de ogen van de 13-jarige Briony. Daarna lees je hetzelfde verhaal vanuit een ander standpunt en besef je dat het helemaal anders in elkaar zit dan je dacht. Dat fascineerde mij. Ik wou iets gelijkaardigs doen.”

Waarom ben je eigenlijk gaan schrijven?

Theunynck: “Daar is mijn vader grotendeels voor verantwoordelijk. Ik droomde van een roman, maar tezelfdertijd had ik zoiets van: ik kan dat niet, zot. Tot mijn vader op een dag vanachter zijn krant ‘ons Zita, die zal nog wel eens een boek schrijven,’ zei. Dat zette de deur op een kier. Ik moet ook altijd denken aan die uitspraak van Pipi Langkous: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk wel dat ik het kan.’ Zo is het wel een beetje. Dat is het voordeel van iets voor de eerste keer doen: je hebt nog een heerlijk onrealistisch optimisme. Samen met mijn zus had ik eerder al de blog Emoshit opgericht. Zo’n blog is een goeie leerschool, toegankelijker en makkelijker, voor tussen de soep en de patatten. Een roman vraagt meer tijd. Misschien ga ik hierna wel een theaterstuk schrijven, of een tweede boek. Zo lang het maar schrijven is, ben ik tevreden.”

Voor het eerst verschenen in Knack


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.