"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hollanders van de Gouden Eeuw

Donderdag, 10 mei, 2018

Geschreven door: Maarten Hell
Artikel door: Vera Weterings

Amsterdamse schutterstukken

[Recensie] De stad Amsterdam bezit in totaal zo’n 140 schuttersstukken, regentenstukken en gildestukken. Deze groepsportretten zijn sinds 1885 verdeeld over het Rijksmuseum en het Amsterdam(s Historisch) Museum. In de musea is helaas geen plaats om alle kunstwerken te tonen, daarom is slechts een selectie onderdeel van de vaste opstelling, zoals drie meesterwerken van Rembrandt: De Nachtwacht en De Staalmeesters in het Rijksmuseum en De anatomische les van Dr. Deijman in het Amsterdam Museum.

Dat slechts een selectie van deze bijzondere groepsportretten wordt getoond heeft te maken met ruimtegebrek in de musea. Dit gemis werd enkele jaren geleden pijnlijk duidelijk toen een selectie van de groepsportretten prachtig tot zijn recht kwam op tournee door prominente musea in Europa, waaronder het Kunsthistorisches Museum in Wenen, de Alte Pinakothek in München, de Hermitage in St.-Petersburg en het Poesjkin Museum in Moskou. In deze musea konden de portretten worden opgesteld in omvangrijke zalen waar de stukken in volle glorie bewonderd konden worden. Nederland kon niet meer achterblijven. Het Rijksmuseum en Amsterdam Museum vonden een geschikte expositieruimte in de Herenvleugel van de Hermitage. Het resultaat was in 2015 de tentoonstelling en het gelijknamige boek Hollanders van de Gouden Eeuw.

In zowel de tentoonstelling als het boek vertellen groepsportretten samen met andere portretten en objecten het verhaal van het voor Nederland zo typerende collectieve burgerschap. Waarom liet men zich op deze manier vereeuwigen door de beste schilders van de stad? Welke rol speelden de mensen op de groepsportretten in de toenmalige gemeenschap en wat waren hun onderlinge verhoudingen? Hoe hebben zij bijgedragen aan het succes van de Gouden Eeuw? Dat zijn vragen die in de tentoonstelling en het boek beantwoord worden. Historicus Maarten Hell, publiekshistoricus Emma Los en Norbert Middelkoop, conservator schilderijen, tekeningen en prenten van het Amsterdam Museum, schreven samen aan het boek en geven in dit handzame werk een veelzijdig overzicht van de bijzondere groepsportretten, van beroemde zeventiende-eeuwse schilders als Rembrandt, Frans Hals, Van der Helst, Pickenoy en Govert Flinck.

Gigantische groepsportretten zoals schuttersstukken, regentenstukken en gildestukken zijn terug te vinden in de Nederlandse kunstgeschiedenis. De schilderijen zijn gigantisch van formaat, enkele zijn wel vier bij vier meter. Dit genre was populair bij de Nederlandse burgerij in de zeventiende eeuw. Terwijl in de rest van Europa de macht in handen lag van vorsten en kerkelijke bestuurders, werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden geregeerd door de burgerij. Deze burgerij pronkte graag met hun groepsportretten om hun macht tentoon te stellen op de wanden van de doelengebouwen, waar leden van de schutterijen bijeenkwamen. Zij bestuurden immers stad en land, dreven handel, verdedigden de stad, stimuleerden wetenschappelijke ontwikkelingen en maakten de Republiek een van de machtigste en welvarendste naties van Europa. Op regentenstukken zijn regenten en regentessen afgebeeld die over het algemeen afgebeeld zijn aan de vergadertafel terwijl zij bezig zijn met hun bestuurstaken. Ook kapitaalkrachtige ambachtsgilden konden zich permitteren om groepsportretten te laten maken, de zogenoemde gildestukken.

Foodlog

Ook maken de tentoonstelling en het boek duidelijk hoe de zeventiende-eeuwse mentaliteit leidde tot omgangsvormen en normen die in onze hedendaagse samenleving nog steeds kunnen worden herkend. Door de eeuwen heen zijn het niet een monarch of geestelijk leider die de lakens uitdelen, maar de burgers zelf. Hoewel Nederland in de negentiende eeuw een monarchie werd, veranderde dit niet. Dit Hollandse liberalisme komt uitgebreider aan bod in het boek Amsterdam. Geschiedenis van de meest vrijzinnige stad ter wereld, van de Amerikaanse historicus Russell Shorto. Er wordt echter niet alleen aandacht geschonken aan het brede verhaal van het Hollandse collectieve burgerschap, ook spitsen de auteurs in het boek toe op de afzonderlijke achtergronden van de schilderijen. Zo maakt de lezer kennis met de burgers op de groepsportretten door de verhelderende achtergrondinformatie bij de prachtige illustraties. Een voorbeeld is het verhaal van het eerste groepsportret in een serie opdrachten van het Leprozenhuis. De Dordtse schilder Ferdinand Bol beeldt op het schilderij een vergadering van de regenten van het Leprozenhuis af. Op het schilderij zijn de heren aan een tafel te zien, waarbij de vergadering wordt onderbroken door de introductie van een ziek jongetje. Het kind leidt waarschijnlijk aan de huidziekte Favus, ook bekend als Kletskop. Door dit kind een plaats te geven in het groepsportret worden de regenten gepresenteerd als barmhartige bestuurders van het Leprozenhuis. Een opvallend verschijnsel dat in het boek ook wordt aangehaald is de verschuiving van groepsportretten met daarop personen afgebeeld, naar groepsportretten met alleen familiewapens. Als de regentenkamers vol komen te hangen met groepsportretten wordt als alternatief gebruik gemaakt van wapenborden, die goedkoper zijn en minder wandruimte in nemen. Daarbij werden wapenborden op de groei gemaakt, zodat familiewapens van nieuw aantredende regenten en regentessen nog eenvoudig konden worden aangebracht.

Al met al biedt Hollanders van de Gouden Eeuw een prachtig geïllustreerd werk met duidelijke achtergrondinformatie over de groepsportretten van schutters, regenten en gildes. De lezer kan genieten van de geschiedenissen achter de specifieke werken en zal daarnaast in het boek continu aan de hand worden genomen zodat de lezer de brede lijn van het collectieve Hollandse burgerschap niet uit het oog verliest. Voor al wie geïnteresseerd is in de Gouden Eeuw of het fascinerende genre van de Nederlandse groepsportretten is dit boek een absolute aanrader. Door de aangename schrijfwijze leest het boek als een trein.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus