"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ik ga weg

Zaterdag, 26 december, 2020

Geschreven door: Dolf Verroen, Charlotte Dematons
Artikel door: Jaap Friso

Van de wereld gegooid

[Recensie] “Ze kennen me bijna vijftien jaar en nog snappen ze niet wie ik ben!” Dat je ouders je totaal niet begrijpen en van een andere planeet lijken te komen. Dat is een van die kernen van de puberteit waar Dolf Verroen zijn vinger op legt in de bundel Ik ga weg. Vijftig notities en gedachten van jongeren over verwachtingen van zichzelf en anderen, twijfels en onzekerheden. Over verliefdheid, school en de toekomst. Over het leven dat staat te beginnen en zowel kansen als blokkades kent. Dat die barrières in veel gevallen de ouders zijn, zal niet verbazen. In deze novelle worden ze nogal eens voor dom en bekrompen uitgemaakt. Ze hebben hoge verwachtingen of ze zijn juist bang dat hun kind abnormaal is. “Ik heb gewoon een vervelend rotkarakter. Verder niks”, verzucht een jongen nadat zijn ouders in diverse toonsoorten hebben geprobeerd met hem te praten.

De 92-jarige Verroen heeft een scherpe kijk op het puberbrein. Niet verrassend want hij heeft zijn hele carrière al laten zien zich in het hoofd van kinderen thuis te voelen.  Eind jaren zeventig schreef hij een aantal succesvolle en bekroonde boeken (onder andere  Allemaal de boom inDe kat in de gordijnen en Een leeuw met lange tanden) waarin hij een vergelijkbare vorm toepaste, maar dan voor veel jongere kinderen. Verroen is een meester op de korte baan. In compacte vorm zet hij een situatie neer en in korte zinnen legt hij  de vinger op relaties en gedachten. Hij beschrijft gevoelens zoals ze zijn: “Ik voel me alsof ik van de wereld ben gegooid” en vindt woorden voor de kwellende en destructieve onzekerheid die zoveel pubers eigen is. “In mij huist een stemmetje dat altijd praat. Het fluistert slijmerig zacht en zegt: Denk maar niet dat het wat wordt. Alles gaat mis met jou… Alles alles alles.”

Dat is raak maar als geheel blijven de verhalen in Ik ga weg zwemmen. Deze vorm pakte heel erg goed uit in de genoemde boeken voor jonge kinderen maar het trekken van zo’n literair sprintje werkt bij puberverhalen minder goed. Er had in veel gevallen een rondje aan vast geplakt mogen worden.  Over de jongen die van zijn vader het verwijt krijgt op zijn veertiende nog steeds met zijn beer te knuffelen. Wie is hij en hoe gaat dat verder? Of de jongen die heel eerlijk opbiecht dat het hem niet lukt om Menno voortaan als meisje te zien. Een interessant gegeven dat meer uitwerking had verdiend. Vijftig van deze notities worden een heleboel vissen die maar geen school vormen.

De wel erg eenvoudige illustraties van Charlotte Dematons doen nogal at random aan en geven het boek een ouderwetse uitstraling. En dat is nou wat het niet had moeten zijn. Want Verroen weet zich wel degelijk te verplaatsen in de hedendaagse puber.

Boekenkrant

Voor het eerst verschenen op Jaapleest

Boeken van deze Auteur: