"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Humeuren & temperamenten

Dinsdag, 13 december, 2022

Geschreven door: Gerrit Komrij
Artikel door: Quis leget haec?

Komrij ten voeten uit!

[Recensie] De heer Gerrit Komrij en ik verstaan elkaar. Ik houd van zijn schrijfstijl en ik kwam in Humeuren & temperamenten een paar observeringen tegen die ik herken en waar ik glimlachend mee instemde.

We hebben zowaar Een encyclopedie van het gevoel in handen waarin Komrij zijn bespiegelingen loslaat op allerhande emoties. Waar emoties heersen zwijgt het verstand, zo zegt men en onze gevoelens worden gezien als monsters die ons uit ons evenwicht brengen en ons uiteindelijk verslinden.

Encyclopedie
Zo wordt deze encyclopedie op de achterkant ingeluid en ik lees graag wat Komrij te zeggen heeft over al die humeuren en temperamenten. Hij gaat daarbij systematisch te werk zoals het een encyclopedie betaamt, te beginnen met de letter A en eindigend met de Z. U begrijpt, zelfs obscure letters als de X en Y worden niet overgeslagen. Dat het werk niet kan bogen op volledigheid is evident, Komrij grijpt de emoties bij de lurven zoals het hem uitkomt.

Zo’n boek leent zich prima voor citaten, niet in de laatste plaats door het bloemrijke taalgebruik van Komrij. Zo zegt hij bij de Ambitie:

Hereditas Nexus

“Neerwaarts gericht is het menselijk lot, maar tijdens de korte vergissing tussen geboorte en dood klapwiekt hij amechtig voorwaarts en opwaarts.”

Het zijn de ambities die de sterveling aandoenlijk maken. Schrijvers die weten dat hun novelle in een ommezien in de uitverkoop ligt hunkeren toch naar de goedkeuring van een criticus. Daar heeft Komrij geen last van. Wel van Briefangst. Hoe goed hij ook kan schrijven, hij verlamt als hij een brief moet schrijven. U zult vergeefs naar uitgebreide correspondentiebundels van Komrij zoeken. Hij heeft er één, met Jeroen Brouwers, van slechts 72 pagina’s.

Creativiteit
Het woord “Creativiteit” is zo’n begrip waarin ik het zeer eens kan zijn met Komrij. Het wordt te pas en vooral te onpas gebruikt. Als iemand een paar kussens in een bank gooit is er tegenwoordig al een sfeer gecreëerd. Komrij vindt dat creëren iets uit niets maken is en stelt dan de vraag of hier wel gecreëerd wordt of slechts een bestaande creatie verrijkt? Komrij:

“Het populaire woord ‘creatief’ is eigenlijk het zeldzaamste van alle begrippen. Er is maar één keer werkelijk sprake geweest van iets dat uit het niets kwam. Creatief was alleen God. Wie de precisie liefheeft gebruikt het woord creativiteit niet ijdel.”

Ik had graag gezien dat hij ook het begrip ‘Inspiratie’ bij de hand had genomen, maar dat blijft helaas onbesproken. Ik vind het net zo’n jeukwoord als creativiteit. Gelukkig blijft er genoeg te genieten en is hij vaak lekker tegendraads. Hier bijvoorbeeld, bij ‘Drift’:

“Wie, bezeten van drift, een ambtenaar aan zijn revers door een loket naar buiten sleurt, over een bebloed spijkerbed van glasscherven en verwrongen traliewerk, of een hele woonwijk in as legt waarbij honderden mensen aan hun verwondingen bezwijken, handelt als een heilige.”

Tegenstanders
Dat kan niet zult u zeggen en u leest zelf zijn toelichting maar, er staan er wel meer zo in het boek, zoals het begin van het hoofdstuk ‘Haat’. Zulke stukjes leveren hem tegenstanders op, maar daar past Komrij zijn gedrag op aan, zo zegt hij in ‘Imitatio’. Hij past zijn mening direct aan als iemand hem tegenspreekt en probeert voortdurend te zeggen wat iemand van hem wil horen. Zijn reden:

“Ik vind het onzin voor alle gelegenheden onmiddellijk een oordeel paraat te hebben. Opinies zijn vermoeiend omdat het zo gemakkelijk is ze te hebben.”

Herkenbaar, zeker in de huidige tijd van social media. Ik vond al die meninkjes van Jan en vooral alleman ook erg vermoeiend en heb mijn socialmediakanalen lekker opgedoekt.

Liefde
De Liefde mag niet ontbreken in dit overzicht en een goede test van ware liefde is blijkbaar of je de gedachte kunt verdragen de teennagels van je beminde te knippen. Een andere gedachte is die aan de dood van dat vogeltje dat je met je auto hebt doodgereden. Een levend wezentje, een klein universum is uiteen gespat:

“Die verdomde auto’, mompel je. En zonder het te weten sprak je daar een cruciale zin uit. Je vond het wel even vervelend, de dood van het vogeltje, maar een ander, iets anders, heeft het omgebracht. Dat maakt het je mogelijk meteen weer over te gaan tot de orde van de dag, desnoods tot het vermoorden van het volgende hoopje veren. Moordpartijen lijken ineens onvermijdelijk en marginaal.”

Komrij trekt het verhaal in het stuk over ‘Verantwoordelijkheid’ nog even door tot “miljoenen doden uiteindelijk maar een vogeltje zijn”.

Geen verveling
Verder kent Komrij geen ‘Verveling’. Hij probeert het zich voor te stellen, maar komt niet verder dan iemand die nergens trek in heeft, doelloos in het niets staart, de tijd tergend langzaam aan zich voorbij ziet trekken en voor het slapen gaan nog even een boek van Willem Brakman leest. Ik houd van die humor. Tenslotte wil ik u nog even meegeven, als we toch bij het einde zijn en Komrij al bij de letter W van ‘Walging’ is, dat we zelfs op de toppen van extase altijd dicht bij de stront blijven. Komrij:

“Iedere onsterfelijke dichtregel, ieder visioen, iedere uitvinding die de wereld een ander aanzien gaf is onveranderlijk ontstaan op, laat ons zeggen, vijfenvijftig centimeter afstand van een hoop stront – een ondraaglijke gedachte.”

Het is Komrij ten voeten uit, ik moet zijn Encyclopedie van de Stront nog lezen, die komt vanzelf een keer voorbij.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur:

Over de bergen

De pagode

Rook zonder vuur