"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Icea, schreeuw van de vuurvogel

Zaterdag, 11 juli, 2020

Geschreven door: Els Rommers
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Fantasy voor de romantisch ingestelde lezer

[Recensie] Er wordt in Nederland heel wat fantasy geschreven. Helaas is het niet heel makkelijk daar een goed overzicht van te houden. Er zijn diverse uitgevers, groot en klein, maar ook veel self-publishers. Ikzelf volg verschillende bloggers en fansites en sta bovendien op veel van de bekende fantasyfestivals en comic cons (waar ik ook altijd even de andere kramen langs ga) en denk zo wel op de hoogte te zijn van wat er zoal aan van eigen bodem aan fantasy verschijnt. Dus wie schetst mijn verbazing toen ik op een boekendag in Bergen op Zoom een schrijfster ontmoette met twee dikke pillen van fantasyboeken? Boeken waar ik nog nooit van gehoord had? Ik ben op de verschillende blogs geen melding van deze boeken tegengekomen en er staan nauwelijks recensies op Hebban en Goodreads (en alleen van lezers die ik verder niet ken). Ik zag de auteur ook niet op festivals en conventies. Het is jammer, want ik gun haar een groter bereik.
Ik had, mede gezien de onbekendheid van het boek, niet heel hoge verwachtingen toen ik eraan begon en was daardoor aangenaam verrast.

Ten eerste speelt het boek zich niet af in de standaard Europees aandoende fantasy-omgeving. Een deel van dit boek is gesitueerd in een poolgebied, waar koude heerst en wolven en ijsberen rondtrekken. Een ander deel vindt juist plaats in een warm woestijnklimaat. Het zorgt voor andere scenes dan je vaak in dit soort boeken tegenkomt, denk aan karakters die voor hun sledehonden moeten zorgen. Een verademing. Het boek kent tevens een sympathieke hoofdpersoon, het jonge meisje Icea. Als lezer zit je haar dicht op de huid en maak je al haar gedachten en emoties mee. Het is duidelijk dat de auteur zich bij het schrijver erg in haar hoofdpersoon heeft ingeleefd. De opluikende liefde en seksuele gevoelens van Icea zijn mooi beschreven en ik genoot van haar verlangen naar schoonheid, haar fascinatie met dans en de wijze waarop ze snel vriendschappen sloot. Ook meisjes die aanvankelijk vijanden zijn sluit ze aan haar hart – dit komt meerdere malen voor. Het deed me denken aan de nadruk op vriendschappen van stripkarakter Yoko Tsuno – in mijn optiek een compliment. Dit soort elementen geeft dit boek een sterke feminiene uitstraling. Ik verwacht ook dat vrouwelijke lezers die romantische subplots fijn vinden hier nog extra van kunnen genieten. Tenslotte vond ik in dit boek weinig storende redactiefouten, of taalkundige blunders. Met de productie is dus niks mis.

Helaas heb ik ook behoorlijk wat kritiekpunten, en ik zou geen eerlijke recensent zijn als ik daar niet op zou wijzen. Ten eerste maakt de auteur vaak gebruik van heel lange zinnen, met extra verklarende bijzinnen, die informatie moeten toevoegen om situaties voor de lezer te verduidelijken (precies zoals ik het hier doe). Daarbij komen ook nog wel eens tangconstructies voor. Ik zag vrij weinig afwisseling in de zinslengte en dat maakte dat het voor mij niet vlot te lezen was. Tevens werden zoveel details beschreven, werkelijk elke handeling van de hoofdpersoon, dat het boek volgens mij makkelijk honderd pagina’s ingekort had kunnen worden. Daarnaast trof ik nogal wat Engelse termen aan (‘checken’, ‘soft zijn’, dat soort dingen) en begrippen die de karakters niet kennen, zoals adrenaline. Dat de oorspronkelijke koningen van Icenia en Firezië letterlijk ‘Ice’ en ‘Fire’ heetten vond ik tenenkrommend. Het koste me moeite om me daarover heen te zetten. Het plot zat degelijk in elkaar, al zag ik als lezer de onthullingen over de werkelijke identiteit van de hoofdpersoon al van mijlen ver aankomen. Als je iets zo duidelijk suggereert, moet je met de verwachting van de lezer gaan spelen. Voor mij was er nu geen verrassing aan. Ik had bovendien moeite met de manier waarop Icea wel heel makkelijk in het paleis binnenkwam en in een paar dagen het lievelingetje werd van de konigin. Bovendien was er een scene waarbij Icea achter een gordijn een gesprek afluistert tussen twee samenzweerders die beslissen precies op dat moment in geuren en kleuren aan elkaar te vertellen wat er bijna twintig jaar geleden is voorgevallen en te herhalen wat ook alweer hun plannen zijn. Deze dialoog kwam niet realistisch over, diende duidelijk vooral om de lezer te informeren, en eindigde ook behoorlijk clichématig. Jammer vond ik dat. Want het mysterie van de gesloten kinderkamer en de moeder van de moeder overste vond ik interessant.

Toch meen ik dat deze auteur potentie vertoont. Dat blijkt alleen al uit het feit dat ze na het tweede deel van dit tweeluik al een derde boek heeft gepubliceerd. Wie veel schrijft en leest, gaat vanzelf beter schrijven. En blijkens dit boek heeft ze aan verbeelding geen gebrek. Als ze wat vlotter gaat schrijven, met lekkerder lopende zinnen en geloofwaardiger dialogen en ook haar plots wat meer strak trekt, wordt ze vast een schrijfster om rekening mee te houden. Hou je van romantische, met gevoelens doordrenkte fantasy en let je niet zo op de lengte van zinnen of toevalligheden in het plot, dan is dit boek fijn om je mee terug te trekken op de bank, vooral in deze winterse maanden.

Archeologie Magazine

Eerder verschenen op Hebban