"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hitchhiker's guide 6 - En dan nog iets

Zaterdag, 12 september, 2020

Geschreven door: Eoin Colfer
Artikel door: Ger Groot

Ten prooi aan een galactische slopersploeg

[Recensie] Met The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy schiep de Britse schrijver Douglas Adams waarschijnlijk de meligste sciencefiction die ooit is voortgebracht. Nadat het eerste deel in 1979 verschenen was, kreeg Het Transgalactisch Liftershandboek, zoals de Nederlandse vertaling luidde, al snel een cultstatus. Van de avonturen van Hugo Veld, ternauwernood ontsnapt aan de afbraak van de aarde in het kader van de aanleg van een hyperruimtelijke snelweg, verschenen in de daaropvolgende jaren almaar hilarischer vervolgdelen.

Toen Adams in 2001 op 49-jarige leeftijd overleed, was de reeks tot vijf gevorderd. Er waren computerspelletjes van afgeleid, hoorspelen van gemaakt en de in 2005 uitgebrachte speelfilm bewees hoe gemakkelijk de slappe lach kan omslaan in ongein.

Waarom de reeks alsnog een zesde deel moest krijgen, is niet helemaal duidelijk. Voor zover het absurdisme van het Handboek al zoiets als een slot toelaat, had het vijfde deel daarin heel redelijk voorzien.

Hugo Veld, vergezeld van een tamelijk onwaarschijnlijk groepje aardse én buitenaardse vrienden, is na lange omzwervingen door ruimte en tijd teruggekeerd op de aarde, vlak voor het moment van haar vernietiging. Ze hebben de redenen daarvan doorgrond en zijn voorbereid. Daarna valt de aarde alsnog ten prooi aan een galactische slopersploeg.

Hereditas Nexus

In het nu verschenen zesde deel wordt het hele verhaal nog eens dunnetjes overgedaan. Opnieuw ontsnappen de vrienden door een wonder aan de vernietiging en opnieuw raken zij verzeild in de meest bizarre werkelijkheden, zoals die van de Germaanse godenwereld. Was de god Thor in een eerder deel van het Handboek al eens in een galactische discotheek opgedoken als een overjarige John Travolta, nu mag het hele Walhalla zijn opwachting maken – inclusief de sores waarvan ook Germaanse goden af en toe last hebben. ‘Loki heeft twee paleizen’, zo klaagt een van hen jaloers. ‘Twee! En hij zit aan Odins tafel. Waarom? Omdat hij moppen kan onthouden.’

De Ierse schrijver en komiek Eoin Colfer, vooral bekend van zijn fantasyboeken rond Artemis Fowl, mocht dit zesde deel aan de Hitchhikers-reeks toevoegen. Met dit soort passages bewijst hij de humor van Douglas Adams goed te hebben begrepen. Maar helaas blijft het daarbij. Colfer borduurt voort op wat Adams had aangereikt en dat heeft een fnuikend effect gehad op het onvoorspelbare anarchisme waarin de reeks uitblonk.

Colfer zit niet verlegen om geestige invallen, zoals de ‘gekke koeien’ die op een verre planeet de pest blijken te hebben aan de vegetarische levensstijl: “‘Groenten’, spoog de koe. ‘Wat is daar zo bijzonder aan? De proteïne komt me de reet uit…’”

Maar zelden komt hij in de buurt van wat Adams aan bizarre geestigheid rondstrooide. Wat gaat er sneller dan het licht?, laat hij zich in het begin van deel vijf terloops ontvallen. Niets behalve slecht nieuws, antwoordt hij. En hij vervolgt: “Ooit heeft een transgalactisch ras geprobeerd ruimteschepen te bouwen die door slecht nieuws werden aangedreven, maar ze functioneerden niet zo best en bleken overal waar ze aankwamen uitermate ongewenst.” Hoe hard je het ook probeert, zoiets valt niet na te doen.

 

Eerder verschenen in NRC 

Boeken van deze Auteur:

En dan nog iets