"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Historische stadsatlas NL

Woensdag, 5 januari, 2022

Geschreven door: Martin Berendse, Paul Brood
Artikel door: Vera Weterings

Derde deel in de reeks

[Recensie] In de Historische stadsatlas NL staan de Nederlandse steden centraal. Het is het derde deel in een reeks, eerder verschenen in het Archievenblad recensies van het eerste deel waarin het ontstaan van ons land centraal stond en het tweede deel waarbij de focus lag op de geschiedenis van streken en regio’s. In het derde deel behandelen auteursduo Martin Berendse en Paul Brood in vijf hoofdstukken de Nederlandse stadsgeschiedenis in al zijn facetten; van het verzanden en verdwijnen van steden als Reimerswaal, Hughevliet en Nievaart tot het effect van trekvaarten op de ontsluiting van steden en van de belangrijke rol die armen- en weeshuizen speelden op het gebied van liefdadigheid tot de bloei van het culturele leven met de opkomst van concertgebouwen en bioscopen.

Brede benadering

In het verleden zijn al boekenkasten vol geschreven over de vraag wat een stad is. Je kunt de definitie immers vanuit verschillende perspectieven benaderen; historisch-formeel, fysiek-bouwkundig en sociaal-maatschappelijk. In de Historische stadsatlas NL is vanuit een interdisciplinair oogpunt naar steden gekeken waarbij de belangrijkste kenmerken vanuit de verschillende disciplines leidend zijn geweest. Hierdoor biedt de atlas niet alleen vanuit historisch oogpunt interessante invalshoeken, maar ook vanuit de bouwkunde, sociologie en economie. Wanneer je vanuit een historisch-formeel oogpunt kijkt hebben steden een stedelijke geschiedenis waarbij vroeger het verkrijgen van stadsrechten centraal stond en tegenwoordig de creatie van een stad als stedelijke geschiedenis kan worden gezien wanneer we Lelystad en Almere als voorbeelden nemen. Als je het met een fysiek-bouwkundige blik bekijkt zijn steden dichtbebouwd en hebben deze specifieke uiterlijke kenmerken zoals pleinen, markten, publieke gebouwen en voorzieningen, verdedigingswerken en poorten. Tot slot kun je een stad vanuit sociaal-maatschappelijk perspectief zeggen dat steden dichtbevolkt zijn met daarin een veelzijdigheid aan mensen waarbij het achterland allerlei economische, sociale en culturele functies vervult.

Nederland Stedenland

Boekenkrant

Met een chronologische benadering behandelen Berendse en Brood stap voor stap de stedelijke ontwikkeling van Nederland. De lezer start bij de Romeinen en Franken en beland vervolgens in de bloeiperiode van de zestiende en zeventiende eeuw. In deze paragrafen is duidelijk te lezen hoe machtig de stadsbesturen in Nederland waren. Hoewel er toen sprake was van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kwam dit in de praktijk eigenlijk neer op de Republiek der 56 Verenigde Steden, waarvan de grootste Hollandse steden duidelijk het voortouw hadden nadat zij zich in 1572 hadden afgewend van de Spaanse koning. Raadpensionarissen Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt zagen Holland vooral als stedenbond waarbij de Staten-Generaal en de gewesten weinig voor het zeggen hadden. En ook in andere gewesten hadden de steden een sterke autonome positie al hadden de landadel en de herenboeren daar wat meer in de melk te brokkelen. Na deze glorieuze tijd is aandacht voor de stagnatie en terugval in de achttiende eeuw en de opkomst van de industrie in de negentiende eeuw. Het boek eindigt met het hoofdstuk de moderne stad waarin onder meer de wederopbouw en de opkomst van VINEX-, vogelaar- en yuppenwijken wordt besproken. Zo komen in deze atlas allerhande aspecten van de Nederlandse stedengeschiedenis aan bod en dat ook nog eens rijkelijk geïllustreerd aan de hand van vele historische kaarten, archiefstukken, schetsen, ontwerpen en eigentijdse foto’s. kortom, een lust voor het oog en een feest van herkenning voor menig archivaris.

Eerder verschenen op Hereditas nexus