"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij

Woensdag, 2 september, 2009

Geschreven door: Joost Vandecasteele
Artikel door: Julia Krul

Opgesloten in een levensgrote supermarkt

Welkom in CityBis, waar de klanten thuis zijn.’ De slogan is letterlijk bedoeld: het winkelcentrum zelf beslaat de oppervlakte van een woonwijk, de appartementen erboven behuizen genoeg mensen om een stad mee te vullen. Een bezoek aan een andere verdieping is al een avontuur, laat staan dat iemand ooit nog buiten hoeft te komen. Wie zich daar wel waagt komt terecht in een troosteloze wereld waar gevoelloze seks, gewelduitbarstingen en zelfmoorden het dagelijks leven bepalen.

De verhalenbundel waarin dat sombere toekomstbeeld wordt geschetst, Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij, vertelt in de eerste plaats over het dagelijks leven van een stel cynische, weinig ambitieuze jongemannen. In de meeste verhalen staat een ik-figuur centraal die niet bij naam wordt genoemd en in één verhaal zijn vriend en collega Jack. Allebei zijn ze hoogopgeleid, maar ze werken bij een callcenter. Vrouwen genoeg in hun leven, maar van een serieuze relatie komt het nooit. ‘Ik ben een man van bijna dertig en leid het leven van een zestienjarige. Zolang niemand zegt dat het niet oké is, ga ik gewoon zo verder.’

Door het telkens terugkeren van dezelfde verteller wekken de verhalen in eerste instantie de indruk dat ze nauw met elkaar samenhangen, bijna als hoofdstukken van een roman. Maar daarvoor lopen ze toch te sterk in sfeer en thematiek uiteen. De ene keer kijkt de hoofdpersoon weemoedig terug op een mislukte liefdesaffaire, de andere keer gaat hij wild uit met zijn collega’s, ontmoet hij dure vijftienjarige hoertjes en wordt hij in elkaar geslagen. In het meeslepende titelverhaal moet de naamloze ik-figuur zich op zijn hotelkamer verschansen omdat er een burgeroorlog uitbreekt. Dagenlang dwaalt hij door lege, kapotte straten op zoek naar iets te eten. In het verhaal daarop is dat allemaal nooit gebeurd. Die afwisseling is prettig, maar ook verwarrend – wat hebben de verschillende verhalen nu precies met elkaar gemeen?

Joost Vandecasteele, de Vlaamse komiek en theatermaker die met de bundel zijn debuut schreef, heeft een prettig nuchtere stijl en is prima in staat vlot, grappig en zelfs roerend te schrijven over mensen – mannen – en hun relaties. Maar wat zijn werk echt sterk en uniek maakt is zijn duistere toekomstvisie. Die verdient veel meer aandacht dan hij in de bundel heeft gekregen en had bovendien een uitstekende rode draad kunnen vormen.

Hereditas Nexus

Dat gebouw waar de bewoners nooit meer uitkomen is een origineel en fascinerend gegeven. Vandecasteele had er makkelijk voor kunnen kiezen om alle verhalen zich daar te laten afspelen. Juist de herkenbare alledaagse bezigheden van de hoofdpersonen hadden een geschikte context kunnen bieden om de lezer met een dergelijke vreemde, beangstigende omgeving vertrouwd te maken.

In plaats daarvan komt het gebouw in maar een paar verhalen voor, meestal op de achtergrond. Alleen het surrealistische kunstwerkje ‘Bijna-Mens’ is er geheel aan gewijd: in de vorm van een ingewikkelde raamvertelling hoort een man de geschiedenis van iemand die de verdiepingen boven de zijne ging verkennen. Hij besluit diens voorbeeld te volgen. Uiteindelijk ontdekt hij dat er geen uitgang is, maar wel een almachtige conciërge wiens dood het instorten van het pand betekent.

Het is een van de weinige verhalen waarin de jongens van het callcenter geen rol spelen. Hun leven speelt zich af in hippe kroegen en morsige hotels, in doodgewone straten. Het vriendinnetje van de ik-persoon doet de toneelacademie en woont in een klein appartementje dat – als je voldoende je verbeelding gebruikt – nog net op een klein stukje groen uitkijkt. Dat klinkt alsof het allemaal toch niet zo heel veel van Rotterdam, Brussel of voor mijn part Los Angeles verschilt.

Het enige middel dat Vandecasteele consequent aangrijpt om te laten merken dat de verhalen zich in de toekomst afspelen zijn de details waar hij onderweg mee strooit, beschrijvingen die de indruk moeten wekken van een genadeloze libertarische maatschappij:

‘De huurprijzen zijn in sommige stadsdelen zo hoog dat het geen schande meer is om in een kartonnen doos te wonen. Er zijn volledige wijken met duizenden dozen netjes naast elkaar, elk met stromend water en internetaansluiting. De wanhoop is hier zo groot dat iedere vijftien minuten een nieuwe sekte wordt opgericht, zoals de fundamentalistische atheïsten. Die geloven in niks, maar wel heel hard.’

Wanneer de hoofdpersoon een bezoek brengt aan CityBis – één van de verhalen waarin het complex een kleine rol speelt – raakt hij verdwaald en moet zes dagen lang in het openbaar toilet bivakkeren. Later krijgt hij een kortstondige verhouding met een rijk tienermeisje dat in een gated community van monsterlijke pronkvilla’s woont. En in een prachtige, licht magisch-realistische passage is Jack getuige van een zelfmoord in een auto, om vervolgens te ontdekken dat in alle acht auto’s daarachter ook iemand dood ligt:

‘Alsof het voertuig zich tegen zijn bestuurder heeft gekeerd. In de Citroën achter de Audi zit de chauffeur met zijn hoofd tegen het stuur, in de Mercedes daarachter een man met de maag opengereten, de roodvlezige ingewanden rustend op zijn schoot als een grote kalme rosse kater. Ik stap uit, loop heel de weg terug, check iedere auto in de straat en ontdek negen lijken in negen verschillende wagens. Nergens een verklaring voor hun keuze, nergens een achtergelaten briefje, geen enkele aanwijzing ook dat ze elkaar kennen.’

Toch zijn dat niet meer dan losse sfeermomenten in een bundel die uiteindelijk vooral over liefde en seks gaat. Vreemdgaan, terugverlangen naar een vroegere geliefde, koppelpogingen van goedbedoelende vriendinnen ontwijken, Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij brengt het allemaal aan de orde. Vandecasteele maakt zelfs een paar uitstapjes naar het vrouwelijk perspectief, bijvoorbeeld in ‘Hand tot Mond’, waarin een moeder haar echtgenoot en kinderen verlaat, of ‘Nooit meer vrede’, over een meisje dat op een familiefeestje haar ex tegenkomt. Het probleem is alleen dat zulke alledaagse gebeurtenissen pas interessant worden wanneer ze meer worden dan zichzelf, een symbolische lading krijgen, een nieuwe kijk bieden op menselijke verhoudingen. En dat lukt ze niet, want Vandecasteeles libertarische absurditeiten leiden voortdurend de aandacht af.

Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij is een verzameling elementen uit alle hoeken van Vandecasteeles verbeeldingswereld. Hij had veel beter gebalanceerd moeten zijn, maar biedt in elk geval wel een goede indruk van Vandecasteeles kwaliteiten: een vlotte, stoere stijl met veel vaart en humor en een spannende, duistere net-niet-science-fiction-wereld. In zijn voor 2010 geplande roman zal hij ongetwijfeld de ruimte goed benutten om zijn talenten beter met elkaar te verenigen. Alleen al de werktitel, De slag om Neo-Sparta, belooft veel goeds.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: