"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hoogbegaafde volwassenen

Dinsdag, 18 juli, 2017

Geschreven door: Noks Nauta
Artikel door: Onbekend

Wat is er met mij aan de hand?

[Herpublicatie] “Hoogbegaafdheid is geen garantie op succes en veel hoogbegaafde volwassenen voelen zich vaak al hun hele leven ‘anders’. Je vermoedt wel dat je bijzondere gaven hebt, maar toch kun je worstelen met jezelf en met je omgeving. Je ervaart onbegrip op je werk, raakt regelmatig in conflict of hebt moeite met relaties.”

In het boek Hoogbegaafde volwassenen. Zet je gaven intelligent en positief in wordt ingegaan op diverse aspecten van hoogbegaafdheid. Het is een zelfhulpboek met zowel analyses als tips.

Over de auteurs. De zes auteurs hebben allen hun sporen verdiend met publicaties rond hoogbegaafdheid. Het boek staat onder redactie van Noks Nauta, arts en A&O-psycholoog, en Rianne van de Ven, onder andere sinds 2013 voorzitter van het IHBV (Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen).

De leesclub van Alles publiceert een ingekorte versie van het 1ste hoofdstuk.

Boekenkrant


Over vragen die hoogbegaafden zichzelf het meest stellen 

‘Who in the world am I? Ah, that’s the great puzzle.’ Lewis Carroll, Alice in Wonderland
‘De sleutel tot de wijsheid is voortdurend vragen stellen, want de twijfel leidt tot vragen en vragen leiden ons tot de waarheid.’ Pierre Abélard
’Je moet soms lang op de drempel van de vragen staan eer je je voet durft zetten op de trede van de antwoorden.’ Rainer Maria Rilke

Afgaand op onze ervaring en uit recent onderzoek is de vraag ‘Wat is er met mij aan de hand?’ de meest voorkomende vraag die hoogbegaafden zichzelf stellen. Ook uit andere landen horen we dit. Blijkbaar is het een universele vraag van zoekende hoogbegaafden. Ook aanverwante vragen zoals ‘Wat is er mis met mij?’ of ‘Waarom voel ik me zo anders’ worden vaak gesteld.

Zeker in de periode waarin mensen nog niet of niet zeker weten dat ze hoogbegaafd zijn, stellen ze zichzelf deze vragen. Maar ook mensen die ooit al eens zijn getest en eigenlijk al langer weten dat ze hoogbegaafd zijn, stellen zichzelf deze vragen. Alleen de mededeling ‘Je hebt een heel hoog IQ’ leidt niet vanzelf tot begrijpen wat hoogbegaafdheid is.

We beginnen dit boek daarom met het verkennen van zeven vragen die hoogbegaafden hebben (of ze dit nu al langer weten of vermoeden dan wel pas kort op zoek zijn):

  • Waarom voel ik me zo anders?
  • Waarom hebben anderen kritiek op mij?
  • Waarom ben ik zo eenzaam?
  • Waarom worden mijn ideeën niet begrepen?
  • Waarom heb ik geen opleiding afgemaakt, terwijl ik dat wel zou kunnen?
  • Waarom heb ik zo vaak conflicten?
  • Waarom heb ik nergens zin in?
  1. Waarom voel ik me zo anders?

De vraag ‘Waarom voel ik me zo anders?’ komt al jong op, bijvoorbeeld wanneer hoogbegaafden op school ervaren dat ze anders reageren dan andere kinderen. Ze voelen zich ook anders, vertellen ze. Maar wat dat anders dan is, dat weten ze vaak niet precies uit te leggen. ‘Je past er niet tussen’ zegt Peter Riezebos in een radio-interview naar aanleiding van zijn boek.

De vraag kan ook in latere leeftijdsfasen opkomen, bijvoorbeeld wanneer je merkt vaak buiten de groep te vallen, of steeds het gevoel hebt verkeerd te reageren of niet met anderen kunt meepraten omdat je niet weet waar ze het over hebben. De vraag: ‘waarom voel ik mij zo anders’ verdwijnt overigens wanneer je meer weet over je eigen hoogbegaafdheid. Het gevoel anders te zijn, een niet nader aan te duiden gevoel, verdwijnt niet echt, maar je kunt het beter plaatsen door toegenomen zelfkennis, betere copingstrategieën (manieren waarop je met een situatie omgaat) en een positievere duiding van het anders zijn. Een variant van het ‘anders’ voelen is het zich ‘raar’ voelen, zoals duidelijk wordt in het kader.

Beetje raar
‘Ik heb me altijd een beetje raar gevoeld’, zo vertel ik vaak aan psychologen en andere professionals over mijn hoogbegaafd zijn. Niet gek, of verkeerd of slecht, maar een beetje raar. Ik wist dat ik anders was dan veel mensen in mijn omgeving, maar wat dat rare was, wist ik niet.

Toen ik 52 was, ik al een arbeidsconflict achter de rug had en er een tweede dreigde aan te komen, kwam ik toevallig de term ‘hoogbegaafd’ weer eens tegen. Al eerder in mijn leven kwam die langs, bijvoorbeeld via testjes in het blad Het Beste, via een vriendin die Mensalid was en mij daar ook graag bij wilde hebben. En anderen die beweerden dat ik toch wel ‘erg slim’ was. Zelf zag ik dat niet. Ik was mijn eigen norm en ik was ‘gemiddeld’, zo meende ik. Hoogbegaafden, dat waren mensen als Einstein en zo. Met name mannen die hele ingewikkelde dingen bedachten. Mensen die hele bijzondere uitvindingen deden en moeilijke formules konden bedenken. Ik had inmiddels wel twee studies afgerond, maar dat kon toch iedereen? Gewoon een kwestie van ervoor werken. Bron: Noks Nauta, lezing tijdens presentatie van het boek Ongekend hoogbegaafd van Jacqueline Lucas, 2 september 2011.

De vraag ‘Waarom voel ik me zo anders?’ is te zien als een nadere specificatie van de vraag: ‘Wat is er met mij aan de hand?‘ Mary-Elaine Jacobsen vermeldt deze vaak van hoogbegaafde volwassenen gehoorde vraag ook prominent in haar boek The Gifted Adult. Jacqueline Lucas noemt in haar boek Ongekend Hoogbegaafd het ‘vreemd zijn’ of ‘vreemd voelen’ als eerste en meest in het oog springende thema dat ze op basis van dertien portretten van hoogbegaafden aan de orde stelt. Ze betoogt dat dit vooral geldt voor de hoogbegaafde die zich van de eigen hoogbegaafdheid niet bewust is. Het ‘vreemde’ uitte zich bijvoorbeeld in door haar geportretteerden als volgt: iemand kon al jong lezen, iemand doorzag wat er onder volwassenen speelde en iemand paste niet in een werksituatie.

Het gevoel van ‘anders zijn’ kan ook overgaan in of samengaan met meer specifieke vragen, die in de volgende paragrafen worden besproken. Het zich ‘anders voelen’ valt een aantal hoogbegaafden wel zwaar, het gaat bij hen vaak samen met de vraag ‘Wat is er mis met mij?’ Daardoor raken ze in de war en weten niet wat ze ermee moeten. Het zich ‘anders voelen’ gaat dan bijvoorbeeld over in: ‘Wat doe ik fout?’ en het zich terugtrekken uit de situatie, aldus Jacqueline Lucas (2011). Want als jij anders bent, dan is er dus een norm voor ‘gewoon’ waar je aan zou moeten voldoen. En dat doe je niet. Het kan leiden tot minderwaardigheidsgevoelens, gevoelens van eenzaamheid en nog sterker: het gevoel ‘Ik deug niet’.

Soms vallen deze mensen op het werk uit of krijgen klachten waarmee ze naar een arts of psycholoog gaan. Als die professionals niet weten wat hoogbegaafdheid is en als de betrokkene het zelf ook niet herkent, komen ze vaak niet verder.

2. Waarom hebben anderen kritiek op mij?

Anderen hebben nogal eens kritiek op je als hoogbegaafde. Volgens de Amerikaanse Mary-Elaine Jacobsen zijn dit de meest voorkomende kritiekpunten die hoogbegaafden van anderen te horen krijgen.

  • Wie denk je wel dat je bent?
  • Waar haal je die wilde ideeën vandaan?
  • Je bent zo bevlogen.
  • Ben je dan nooit tevreden?
  • Je bent zo veeleisend.
  • Je doet alles op de moeilijkste manier.
  • Je bent zo gevoelig en zo dramatisch!
  • Kun je je niet op één ding focussen?
  • Jij maakt je overal zorgen over.
  • Waarom doe je het niet wat langzamer?

Wanneer we deze kritiekpunten in Nederland aan hoogbegaafden en aan mensen om hen heen voorlezen, horen we veel herkenning. Ook horen we de volgende varianten nogal eens:

  • Jij bent ook zo veeleisend!
  • Jij kunt niet de hele wereld redden!
  • Jij legt ook op alle slakken zout!
  • Voor jou is het ook nooit goed genoeg!
  • Je bent hooghartig!
  • Je bent zo betweterig!

Het valt niet mee om steeds kritiek van anderen op jouw gedrag te krijgen. En zeker niet op punten die voor jou juist belangrijk zijn. Hoe goed bedoeld van de ander, het is heel begrijpelijk dat dit kan leiden tot negatieve gevoelens over jezelf. Als je niet weet dat je hoogbegaafd bent, kun je die kritiek vaak ook niet plaatsen. Als je je bewust bent van je hoogbegaafdheid, kun je waarschijnlijk de kritiek en jouw eigen gedrag beter begrijpen. En zo kun je proberen de opmerkingen van anderen over jou te gebruiken voor een constructief gesprek. Daar kun je altijd iets van leren.

3. Waarom ben ik zo eenzaam?

Een andere vraag gaat over eenzaamheid. Gerrit bijvoorbeeld voelde zich eenzaam, totdat hij zich ging verdiepen in zijn hoogbegaafdheid en actie ondernam.

Het gaat best goed, maar waarom voel ik me zo eenzaam?
De 48-jarige Gerrit had zijn academische opleiding succesvol afgerond en heeft al jaren een baan passend bij zijn opleiding en ervaring. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Wanneer de oudste op school problemen krijgt en wordt getest, blijkt zij hoogbegaafd. Gerrit gaat op internet zoeken en komt er via de beschrijvingen over hoogbegaafdheid achter dat hij zelf ook wel eens hoogbegaafd zou kunnen zijn. Wanneer hij zich dat realiseert en zich er nader in verdiept, komt hij tot de conclusie dat hij zich toch wel heel eenzaam voelt, terwijl het objectief gezien heel goed gaat: Hij heeft een studie afgerond, hij heeft een goede baan en een mooi gezin. Desondanks mist hij mensen met wie hij kan praten op zijn denkniveau.

Gelukkig gaat Gerrit na het ontdekken van zijn eigen hoogbegaafdheid actief op zoek. Hij vindt dan een groep mensen die met elkaar over filosofie praten. Hij meldt een jaar later: ‘Het gaat heel goed. Ik heb contacten die bij me passen. En ik hoef me de rest van mijn leven nooit meer te vervelen!’ Bron: Persoonlijk verhaal verteld aan Noks Nauta. Gerrit is een pseudoniem, 

De vraag: ‘Waarom ben ik zo eenzaam?’ is vooral een vraag van hoogbegaafden die nog onwetend zijn over hun eigen hoogbegaafdheid. Deze vraag hangt vaak samen met de vraag naar wat er toch aan de hand is, of wat er mis is. Volgens James Webb (2013) is dit een existentiële vraag die te maken heeft met de vragen naar zingeving die hoogbegaafden zichzelf al vroeg in het leven stellen. Omdat het om vragen gaat die mensen niet verwachten van kinderen op jonge leeftijd, durven deze kinderen er vaak niet mee voor de dag te komen. Ze voelen blijkbaar aan dat dit ‘raar’ is en houden daarom bij voorbaat hun mond. Als ze wel vragen stellen naar de zin van het leven, is de reactie van de volwassenen vaak zodanig dat ze de volgende keer wel uitkijken met het stellen van dat soort vragen, terwijl ze daarmee nu juist zo bezig zijn. Zo ontstaat het gevoel van eenzaamheid bij een aantal hoogbegaafden al op jonge leeftijd. Maar wat is dit voor eenzaamheid?

Existentiële eenzaamheid en depressie 
Gevoelens van eenzaamheid kunnen bij hoogbegaafden zeer sterk zijn, zo weten we uit gesprekken en casusbeschrijvingen. Het gaat dan vaak niet zozeer om het missen van sociale contacten, maar om vragen over je existentie: waarom ben ik op deze wereld, wat is mijn bestemming, hoe geef ik zin aan mijn leven? Als je daar veel mee bezig bent en je daar eenzaam bij voelt, dan praten we over existentiële eenzaamheid. Op zich hoeft dat niet negatief te zijn. Die vragen geven juist verdieping aan je denken, zo betoogt filosoof Eric Schoenmakers in een blog (Schoenmakers).

Bij sommige hoogbegaafden kunnen deze existentiële vragen in combinatie met andere factoren, zoals persoonlijkheidsfactoren, ineffectieve coping (= hoe je met een situatie omgaat), tot verschijnselen van depressie leiden. Deze vorm van een depressie wordt dan gekleurd door existentiële vragen. Volgens de zogenaamde DSM[1], bestaat er overigens geen existentiële depressie, al schrijven veel hoogbegaafden hier wel over en benoemt Webb het wel zo.

Het stellen van de diagnose ‘depressie’ is niet zo eenvoudig en kan alleen op betrouwbare wijze worden verricht door een deskundige op dit terrein. Lang niet alle periodes van somberheid zijn overigens als depressie te duiden. Al willen we niet alle gevoelens van somberheid meteen als ‘depressie’ duiden, we erkennen wel dat sommige hoogbegaafden veel last kunnen hebben van gevoelens van eenzaamheid en somberheid. Die gevoelens kun je als zodanig benoemen en eventueel relateren aan existentiële vragen. Daar kun je dan over praten en komen tot een positieve benadering, zoals Schoenmaker bepleit.

Een stroming in de psychotherapie die hier aan gerelateerd is, is de existentiële psychotherapie. Yalom definieert die als volgt: ‘Existential psychotherapy is a dynamic approach to therapy, which focuses on concerns that are rooted in the individual’s existence.’ Het zou kunnen zijn dat juist voor hoogbegaafden met hun grote behoefte aan zingeving, psychotherapie vanuit deze stroming heel passend is. Nader onderzoek hiernaar is gewenst. Sommige hoogbegaafden met eenzaamheidsgevoelens en met sombere gevoelens hebben, net als de mensen met een vastgestelde depressie, naar onze mening soms ook professionele hulp nodig. Bij voorkeur van iemand die bekend is met de noden en behoeften van hoogbegaafden.

  1. Waarom worden mijn ideeën niet begrepen?

Een vierde vraag gaat over onbegrip over de eigen ideeën die hoogbegaafden hebben. Sjoerd Klabbers onderzocht innovatief werkgedrag van hoogbegaafden. Het ‘anders zijn’ komt in zijn onderzoek onder andere als volgt naar voren: ‘Managers en collega’s begrijpen vaak niet het belang van de voorgestelde ideeën en hoogbegaafden voelen zich niet begrepen. Een oorzaak is waarschijnlijk dat de ideeën te complex zijn en niet-hoogbegaafden simpelweg cognitief niet in staat zijn de ideeën te begrijpen. Een andere verklaring is de holistische kijk op de wereld en langetermijnvisie van hoogbegaafden, die kan verschillen van snelle winst- en resultaatgerichte visies van anderen. Bovendien zijn er hoogbegaafden die politieke communicatievaardigheden missen die vaak essentieel zijn bij het overtuigen van managers en collega’s.’

  1. Waarom heb ik geen opleiding afgemaakt, terwijl ik dat wel zou kunnen?

Een volgende vraag die we nogal eens horen heeft betrekking op de opleidingscarrière: Waarom heb ik geen opleiding afgemaakt, terwijl ik dat wel zou kunnen? Vragen over opleiding en opleidingsniveau worden vaak gesteld door hoogbegaafden die onder hun niveau presteren. Omdat ze van zichzelf weten dat ze hoogbegaafd zijn én onderpresteren, hebben ze daar last van, ze schamen zich ervoor. Een opleiding onder je niveau vind je vaak frustrerend: je voelt je dom en je begrijpt niet altijd waarom je onder je niveau presteert. Daarnaast biedt een hogere opleiding vaak meer mogelijkheden voor een uitdagende baan met meer zelfstandigheid.

Er zijn inderdaad hoogbegaafden die een hogere opleiding niet hebben afgemaakt. Enkelen stranden al in het voortgezet onderwijs, anderen erna. We kennen ook veel casussen waar de hoogbegaafde, onderpresterende leerling steeds verder afzakt naar een steeds lager onderwijsniveau. Vaak tot hun eigen verdriet, zeker op latere leeftijd wanneer ze terugkijken op hun onderwijscarrière.

  1. Waarom heb ik zo vaak conflicten?

Van helaas nogal wat hoogbegaafden horen we dat ze conflicten hebben of hadden. Deze ontstaan vaak op basis van observaties door de hoogbegaafde. Die observaties leiden tot de conclusie dat er sprake is van grote onjuistheden of onrechtvaardige situaties. We zien dat hoogbegaafde kinderen al vanaf ongeveer de tweede helft van de basisschool (of soms nog eerder) dit aan de orde gaan stellen. Ze gaan naar hun leerkracht om hierover te praten, maar deze is hier niet altijd van gediend. Kinderen hebben vaak niet geleerd hoe ze kunnen praten over bijvoorbeeld onrechtvaardige situaties, over iets dat ze dwars zit, ze zijn namelijk sterk gericht op de inhoud en minder op de relatie. Peter Riezebos schrijft in zijn boek Van MAVO tot HARVARD dat hij vanaf zijn negende jaar in een machtsstrijd met zijn leerkrachten terecht kwam. Hij stelde regels ter discussie en gaf weerwoord. Later schrijft hij over zijn sterke gevoel voor rechtvaardigheid, waardoor hij ook later in zijn leven in conflicten terecht kwam.

  1. Waarom heb ik nergens zin in?

De vraag ‘Waarom heb ik nergens zin in?’ is gerelateerd aan lusteloosheid en verveling. Het begrip verveling is de laatste jaren al wat meer onderzocht. Hoogbegaafden herkennen het vaak.

Tijdens een HB-Café vertelt Jolanda, een 41-jarige IT-specialist, dat ze werkt in een team voor een groot bedrijf. Na twee jaar merkt ze dat ze niet genoeg te doen heeft. Ze vraagt aan haar leidinggevende om meer werk, maar die zegt dat het niet kan omdat ze in een keten werkt en als zij meer doet, loopt het niet goed in de keten. Jolanda deed al vrijwillig een aantal extra taken en ze gaat nu onder werktijd ook taken doen voor een vrijwilligersorganisatie. Het bevredigt haar echter niet. Ze krijgt klachten, zowel fysiek als mentaal. Ook herinneringen uit haar kindertijd gaan haar nu parten spelen. Jolanda vertelt typisch het verhaal van verveling op het werk die kan leiden tot een ernstige vorm van apathie.

  1. Van vragen naar ontdekken

Er leven veel meer vragen bij hoogbegaafden die niet van zichzelf weten dat ze hoogbegaafd zijn. De zeven vragen komen veel voor en daarom hebben we ze gekozen voor dit eerste hoofdstuk van het boek.

Wanneer je deze vragen over wie je bent en waarom je je zo voelt bij jezelf herkent en wanneer de toelichting hierboven je persoonlijk heeft aangesproken, dan is dit wellicht het begin van je ontdekkingstocht naar je eventuele hoogbegaafdheid. Op basis van verhalen van bezoekers aan onze HB-Cafés[2] concluderen we dat veel van hen pas ontdekten dat ze hoogbegaafd zijn wanneer ze erdoor in de problemen zijn gekomen. Op zich is dat begrijpelijk. Een probleem is vaak ook een prikkel om te gaan zoeken en een reden om er zelf iets mee te gaan doen. Er zijn aanwijzingen dat het ontdekken dat je hoogbegaafd bent van belang is voor de ontwikkeling van je identiteit, je zelfbeeld en je psychologisch welzijn.

De verhalen die we horen van hoogbegaafden bij wie er eerst heel veel mis is gegaan zijn heel betreurenswaardig. Zo heeft Mireille tien jaar in de ggz doorgebracht. Ze wist wel dat ze hoogbegaafd was, maar er werd daar niets mee gedaan. Na zelf met ontslag te zijn gegaan, is ze verder gegaan met haar zoektocht rond hoogbegaafdheid. In een interview in Grazia zegt Mireille over haar ervaringen: ‘Ik ben niet gek, ik ben hoogbegaafd.’ Hoogbegaafden krijgen, wanneer ze in de ggz terecht komen, nogal eens diagnosen, die wat ons betreft ter discussie gesteld mogen worden.

[1] DSM is de afkorting voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, een wereldwijde consensus classificatie van psychische ziekten.

[2] Een HB-Café is een informele bijeenkomst waar mensen bij elkaar komen om hun kennis over, en inzicht in hoogbegaafdheid bij volwassenen te vergroten, en daar met andere belangstellenden in een ongedwongen sfeer over te kunnen praten. Het IHBV organiseert deze bijeenkomsten sinds 2010 op meerdere plaatsen in Nederland en Vlaanderen.