"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In gesprek met Chantal & Priscilla van Gastel

Maandag, 26 december, 2016

Geschreven door: Chantal van Gastel
Artikel door: Roelant de By



Wie zijn Chantal en Priscilla?
We zijn zussen en sinds dit jaar een auteursduo. Chantal is al bij een groot publiek bekend als auteur van feelgoodromans, waaronder de Zwaar! trilogie en Ik wist het. Priscilla was altijd nauw betrokken bij het schrijfproces, maar nu zijn we een stapje verder gegaan door samen een boek te schrijven.

‘Zonder jou’ is jullie eerste boek samen. Vanwaar en van wie kwam het idee om dit samen te doen?
C: Priscilla kwam met het idee voor het boek, maar het was niet meteen de bedoeling om dat als duo uit te werken.
P: Ik was niet van plan om zelf te gaan schrijven. Ik vond dat Chantal ermee aan de slag moest, maar het paste niet bepaald in haar oeuvre. Zij vond dat ik het zelf moest proberen. Dat zag ik niet zo zitten, maar het verhaal bleef aan ons trekken. Uiteindelijk hebben we er dus voor gekozen om er samen aan te werken.

Hoe verliep de samenwerking tijdens het schrijven? Ik kan me voorstellen dat dit waarschijnlijk niet altijd even evident was?
We wisten van tevoren niet of het ons zou bevallen, dus we zijn er redelijk onbevangen aan begonnen. Eigenlijk hadden we verwacht dat het moeilijker zou zijn. Het liep meteen heel goed. We bleken elkaar goed aan te vullen. Priscilla had een voorkeur voor de meer actiegerichte passages en Chantal voor het uitwerken van de gedachten en gevoelens van de personages en de onderlinge relaties.

Wat als er een verschil van mening was over de inhoud van een bepaalde passage. Hoe werd dit opgelost? Kwamen jullie tot een compromis en wat geeft dan de doorslag?
Meestal ging het dan om kleine dingen. Zo kwamen we er op een bepaald punt achter dat we allebei een ander beeld hadden van het huis waarin het gezin woont. Chantal had een scène met een trap beschreven en Priscilla had de hele tijd een gelijkvloerse woning in gedachten gehad en had scènes geschreven waarin de slaapkamer van Mick aan de woonkamer grensde. Dat levert dan natuurlijk een probleem op. Maar we stonden erg open voor elkaars visie. Uiteindelijk keken we naar wat het voor het verhaal zou betekenen als we de ene of de andere keuze zouden maken en daaruit bleek meestal wel wat de beste oplossing was.
Ook bleken we onafhankelijk van elkaar soms scènes te schrijven die ongeveer dezelfde functie voor het verhaal hadden. Een voorbeeld daarvan is hoe Mick omgaat met zijn klasgenoten. Allebei hadden we een scène uitgewerkt waarin hij op slinkse wijze iedereen onder druk zet om hem snoep te geven. En dan moet je kiezen welk stuk het boek haalt. Toch hebben we daar geen erge ruzie om gekregen. De ene keer gaf de een toe, de volgende keer de ander. Misschien hielp het dat we zussen zijn: we hebben jarenlang ervaring in samen delen, ruziemaken én het weer oplossen.

Hebben jullie een schrijfritueel? Schreven jullie letterlijk samen aan het verhaal of had ieder zijn specifieke ‘taak’ hierin?
We hebben het werk echt 50-50 verdeeld. Toen de grote lijn van het verhaal er lag, hebben we die per hoofdstuk in blokjes verdeeld en bepaald wie welke scènes zou uitwerken. Zoals we al eerder zeiden, pakte dit goed uit. We vulden elkaar goed aan. Het werkelijke schrijven deden we niet samen. Als we bij elkaar kwamen, was dat om te bespreken waar we heen wilden, de geschreven scènes op elkaar af te stemmen en te brainstormen.

Het boek gaat over Mick, een kind met een persoonlijkheidsstoornis. Waar kwam de inspiratie vandaan om daarover te schrijven? Werden jullie getriggerd door iets in de media/omgeving of ……..?
Het onderwerp kwam steeds op ons pad. Het begon met een kort item dat Priscilla op tv zag waarin een moeder de zorg uitsprak dat haar kind zou opgroeien tot een moordenaar of serieverkrachter. Ondertussen zag je beelden van het kleine jongetje dat rustig zat te spelen. Het was heel verontrustend. Niet lang daarna zagen we een documentaire van Louis Theroux over een kind met gedragsproblemen zoals Mick. Daardoor kregen we een completer beeld van de stoornis en zo ontstond langzaamaan het idee voor dit boek. Het leek ons zo’n beetje het meest angstaanjagende ter wereld, dat je eigen kind van wie je zielsveel houdt en voor wie je het allerbeste hoopt, van nature slecht is.

Omdat jullie (vooral) uit het perspectief van Valerie en Mick schrijven heb je als lezer steeds een voorsprong op wat Mick van plan is. Hoe beleven jullie dit zelf tijdens het schrijven? Gaat daar bijvoorbeeld een hele brainstormsessie aan vooraf of komen die ideeën spontaan?
Allebei. Sommige dingen hebben we vooraf bedacht, maar ook tijdens het schrijven kwamen er steeds nieuwe ideeën in ons op. Daar moet je ook ruimte voor laten, want de beste dingen zijn vaak vooraf niet te bedenken. Het is fijn als het verhaal met je op de loop gaat. Juist daarom is het een misvatting dat je als schrijver moet wachten op inspiratie voor je aan de slag kunt. Inspiratie komt meestal juist tijdens het werken.

Wat mij vooral bij gebleven is, is de onvoorwaardelijke liefde tussen Valerie en Oscar. Was dit de opzet of groeit zoiets tijdens het schrijven?
C: Het was één van de dingen die we van tevoren belangrijk vonden om in ons boek te stoppen. We houden allebei best van een goede thriller op z’n tijd, maar toch zijn we geen fervent thrillerlezers. De belangrijkste reden hiervoor is dat in onze ogen vaak vergeten wordt om echte mensen van de personages te maken. Dan zit de plot knap in elkaar en is er veel spanning en sensatie, maar zit je opgescheept met een personage dat zo vlak is dat het je niet zoveel kan schelen of ze het nu wel of niet overleeft. Dat moet toch anders kunnen, zeiden we tegen elkaar.
P: Het is natuurlijk ook waar Chantal het sterkst in is, dus het zou gek zijn om het niet te benutten. Zodra zij mee ging schrijven, kwamen de personages ook voor mij echt tot leven.

Dit verhaal stopt niet als je het boek dichtslaat. Het blijft je een paar dagen bezighouden, het blijft nazinderen. Was dit de bedoeling?
Absoluut. We voelen ons een beetje schuldig om dat te zeggen, want anders dan bij de boeken van Chantal is het niet zo dat je met een gelukzalig gevoel het boek dichtslaat. We presenteren een moreel dilemma aan de lezer en op het eind kiest hij waarschijnlijk een kant. Dat was voor ons de belangrijkste trigger om dit boek te schrijven.



Jullie schrijven niet onder een pseudoniem. Is dit een bewuste keuze?
Ja, maar niet per se van ons. Wij hadden wel onder een pseudoniem willen schrijven, niet zozeer om onze identiteit geheim te houden, maar om het meer los te koppelen van het werk van Chantal. Maar waarschijnlijk had de boekhandel dan minder goed willen inkopen. Het boekenvak zit soms een beetje gek in elkaar. Er zijn veel commerciële factoren die een rol spelen bij zo’n beslissing. Doordat we niet onder pseudoniem schrijven, is het iets moeilijker om ons als thrillerschrijvers te positioneren. Maar anders waren we bij sommige grote ketens misschien niet ingekocht, dus dat is dan de afweging die je moet maken.

Welk gevoel hadden jullie toen het boek klaar was en in de rekken lag?
C: Voor mij is het inmiddels een vertrouwd proces, maar toch wordt het nooit gewoon. Het blijft een bijzonder moment en voor mij was het extra bijzonder omdat het ditmaal een project met mijn zus was. Ik ben erg trots dat het ons samen gelukt is.
P: Voor mij is het de eerste keer, dus ik heb geen vergelijkingsmateriaal. Voor mij voelt het nog steeds een beetje onwerkelijk. Het is zo’n hectische tijd geweest. We hadden een strakke deadline en daarna volgden de correcties en het steeds herlezen van de drukproeven. Gelukkig haalden we de planning, maar het was echt hard werken. Toen was het boek er opeens en nu zijn we druk met een promotietour door het hele land. Overal podiuminterviews en signeersessies. Het is geweldig, maar ook een beetje overweldigend!

Is samen schrijven voor herhaling vatbaar of hebben jullie zoiets van ‘nee, leuke ervaring, maar toch eenmalig’?
P: Nee, dit gaan we zeker vaker doen. De frequentie zal misschien iets lager zijn dan bij Chantal. Ik vind het best moeilijk om het schrijven te combineren met mijn baan. Dus het lijkt mij een goed idee dat Chantal eerst weer aan een soloroman begint en dat wij daarna voor een tweede thriller gaan.

Lezen jullie zelf graag en welk genre? Zo ja, wat ligt er nu op jullie nachtkastje?
We lezen heel veel en ook graag in verschillende genres. We zijn allebei alleslezers, maar uiteindelijk is het feelgoodgenre toch ons favoriete. Alleen moet je er wel de juiste boeken uit weten te pikken. Die van Cecelia Ahern zijn ontzettend goed.
C: Op mijn nachtkastje ligt nu wel iets heel anders. Ik ben nu bezig in het eerste deel van de Mijn strijd serie van Karl Ove Knausgard. Maar soms lees ik ook weleens meerdere boeken door elkaar. Jammer genoeg heb ik dit jaar veel te weinig leestijd gehad.
P: Ik heb net Flawed uitgelezen. Van Cecelia Ahern, maar het is een ander soort boek dan ik van haar gewend ben, want het is een young adult. Het volgende dat ik ga oppakken, is waarschijnlijk een roman van Griet op de Beeck. Daar hoor ik zoveel goeds over en dat heeft me wel nieuwsgierig gemaakt.



Jullie zijn zusjes en toch heeft er maar eentje de schrijfmicrobe te pakken van jongsaf aan. 
@Priscilla, heb jij (tot nu dan) nooit overwogen om te gaan schrijven?
Niet echt. Maar ook ik raakte al jong aangestoken door Chantal. We maakten samen ons eigen tijdschrift, door foto’s uit andere bladen te knippen en daar zelf verhalen bij te schrijven. Ik vond het altijd al leuk om te doen, maar een boek schrijven is wel wat anders. Het is zoveel werk. Ik kon me gewoon niet voorstellen dat ik daar het geduld voor had. En nu ik het zelf gedaan heb, weet ik dat het nog moeilijker is dan ik van tevoren dacht.

@Chantal, jou kennen we vooral van je chicklits. Met ‘Zonder jou’ ben je afgeweken van je vertrouwde parcours? Vertel eens….
Ik had niet gedacht dat ik het zo leuk zou vinden om met een idee aan de slag te gaan dat niet in mijn eigen hoofd ontstaan was. Het voelde niet eens zo heel anders. Schrijven is voor mij vooral inleven en als het verhaal me aanspreekt, maakt het mij in principe niet uit in wat voor genre ik schrijf. Sowieso heb ik niet zoveel met de labeltjes die gebruikt worden om boeken in te delen. Ik snap dat ze een doel dienen, maar ik vind ze vooral beperkend werken. Een van de verhaallijnen in Zoek het maar uit speelt in de Tweede wereldoorlog. Kun je dit dan nog chicklit noemen? Ik krijg elke week wel mailtjes van lezers die me schrijven dat ze zo verrast zijn door mijn boeken, omdat er meer in zat dan ze verwacht hadden. Ik zie mezelf niet als chicklitschrijfster. Je mag me gerust zo noemen, hoor. Ik voel me niet beledigd of zo. Maar ik ben gewoon auteur. Wie weet wat voor verhalen ik nog verzin in mijn leven.

@Chantal, wat is nu het grote verschil tussen het schrijven van een thriller en het schrijven van een chicklit?
Het gevoel van het boek is natuurlijk heel anders. Ik ben gewend – en dat vind ik ook heerlijk om te doen – om een mooiere wereld te scheppen. Dat is ook een van mijn grootste drijfveren om te schrijven. Ik wil soms ontsnappen uit deze wereld, waarin zoveel onrechtvaardigheid is waarop ik geen enkele controle heb. Als ik schrijf, gelden mijn eigen regels en heb ik alles zelf in de hand. Ik heb een natuurlijke impuls om goed voor mijn personages te zorgen. Ik wil dat het goed met ze gaat en dat mijn lezers een goed gevoel aan het boek overhouden. Nou, dat kon bij het schrijven van dit boek natuurlijk allemaal overboord. Dit verhaal is duister, maar die kant heb ik ook in me. In die zin was het dus niet moeilijker voor me, alleen anders.
Wat praktisch gezien een groot verschil is, is de planmatige kant. Ik schrijf vooral intuïtief, maar bij een thriller moet alles in dienst van de plot staan. Je moet heel goed weten waar je naartoe werkt. En gelukkig is Priscilla een ster in plannen. Ik heb echt heel veel aan haar gehad.


@Priscilla, ga je verder met schrijven, wat kunnen we van jou verwachten?
Als de drukte rond dit boek wat geluwd is, ga ik graag met Chantal brainstormen over nieuwe ideeën die we hebben. Het eerste op mijn planning is dus een nieuwe thriller van ons samen. Er wordt me vaak gevraagd of ik ook alleen zou willen schrijven. Misschien wel, maar ik weet niet zeker of ik het dan even leuk zou vinden. Dus voorlopig nog even als duo.

@Chantal, je bent het gewoon om de regie van een verhaal zelf in handen te hebben. Hoe voelde het voor jou aan om dit nu ‘samen’ te doen?
Verrassend goed. Maar het was Priscilla’s idee. Dat heeft een groot verschil gemaakt, denk ik. In het begin voelde ik me te gast in haar project, dus ik heb me in die zin dienstbaar opgesteld aan haar verhaal. Toen ik er helemaal in zat, werd het natuurlijk ook mijn verhaal, maar toen hadden we al een goed werkritme gevonden. Ik denk dat het moeilijker was geweest als het andersom ontstaan was. Dan was ik misschien een stuk defensiever geweest ten opzichte van mijn idee, omdat ik zo gewend ben om mijn eigen koers te varen. Dit werkte perfect zo.



@Priscilla, wat is volgens jou het verschil tussen jouw schrijfstijl en die van je zus?
We hebben de laatste tijd heel veel over onze samenwerking gesproken en daardoor ga je het ook een beetje analyseren. De conclusie die we daaruit getrokken hebben, is dat ik vooral in de lengte schrijf – dus actiegericht, veel vaart in het verhaal – en dat Chantal graag in de diepte schrijft – dus personagegericht, het uitwerken van emoties, gedachten en gevoelens.
Verder lijken onze stijlen behoorlijk op elkaar. Wat ik grappig vond, is dat we op een gegeven moment een scène moesten schrappen van onze redacteur omdat die volgens haar veel te Chantal-van-Gastel-achtig was. Dat ging om een passage die ik geschreven had.


@Chantal, nu schreef je een boek samen met je zus. Zou je zoiets ook met een andere auteur kunnen? Zo ja, staat er iemand op je wishlist?
Nee! Haha… ik denk gewoon niet dat het zou lukken met iemand anders. Omdat we zussen zijn, waren er ook weinig ego-gerelateerde issues. Je moet elkaar ook iets gunnen en niet de ander willen aftroeven. Ik vraag me af hoe dat zou gaan met een andere auteur. Of er dan toch iets van concurrentie zou zijn.

Tot slot nog een vraagje voor jullie beiden: Waar zien jullie jezelf over pakweg vijf jaar?
Als een succesvol auteursduo. Dat hopen we in ieder geval. Het zou leuk zijn als Zonder jou een groot publiek weet te veroveren en we er nog wat mooie titels bij hebben weten te produceren. En natuurlijk zouden vertalingen en verfilmingen geweldig zijn. Dan zijn we zeer tevreden. 😉

Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: