"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hoe mijn vader werd verwekt

Vrijdag, 16 november, 2018

Geschreven door: Bart Meuleman
Artikel door: Marnix Verplancke

Klein, teder boekje over de vader van Bart Meulenman

De eerste zin

“‘En dan nog iets,’ zei hij terwijl hij voor zich uit bleef kijken, de handen op het stuur.

Recensie

Bart Meuleman was door zijn vader net opgehaald aan het station. Ze tuften met de gezegende snelheid van een kilometer of dertig per uur huiswaarts en ondertussen vertelde de man over het bloemenzaad dat hij gratis had gekregen en over de gezwollen benen van buurvrouw Bertha, tot hij opeens zei: “En dan nog iets, uw grootvader was mijn vader niet.” Meuleman had er al geruchten over opgevangen, maar zijn vader had het er zelf nog nooit over gehad, over zijn moeder Anna die in de jaren 1920 uit haar Kempische dorp was weggestuurd om in Brugge bij een winkeliersgezin te gaan dienen en daar zwanger was geraakt. Hij was die baby, vertelde vader,  die meteen na zijn geboorte bij zijn moeder was weggehaald om door een engeltjesmaakster te worden grootgebracht. Of eerder verwaarloosd, want de kleine Jos Meuleman kreeg amper eten en kwam onder het schurft te zitten.

Heaven

Vier jaar na De jongste zoon, de autobiografische roman waarin Bart Meuleman beschreef hoe hij het als zoon van een onderhoudsman bij drukkerij Brepols tot gevierd regisseur had geschopt, komt hij nu met een boek waarin die onderhoudsman zelf centraal staat. Een zachte man, zo blijkt, wiens liefde gepaard ging met heel veel begrip en verwondering. Het is een boek geworden dat je met zijn talloze historische details en pastorale ritme terugvoert naar een periode die lang aan onze gejaagde tijd voorafgaat. Je begint automatisch ook trager door te lezen, omdat je wil voelen hoe het leven toen was.

Hoe mijn vader werd verwekt is een klein, teder boekje dat, zoals Meuleman zelf zegt, focust op ‘de verwikkelingen die in een paar mensenlevens de knopen legden en de bochten bepaalden.’ De twee verhaallijnen, een waarin Anna naar Brugge reist om er te gaan werken en een tweede waarin Jos dezelfde beweging maakt op zoek naar zijn natuurlijke vader, ontmoeten elkaar in een pijnlijke afwijzingsscène. Hier is over nagedacht, merk je, net als over elk woord en iedere zinswending. En toch komt het allemaal heel authentiek en absoluut niet geconstrueerd over. Dat kunnen alleen de allergrootsten, besef je dan.

Ben je je vader beter gaan begrijpen door over hem te schrijven?

Meuleman: “Niet echt. Toen hij 73 was, kreeg ik als eerste zijn familieverhaal te horen. In zijn foto-album zaten wel foto’s van zijn biologische vader en van diens vader, net als de foto waarop hij staat met de engeltjesmaakster waarbij hij na zijn geboorte werd ondergebracht, en die nu de cover van het boek is, maar hij vertelde daar nooit over. Tot hij bejaard was dus, wat wellicht aantoont hoe gevoelig die materie voor hem was. Wie ik wel beter ben gaan begrijpen, is mijn grootmoeder. Als kind voelde ik dat er iets niet klopte. Mijn grootmoeder kwam bijvoorbeeld zelden bij ons op bezoek. Door over haar te schrijven besefte ik in wat voor omstandigheden zij mijn vader ter wereld heeft moeten brengen en hoe vreselijk haar tijd in Brugge is geweest. Dat doet iets met een mens natuurlijk.”

Vind je het niet jammer dat je vader het boek nooit gezien heeft?

Meuleman: “Natuurlijk, maar ik had het ook niet kunnen schrijven toen hij nog leefde. Wat het extra jammer maakt is dat hij zo enthousiast was toen ik besloot te gaan schrijven en regisseren. Mijn vader is maar tot zijn veertiende naar school geweest. Doorschrijven kon hij bijvoorbeeld niet. Hij gebruikte altijd blokletters. Tezelfdertijd had hij een mateloze bewondering voor mensen die met kunst, muziek of tekst bezig waren. Vandaar dat ik mijn boek zo heb geschreven dat hij het ook had kunnen lezen, dat hij in staat geweest zou zijn om de taal en de gedachtegang te begrijpen.”

Je boek gaat net zo goed over de Kempen als over jouw vader. Wat is dat toch met die streek dat ze schrijvers zo lijkt te inspireren?

Meuleman: “Zoals Koen Peeters onlangs zei: ‘You can take the boy out of de Kempen, but you can’t take de Kempen out of the boy’. Ik denk dat schrijvers uit de Kempen, maar dat zou net zo goed West-Vlaanderen kunnen zijn, zo gevoelig blijven voor hun afkomst omdat ze vaak ergens anders naartoe trekken. De herinnering aan de omgeving die wat trager vooruitgaat en ergens achter onze door stedelijke drukte en vlotheid gedomineerde wereld aanhobbelt, verdwijnt echter nooit. Ik woon inmiddels al 30 jaar in Antwerpen, maar ik voel me daar nog steeds niet thuis. Het is mijn stad niet. Daarmee wil ik niet zeggen dat mijn thuis ergens anders is, die is gewoon verdwenen

Eerder verschenen in Knack

Boeken van deze Auteur:

Hoe mijn vader werd verwekt

De jongste zoon