"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hoe alles moest beginnen

Vrijdag, 27 oktober, 2017

Geschreven door: Thomas Verbogt
Artikel door: Marnix Verplancke

Associatieve roman over de kleine drama’s in het leven

De eerste zin
“Het park ruik ik al voordat ik het zie, een geur waarvan ik houd, het is de geur van de dag die nog maar kort geleden begonnen is, er zit licht in en beloftes.”

Recensie
Thomas is schrijver geworden omdat hij niet goed wist hoe te leven of hoe ergens bij te horen. In gedachten is hij al zijn hele leven bij Licia, het meisje dat zijn kindertijd kleur schonk. Geliefden waren ze, op hun manier, twee kinderen die wisten wat de poes dacht en wat de wind fluisterde. Alleen zij kenden de betekenis van het stromende rivierwater. “Alles wat gebeurt, gebeurt alleen maar omdat wij dat willen,” hielden ze elkaar voor en op hun negende ontdekten ze zelfs hoe volwassenen zoenen.

Maar dan komt de breuk. De moeder van Licia is gestorven en haar vader heeft iemand anders leren kennen, een Amerikaanse kunstenares die in Rome woont. Vader volgt zijn hart en zijn twaalfjarige dochter moet mee, maar elkaar echt verlaten zullen Licia en Thomas nooit doen. Kan je leven bepaald worden door iets wat nooit gebeurd is of door iemand die er niet meer is? In Hoe alles moest beginnen lezen we hoe de geliefden elkaar nog drie keer ontmoeten, als twintigers, wanneer ze afscheid proberen te nemen in Rome, als veertigers, nadat Thomas Licia op tv heeft gezien en hij helemaal naar Keulen rijdt om haar te spreken, en als zestigers, wanneer Licia zonder verwittigen opduikt tijdens de crematie van Thomas’ moeder.

Tot vorig jaar was Thomas Verbogt het goed verborgen geheim van de Nederlandse literatuur. Hij had een kleine schare enthousiaste lezers, maar de doorbraak kwam er niet. Dat veranderde toen hij met zijn vorige roman op de shortlist van de Libris stond. Opeens viel literair Nederland voor zijn kwetsbare stijl die doet denken aan het beste wat Graham Swift en John Banville ooit schreven: associatieve verhalen over de kleine drama’s in het leven. Zware thema’s, maar met een luchtige brille op papier gezet. Op het einde van Hoe alles moest beginnen wandelen Licia en Thomas door hun geboortedorp. “Kijk,” zegt Licia, terwijl ze naar de wolken aan de hemel wijst, “Dat is ons leven”. Net zoals die wolken hun eigen gang gaan, doet ook ons leven dat, lijkt Verbogt te suggereren. En dat kunnen we maar beter leren aanvaarden.

Boekenkrant

3 vragen aan Thomas Verbogt

Je schreef al meer dan dertig boeken. Pas in de laatste twee kom je zelf als personage voor. Waarom die verandering?

Verbogt: “Een aantal jaar geleden stierf een goede vriend van me, de schrijver Frans Kusters. Zijn uitgever vroeg of ik een boek wou schrijven over onze vriendschap. Dat was een puur autobiografisch boek en ik merkte dat ik me in die vorm heel erg thuis voelde. De vrijheid die dit boek me schonk, gebruikte ik ook in mijn vorige roman, Als de winter voorbij is. In Hoe alles moest beginnen ben ik nog een stapje verder gegaan wat het autobiografische betreft. Wat ik daarbij zo opmerkelijk vind is dat mijn vorige roman door alle critici bestempeld werd als mijn meest autobiografische, maar dat geen van hen iets wist over mijn privéleven. In interviews ben ik helemaal niet zo gul met informatie over mezelf. Blijkbaar voelen mensen dat meteen, zonder het te weten. Wonderlijk is dat.”

Je lijkt een voorkeur te hebben voor kleine verhalen, de verhouding tussen twee mensen bijvoorbeeld. Heb je enig idee waarom?

Verbogt: “Omdat ons leven uit dergelijke kleine verhalen bestaat. We hebben natuurlijk wel grote plannen, maar veel verder dan kleine verhalen komen we niet. Ik hou ervan om over straat te lopen en op zoek te gaan naar het grote avontuur van het alledaagse. Ik schrijf iedere dag een column in De Gelderlander, de krant van mijn geboortestreek, waarin ik precies dat doe: de deur uitgaan en wachten op het verhaal dat op me afkomt. En meestal zijn dat geen grote drama’s, maar verhalen over mensen die in het reine proberen te komen met zichzelf en de wereld. Ik moet die dan alleen maar oppakken en neerschrijven.”

En dat doe je traag en bedachtzaam, of lijkt dat alleen maar zo?

Verbogt: “Dat valt wel mee. Wat ik vooral doe is het ritme van mijn gedachten volgen. Dat bepaalt het tempo van het verhaal. Wanneer ik naar buiten kijk, krijg ik misschien wel duizend gedachten, terwijl er maar één echt beklijft. Die andere blijven er als satellieten rond draaien. Het is die beweging die ik in kaart probeer te brengen. Ik hoor van lezers wel eens dat ze door mee te lezen op dat ritme ook anders gaan denken. Dat vind ik een enorm compliment.”

Eerder verschenen in Knack


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Als je de stilte ziet

Hoe alles moest beginnen

Als de winter voorbij is

Wat heeft de Sint voor jou gekocht