"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Honolulu King

Donderdag, 3 december, 2015

Geschreven door: Anne-Ginne Goemans
Artikel door: Niqué van den Tillaart

De roman met een soundtrack

Wanneer de tachtigjarige Hardy tijdens zijn bouwstuk  – een toespraak voor de broeders waaruit de levenshouding van de spreker blijkt – negen moorden opbiecht aan zijn vrijmetselarij-loge is iedereen verbijsterd. Hoe ver strekt hun geheimhoudingsplicht? Anne-Gine Goemans zoekt met een feilloos gevoel voor stijl en compositie in haar derde roman Honolulu King de grenzen op van trauma, herinnering en vertrouwensrelaties.

Als je door de glazen vitrines vol uitgestalde pasteitjes en spekkoek kijkt, vang je wellicht een glimp op van drie oude mannen, zoekend tussen kratten vol cassettebandjes. De Indische toko van de tachtigjarige Hardy Hardy (ja echt, een grapje van zijn vader) doet ook dienst als het Instituut voor Orale Indische geschiedenis. Al sinds jaar en dag interviewt de tokohouder zijn klanten. Uren aan herinneringen aan de Japanse bezetting van Indonesië en de interneringskampen vullen zijn cassettebandjes. Samen met zijn twee goede vrienden Cok Bakker en George Akkerman tracet hij verhaalflarden tot de juiste getuigenissen terug:

‘Hoe heet de man die de gevangeniskat opat? Dat is de vraag en het maakt niet uit wie van de drie vrienden de vraag stelt of hoe ze op het onderwerp komen. Het draait om de achternaam en niets anders doet ertoe op deze lenteochtend in toko Hardy.’

Naast de tijd die Hardy in de toko doorbrengt is hij ook veel te vinden in het verzorgingstehuis waar zijn vrouw Christina is opgenomen. Ze leerde elkaar kennen toen ze als hoelameisje voor zijn Hawaïaanse band Honolulu Kings danste, maar nu herkent ze hem nog nauwelijks:

Foodlog

‘De tas met was van Christina staat naast hem op de badkamervloer. Haar lichtblauwe vest houdt hij tegen zijn neus gedrukt en hij ruikt de geur van haar lichaam. In haar gedragen kleding lukt het Hardy om zijn vrouw terug te vinden.’

De roman is doorspekt met dit soort subtiele woordkeuzes, waaruit Goemans’ gevoel voor stijl blijkt. Haar metaforen zijn een spiegel van haar eveneens zo op het oog doodkalme hoofdpersonage. De tekst overschreeuwt nergens, hij is subtiel maar toch aanwezig, het evenbeeld van Hardy achter zijn toonbank. Dit maakt dat de roman zowel op plot- als stijlniveau bij zichzelf terugkeert, als een cirkel.

Heden en verleden

Sinds het vertrek van Christina voelt Hardy zich wat eenzaam. Om die reden sluit hij zich aan bij de Haarlemse loge van de vrijmetselarij. Wil hij tot een hogere graad benoemd worden, zal hij een bouwstuk over zijn achtergrond moeten houden, zodat zijn medebroeders hem beter leren kennen. Dat zal een nogal schokkend betoog worden.

Zeventig jaar geleden werd Hardy’s familie op gruwelijke wijze uitgemoord door Indonesische vrijheidsstrijders. Nu blijkt dat hij toentertijd bloedwraak genomen heeft. Goemans geeft een gedetailleerde inkijk in de hoofden van de broeders van de vrijmetselarij – waar Hardy niet meer welkom is totdat er een beslissing is genomen wat betreft zijn bouwstuk. Er heerst een geheimhoudingsplicht, maar reikt die zo ver als het geheimhouden van meervoudige moord? En zijn de acties van deze Indonesiër niet te begrijpen? Voor de lezer verschaft de auteur een gebalanceerde afwisseling tussen sympathie en rationaliteit, zowel op plotniveau als metaforisch. Terwijl de discussies van de normaal zo kalme broeders heftiger worden, verandert Hardy’s innerlijke gevoelsleven ook honderdtachtig graden. Goemans zet daarmee een heel sterke verhaallijn neer, waarbij ze naast de rode draad ook een aantal andere kleine levensschetsen van bijpersonages opneemt, welke ik absoluut niet had willen missen. Als laagjes spekkoek complementeren ze het geheel, ze benadrukken de verbondenheid van menselijke relaties, familie of niet.

Dan opent er tegenover Hardy’s toko een Japans sushirestaurant. Het rijt zijn oude trauma’s alleen maar meer open. Op zijn eigen, soms vertederende, manier voert hij strijd tegen de ‘bezetter’. Ondanks dat het hem niet bepaald mee lijkt te zitten zit hij juist goed in zijn vel. Dankzij zijn onthulling is hij niet langer een oude Indo die niet gezien wordt. Zijn medemens kan niet langer om hem heen en dat sterkt hem. Hij put hier zo veel energie uit dat hij zijn oude succesvolle hawaïband met George en Cok nieuw leven in wil blazen.

Immers, muziek heelt alles. Muziek vertelt, troost. En wat doet dat beter dan het geluid van een steelguitar, waar je vroeger op de veranda al naar luisterde toen je vader hem bespeelde voordat hij het leger in moest als landsoldaat? Muziek is wat deze roman omlijst, doordrenkt, hetgene dat Hardy’s trauma dragelijk en voelbaar maakt tegelijk. Elke zin zingt, wil zijn boodschap de wereld in gezonden hebben nu hij zo lang verborgen is geweest. En hij besluit met een werkelijk fenomenale solo, maar dat is aan u, lezer.

Capitulatie

De roman Honolulu King ademt een verhaal van de kracht van menselijke relaties, zowel positief als negatief, begeleid door snaren van de steelguitar en zacht deinende bloemenkransen rond de borsten van hoelameisjes. Goemans heeft een uitstekend oog voor compositie, plot en schrijft in een sterk beeldende stijl – je hebt het idee dat je morgen in Haarlem zo langs toko Hardy kunt lopen om wat pisang goreng te halen. Dat je achter in de winkel stemmen hoort die roepen: ‘Volgens mij heette die man Van der Veen. Toch, Cok? We kunnen hem wel even voor u tracen, hoor. Dan hoort u het van de man zelf. Hij is inmiddels dood, maar zijn stem leeft nog.’


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: