"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hoera!

Dinsdag, 28 februari, 2023

Geschreven door: Jos Joosten
Artikel door: Piet Windhorst

Saskia Noort, Ilja Gort en anderen genadeloos neergesabeld

[Recensie] Wat is er toch aan de hand met het vak Nederlands? Veel jongeren hebben een afkeer van het lezen. Een belangrijke vraag is: wat behoort tot de literatuur? De belangrijkste vraag is of de universitaire opleiding Nederlandse taal en cultuur wel een volwaardige universitaire studie is. Volgens Jos Joosten is het een kwestie van onjuiste beeldvorming. Zelf vindt hij het professioneel bezig zijn met Nederlands het mooiste wat bestaat. Hij verdedigt daarom allereerst de studie Nederlands. In het hoofdstuk ‘Mijn kleine Canon’ bespreekt hij een aantal boeken die volgens hem onderschat, overschat of niet geschat zijn. Ook het Nederlands als schoolvak komt aan de orde.

Jos Joosten (Rotterdam, 1964) is hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit. Hij schrijft artikelen en boeken over de eigentijdse Nederlandstalige literatuur. Eerder verschenen onder andere Misbaar en Staande receptie. In 2018 publiceerde hij De verdeelde mens, een biografie van de Brusselse avant-gardist Jan Walravens.

Kritiek
Bij het Nederlands als schoolvak is er veel kritiek op het centrale-eindexamen. Het gaat dan met name over het verplichte onderdeel tekstverklaring. Daarom wordt er in de lessen veel aandacht aan besteed, wat de leerlingen vaak saai vinden. Het gaat ten koste van leuke lessen letterkunde.

Dan is er nog de boekenlijst en het gedrag van vele leerlingen die niet echt lezen maar gebruik maken van gemakkelijk via internet verkrijgbare uittreksels. Volgens Joosten ligt het aan de beeldvorming en niet aan de vele enthousiaste, betrokken docenten. Ook het standpunt dat leesplezier niet meer bestaat klopt niet. Een onderzoek van Jeroen Dera wijst uit dat het leesgedrag van havo- en vwo-scholieren veel genuanceerder ligt.

Foodlog

Keihard oordeel
Vele boeken die verschijnen woorden niet besproken in de boekenbijlagen. Dat zijn er nogal wat. Joosten bespreekt ook boeken waaraan ten onrechte aandacht werd besteed. Thierry Baudet schreef de roman Voorwaardelijke liefde. Joosten geeft een keihard oordeel. De hoofdpersoon Gregor is bedoeld om het politieke ideaal van Baudet te demonstreren. Maar Gregor is een nogal sneue eikel, die nooit over de echtscheiding van zijn ouders en het vertrek van zijn vader heen kwam, hij zit seksueel in de knoop, theoretiseert zijn evidente contactgestoordheid en zijn totale onmacht tot normale omgang met vrouwen weg met allerlei hoogdravende halfwassen theorietjes en pseudowetenschap. Als Thierry Baudet niet zo bekend was geweest als politicus dan zou geen uitgever op het idee zijn gekomen zijn boeken uit te geven.

Heel kritisch is Joosten ook over de thriller Huidpijn van Saskia Noort. Terwijl Trouw het heeft over “een aardige, luchtige zomerthriller”, noemt Joosten het “een ongehoord stupide, waardeloos kutboek”. Het boek ontbeert de cruciale eigenschappen van een thriller. Huidpijn is ongeveer zo spannend als een historische stadswandeling door Lelystad.

Geval-Gort
Nog negatiever is hij over de roman Vrije vogels van Ilja Gort. Hij duidt deze aan met de woorden Het malle geval-Gort. Zijn oordeel is hard: De roman is een opeenstapeling van onwaarschijnlijkheden, lomp effectbejag, een grieperig vertelperspectief, vlak taalgebruik en nogal wat mislukte pogingen tot humor.

De biografie. Ook bij dit genre plaatst Joosten enkele kritische opmerkingen. De meeste biografieën zijn niet wetenschappelijk genoeg. Ze bevatten vaak niet relevante persoonlijke informatie. Enkele voorbeelden: Gerrit Achterberg was een dwangmatige onanist; Simon Vestdijk at na het overlijden van zijn vrouw allen nog maar blikvoer. De biografie over Adriaan Roland Holst bevat een lange kroniek van avontuurtjes met vrouwen en informatie over intieme ongemakken als puisten aan des dichters kont. Het gaat alleen over het innerlijk leven van de auteur en zijn werk wordt nauwelijks besproken. Het is niets anders dan de interesse van de voyeur, van de buurvrouw over het tuinhek, van RTL Boulevard. Wetenschappelijke distantie, systematiek en een gevoel voor relevantie ontbreken meestal.

L.H. Wiener
Een van de ontwikkelingen van de laatste tijd is dat boeken het liefst autobiografisch moeten zijn. Het verhaal moet echt gebeurd zijn. Joosten betreurt dit. Hij prefereert teksten waarvan we mogen aannemen dat ze zo niet gebeurd zijn. Volgens hem is de lol van de literatuur dat de lezer aan het denken wordt gezet: wat is echt en wat is niet echt. Een schrijver als L.H. Wiener schrijft wel autobiografisch, maar deze vakkundige, getalenteerde literair schrijver schept zijn eigen zorgvuldig gecomponeerde en gestileerde werkelijkheid. De schrijver die louter boeken afscheidt als buurman of buurvrouw, geleund over de schutting, al ouwehoerende over zijn of haar moeilijke leven, maakt een soort van literatuur waar niemand vrolijk van wordt. Aldus Jos Joosten in zijn slotoordeel.

Een mooi pleidooi voor het vak Nederlands.

Eerder verschenen op Leeskost