"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Immuun

Maandag, 28 maart, 2022

Geschreven door: Philipp Dettmer
Artikel door: Marnix Verplancke

“Kankercellen zijn geen vreemde indringers, maar eigen cellen die de foute weg opgegaan zijn”

Als prille dertiger werd Philipp Dettmer geveld door kanker. Interessant, dacht hij, en dus ging hij delven en kwam hij met een grandioos boek over ons immuunsysteem op de proppen.

[Interview] Het klinkt als een krantenjongen-tot-miljonair-verhaal. Op zijn vijftiende stopte Philipp Dettmer gedegouteerd met de middelbare school. Een matrone van een lerares stuurde hem echter fluks het goede pad weer op, waardoor hij Toegepaste Wetenschappen en Communicatiedesign ging studeren. Meteen daarna richtte hij Kurtzgesagt op, een Youtubekanaal dat op een toegankelijke manier wetenschap naar het grote publiek brengt en intussen 17 miljoen abonnees en meer dan anderhalf miljard views heeft. Er werken veertig mensen.

Vier jaar geleden, toen hij 32 was, sloeg het noodlot toe, kanker, maar in plaats van het kopje te laten hangen vond Dettmer het reuze interessant hoe zijn lichaam op de chemo reageerde. “Mijn immuunsysteem werd van hot naar her geslingerd,” zegt hij erover, “De ene dag lag het plat op zijn rug en de volgende beet het van zich af als een woest beest. Ik vond het allemaal hoogst interessant.”

Het boek Immuun is het uitvloeisel van die interesse. Dettmer legt erin uit hoe het tweede meest ingewikkelde systeem in ons lichaam, na de hersenen, precies werkt. Hij introduceert ondermeer neutrofielen, macrofagen, mestcellen en geheugencellen, toont hoe die ons samen tegen vijanden van buiten en binnen proberen te beschermen en hoe die steeds meer bijleren. Want veel ziekten krijg je maar een keer, waarna je er levenslang immuun voor bent. Zou er dan toch een grond van waarheid zitten in de oude volkswijsheid die wil dat het gezond is om af en toe eens ziek te zijn?

Boekenkrant

Dettmer grinnikt kort wanneer we het hem voorleggen. “‘Wat ons niet doodt, maakt ons sterker,’ zei Friedrich Nietzsche, maar dat geldt dus niet op dit terrein. Het is gewoon beter om niet ziek te worden. Ziek zijn is immers een stresserende ervaring. Je krijgt koorts, wat een poging van je lichaam is om de ziekteverwekkers te doden, maar ook een aanslag op je metabolisme. En wat doet het lichaam met de wonde die achterblijft na een infectie? Het vult die op met littekenweefsel, niet alleen op je huid, maar ook op je vitale organen. Wat zien we bijvoorbeeld na corona? Littekenweefsel in de longen, zelfs bij mensen die slechts lichte symptomen hebben gehad, en dat is wel het laatste wat we daar willen zien natuurlijk.”

Ons immuunsysteem rekent vooral af met virussen en bacteriën. Moeten we het geen handje helpen door onze omgeving te ontsmetten?

“Het overgrote deel van de micro-organismen geeft geen sikkepit om ons. Met zowat alle andere rekent ons immuunsysteem kort en goed af. Slechts een klein deel, de pathogenen, heeft er iets op gevonden om het te omzeilen. Anderzijds kunnen we ook niet leven zonder bacteriën. We hebben ze bijvoorbeeld nodig voor onze spijsvertering, en ook op onze huid doen ze nuttig werk. Soms beschermen ze ons en verhinderen ze dat andere, slechte bacteriën ons kunnen bereiken. Je zou dus kunnen zeggen dat we van kop tot teen onder de bacteriën zitten en dat het dus een bijzonder dom idee is om die te doden.”

Slachten antibiotica niet onnodig veel nuttige bacteriën af?

“Ze hebben honderden miljoenen levens gered. Geen kwaad woord dus over antibiotica, maar ze maken jammer genoeg geen onderscheid tussen goede en slechte bacteriën. Iedere keer we ze innemen organiseren we een genocide in onze darmen. Normaal gezien herstellen de darmflora vanzelf, maar bij bepaalde aandoeningen, zoals chronische darmontsteking bijvoorbeeld, worden fecestransplantaties verricht, waarbij ontlastingsbacteriën van een gezonde persoon overgebracht worden naar een zieke. De Duitse troepen die tijdens WO II Noord-Afrika probeerden te veroveren ontdekten dit al. Zij stierven als vliegen aan dysenterie, terwijl de lokale bevolking er geen last van had. Dus gingen ze op zoek naar hun geheim: ze aten de uitwerpselen van kamelen die een bacterie bevatten die werkte tegen dysenterie.”

Antibiotica worden steeds minder efficiënt, zullen we binnenkort sterven van een sneetje in onze vinger?

“Dat zou best wel eens kunnen, ja. Men schat dat er tegen 2050 in de V.S. per jaar 100.000 mensen zullen sterven omdat antibiotica niet meer werken. Er zijn nu al veel bacteriën die resistent zijn. We moeten op zoek naar alternatieven, zoals fagentherapie, waarbij virussen de bacteriën te lijf gaan, en nieuwe antibiotica.”

Kunnen we ons immuunsysteem boosten?

“Het beste wat je kunt doen om een goed functionerend immuunsysteem te hebben is een gezond leven leiden. Mensen die zeggen dat je je immuunsysteem kunt boosten zien dit als een soort energieveld dat je kunt opladen, terwijl het in realiteit een bijzonder complex en intergeconnecteerd systeem is. Vorig jaar werd in Duitsland sinaasappelsap met immuunboosters verkocht, tegen corona. Zo stond het op het etiket. Volstrekte onzin, en een gevaarlijk idee bovendien. Want er bestaat wel degelijk een behandeling waarvoor je naar het ziekenhuis moet en die je immuunsysteem boost. Ik heb die gekregen tijdens mijn chemo en ik kan je verzekeren dat het geen aangename ervaring was. Meer zelfs, die behandeling heeft ervoor gezorgd dat ik vandaag nog steeds meer kans heb op het krijgen van leukemie dan ervoor. Mensen stellen het boosten van je immuunsysteem steevast voor als naar de fitness gaan en aan jezelf werken, maar dat is het dus hoegenaamd niet. Een gezond immuunsysteem ziet er immers niet uit als een stoere rugbyspeler, maar wel als een elegante balletdanser. Het gaat niet om geweld, wel om de juiste balans. Weet je wie er een bijzonder sterk immuunsysteem heeft? Iemand die last heeft van allergieën. Vandaar ook dat auto-immuunziekten vaker voorkomen bij vrouwen dan bij mannen, omdat zij een sterker immuunsysteem hebben.”

Waarom is het aantal allergieën de voorbije decennia zo erg toegenomen?

“Er is een link met een gebrek aan borstvoeding, het meer voorkomen van keizersneden, de verstedelijking waardoor we in een andere omgeving leven en het overmatig gebruik van antibiotica. Sommigen beweren zelfs dat het komt doordat we niet langer last hebben van  parasitaire wormen. Vroeger had iedereen die. Het immuunsysteem werd deels onderdrukt door het gevecht ertegen en dus ging het wat harder werken. Vandaag zijn die wormen verdwenen, maar ons immuunsysteem gaat er wel nog even hard tegenaan, met allergieën als gevolg, is de redenering. Er spelen dus heel veel factoren. Wanneer je geboren wordt is je immuunsysteem als een computer zonder software. Die software komt er gedurende de eerste levensjaren op door in contact te komen met allerhande schadeloze omgevingsfactoren, zoals micro-organismen. Je moet er dus niet ziek van worden, maar er wel mee in contact komen. Op die manier leert je immuunsysteem gezonde van ongezonde zaken te onderscheiden. Vandaar dat kinderen die op het platteland opgroeien, omgeven door dieren, nadien veel minder last hebben van allergieën.”

En stress?

“Ons lichaam is niet gemaakt om constante stress te ervaren, maar wel korte momenten van extreem hoge stress, wanneer we in gevaar zijn bijvoorbeeld. Wat gebeurt er bij stress? Het lichaam verlaagt de intensiteit van het immuunsysteem. Dat slorpt immers veel energie op en wanneer je achtervolgd wordt door een leeuw – om maar iets te zeggen – kun je die wel voor iets anders gebruiken. Wanneer de stress stopt, schiet het immuunsysteem weer in gang. Vandaar dat veel mensen tijdens hun vakantie ziek worden, net nadat ze op het werk nog snel alles afgerond hebben.”

Waarom staan we zo machteloos tegen kanker?

“Ons immuunsysteem lijkt er machteloos tegenover te staan, maar dat is niet echt zo. Het ruimt 99,99% van de kankercellen op. Het is echter die 0,01% die problemen geeft, omdat dit cellen zijn die zich voordoen als gezonde, waardoor ze niet opgemerkt worden. Je kankercellen zijn dan ook heel erg verwant aan je. Het zijn geen vreemde indringers, maar eigen cellen die de foute weg opgegaan zijn. Toen ik kanker had, stond het idee om ertegen te moeten vechten me niet echt aan. Mijn kanker maakte deel van me uit, en wanneer hij vergiftigd werd, werd ik ook vergiftigd, vond ik. Maar uiteindelijk zag ik in dat het er gewoon op aankwam het iets langer vol te houden dan hem. Zo kon ik overleven.”

Eerder verschenen in De Morgen