"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In gesprek met .... Chris Houtman

Dinsdag, 26 februari, 2019

Geschreven door: Chris Houtman
Artikel door: Roelant de By







Soms komt er een interview waar
je tegenop kijkt. Als je een boek leest waar er flink tegen bepaalde katholieke
groeperingen aangetrapt wordt, is dat even slikken als belijdend katholiek.
Uiteindelijk de moed bij elkaar geraapt en een afspraak met Chris Houtman
gemaakt. Na een verleden als cabaretier, theatermaker in de Engelenbak, radio-
en televisiemaker bij de KRO en een belangrijke positie in het creatieve team
van IDTV kreeg Chris keelkanker. Na een succesvolle behandeling hiervoor is hij
thrillers gaan schrijven. We spreken af in een grand café in Alkmaar.


Chris: ‘Momenteel ben ik bezig
met een kinderboek. Het wordt het levensverhaal van een over-over-over
grootmoeder van Barack Obama, die geboren is in 1620 in Leiden. Zij was de
dochter van een van de Pilgrim Fathers. Na een moeizame overtocht is ze in 1629
in Amerika aan gekomen. Ze heeft elf kinderen gekregen en heel veel nazaten.
Waaronder drie Amerikaanse presidenten: Bush sr, Bush jr en Barack Obama. Die
zijn verrassend genoeg familie van elkaar. Grappig hè.’


Roelant: ‘Vanwaar een kinderboek?
Het klinkt als een spannend verhaal, een thriller.’

Chris: ‘Het wordt ook een
spannend jeugdboek. Om het voor kinderen te schrijven geeft me iets meer
vrijheid, iets meer ruimte om mijn fantasie te gebruiken. Vergelijk het maar
met
Kruistocht in Spijkerbroek.’ 

Roelant: ‘Kun je voor volwassenen
minder je fantasie gebruiken, moet je je dan meer aan de feiten houden?’


Chris: ‘Nou, kijk, er is wel
redelijk wat over de hoofdpersoon bekend, maar eigenlijk te weinig om een heel
boek over haar te maken. En door het op een soort kinderfantasie te brengen kan
ik, op een bepaald niveau, dingen zeggen die heel plausibel zijn, en waarschijnlijk
ook wel zijn gebeurd, maar waar niemand me er dan op zal aanvallen. Eigenlijk
is het een boek wat heel erg tégen de Pilgrim Fathers is. En tégen de
conservatieve stroming in Amerika.’


Roelant: ‘Ja, dat is een van jouw
paradepaardjes: de afschuw van religieuze fanatici. Wat ik persoonlijk erg
moeilijk vond, is het schoppen tegen de kerk in, met name, jouw boek Het
Negende Gebod
. Je bent erg bezig met allerlei heilige huisjes omver te
schoppen. Waarmee ben je aan het afrekenen?’


Chris: ‘Ik ben oud student van de
Katholieke Theologische Hogeschool van Amsterdam. Dat was niet het seminarie,
maar wel de priesteropleiding van toen. Daar komt mijn kritische houding
vandaan’


Roelant: ‘Toen was je wel
positief over het geloof?’


Chris: [aarzelend] ‘Nee, ik was
zoekend. Hoopte om antwoorden te vinden. Ik ben heel Rooms opgevoed. Was goed
bevriend met mensen van een bepaalde orde. Daar ging ik ook heel vaak naartoe.
Over die orde spreek ik ook heel liefdevol in mijn eerste boek.’


Roelant: ‘Ik moet bekennen dat ik
na het lezen van Het Negende Gebod, waar ik best wat moeite mee had,
jouw eerste boek Akte van Berouw, thuis ongeopend in mijn boekenkast heb
laten staan. Jouw boek is heel goed geschreven en spannend daar niet van, maar
dat je priesters laat schieten en moorden gaat mij gewoon te ver.’


Chris: ‘Maar dat eerste is juist
een heel liefdevol boek. Ook over de Paus spreek ik heel liefdevol. Wel
kritisch over een aantal van zijn kardinalen, maar dat zal jij ook zijn. Ook
over die Nederlandse priester in Rome schrijf ik heel positief. Dat personage
is geënt op een priester die ik heel erg bewonderde. Toen ik ging studeren in
Amsterdam ging ik naar de Dominicus [noot Roelant: de Dominicus is een RK-kerk
in Amsterdam die bekend stond om zijn progressieve ideeën]. Inspirerende mensen
als Van Kilsdonk en Oosterhuis heb ik daar ontmoet. Door de tegenstroming van
conservatieve krachten is deze kerk de nek omgedraaid. Die vorm van katholicisme
die wat vrijer was, bepleit ik in mijn eerste boek. Dus dat kun je gerust
lezen, eerlijk waar.’ [gelach alom] Om het nog even over die schietende en
moordende priesters te hebben uit Het Negende Gebod: ken jij die club,
het Legioen van Christus die in het boek voor komt? Want dit is dus wel zoals
het is. Dit zijn zulke extreme mensen! Die denken bijvoorbeeld ook dat het
einde der tijden nabij is. En dat ze zich daarop moeten voorbereiden. Ze halen
die hele enge evangelische clubs, die je in Amerika hebt, links en rechts in.
Pater Marcial Maciel die het Legioen heeft opgericht, die Mexicaan, is zo’n
verschrikkelijke enge man geweest!  Het lukte hem gewoon om tientallen
miljoenen per jaar los te weken aan donaties van oude dames; in zijn eentje.
Hij leidde een dubbelleven. Hij had twee, drie, vier vrouwen waar hij kinderen
bij had verwekt. En die vrouwen geloofden allemaal dat hij bij de CIA werkte.
Omdat hij een soort Godheid was binnen zijn eigen club was er niemand die hem
vragen stelde. Als hij bij een maîtresse was geweest, vertelde hij dat hij op
retraite was gegaan. Alles wat ik over die man schrijf, is waar. Goed, die man
is uit zijn ambt gezet (door Paus Benedictus) en is verbannen naar een klooster
in Texas, een gesloten instelling, eigenlijk een soort gevangenis zeg maar.
Daar heeft hij de laatste paar jaar van zijn leven gewoond. Maar ondertussen
had zijn club zoveel macht en geld opgebouwd. Mel Gibson is ook lid van die
club. Op de aftiteling van zijn film The Passion of Christ zie je dat ze
hebben meebetaald aan die film. Er zijn binnen die Rooms Katholieke Kerk waar
ik hele warme gevoelens voor heb, hele rare uitwassen. Dan Brown beschrijft
Opus Dei in zijn boek. Ook een enge club, maar veel minder eng dan dat Legioen.
Ik vond het leuk om daarover te schrijven.’





Chris is duidelijk zeer goed
ingevoerd in de materie. Grondige research heeft hem veel inzicht gegeven. Ook
is hij in zijn jeugd zelf met die groeperingen in aanraking geweest.


Chris: ‘Ik heb een tijdje in een
Opus Dei huis gewoond in Amsterdam. Als student zocht ik toen een kamer. Maar
ik heb ook een jaar in Ohio gewoond in de jaren ’70, als uitwisselingsscholier.
Het Legioen van Christus werd toen net actief. Iedereen was vol lof en
enthousiasme. Maar toen vond ik het al een beetje een rare club. Ze hadden
bijvoorbeeld kledingvoorschriften voor de vrouwen. Bij dat soort voorschriften
word ik direct heel argwanend.’


Roelant: ‘Als je dit zo zegt,
moet ik meteen denken aan die serie The Handmaid’s Tale.’

Chris: ‘Ja, bijvoorbeeld.
Geweldige serie. Beklemmend ook. Maar dat is wel waar dit soort ontwikkelingen
naartoe gaan. Toen ik in Ohio woonde, zat ik vlak bij de grens van Kentucky.
Ken je die staat? Waarmee moet je het vergelijken? In Nederland is er gewoon
niet een streek te bedenken die zo achterlijk is als Kentucky.’


Roelant: ‘Hahaha, echte
red-necks?’


Chris: ‘Ja, maar in het kwadraat.
En zo, zo eng. Toen mijn Amerikaanse gastouders met mij door Kentucky reden,
tankten ze vlak voor de grens en stopten ze verder niet. Ze reden zo snel
mogelijk door die staat heen. In die staat barst het werkelijk van de
godsdienst fanatici. Vreselijk. Dankzij mijn verblijf daar heb ik een grote
interesse in Amerika gekregen. De opkomst van die evangelisten en fanatici daar
is enorm. Grote kerken worden er gebouwd. Er gaat heel veel geld in om.’


Roelant: ‘En na dat jaar in
Amerika terug naar Nederland, school afmaken in Wassenaar en daarna studeren in
Amsterdam?’


Chris: ‘Klopt. Die theologische
opleiding was erg boeiend. De eerste twee jaar geven ze je alle ruimte om zo
kritisch mogelijk al die kennis tot je te nemen. Maar dan komt het moment, aan
het begin van het derde jaar, dat we onze kennis moesten gaan theologiseren. Zo
noemden ze dat in het vak dogmatiek. Het kwam erop neer dat we de kritische
geest, de kritische manier van denken die was aangeleerd, moesten hervormen op
een dusdanige manier dat die in de dogma’s van de kerk gingen passen. En dan
moet je met woorden gaan goochelen. Dat kon ik niet opbrengen. Vanaf dat punt
ben ik steeds kritischer geworden op de kerk en ook op de grondteksten. Dan loop
je tegen dingen aan. Veelal kleine dingen.’


Roelant: ‘Noem eens een
voorbeeld.’


Chris: ‘Foutjes die erin staan.
Kleine, historische foutjes. Wij geloven dat de evangelisten dichtbij het
Jodendom stonden en vanuit hun Joods-Christelijke traditie hun verhaal achteraf
hebben opgeschreven. Zoals bijvoorbeeld Jezus die op Palmpasen Jerusalem binnen
rijdt. De menigte eromheen zwaait met palmtakken en zingt Hosanna. En dan
schrijven de evangelisten dat het gebeurt tijdens het Joodse Paasfeest! Maar
als je iets van het Jodendom weet, klopt het wel dat Joden met takken in de
hand staan, maar niet bij Pasen. Dat is bij het Loofhuttenfeest. En daar hoort
dat gebed van Hosanna ook bij. Kortom de schrijver van deze tekst was geen
Jood. Deze haalt namelijk twee essentiële Joodse feestdagen door elkaar. Net
alsof je Pinksteren met Kerstmis verwisselt. Kom je op dat niveau dan houdt de
betrouwbaarheid van die tekst voor mij op. Kleine foutjes. Zoals ook een
officier van Justitie kijkt naar kleine foutjes om zo de betrouwbaarheid van
een verklaring onderuit te halen. Als je kijkt naar apocriefe teksten, teksten
op papier die veel ouder zijn dan het Evangelie, daar kom je veel minder van
die foutjes tegen.’


Roelant: ‘Ik moet meteen denken
aan het boek van Jeroen Windmeijer, Het Pauluslabyrint, waarin hij
schrijft dat Paulus het Christendom gesticht heeft.’


Chris: ‘In mijn boek stip ik dat
ook aan. Jeroen en ik hebben daar hele leuke gesprekken over.’


Wanneer ik nog een koffie wil
bestellen, zie ik dat Chris de zijne nog niet heeft aangeraakt.


Chris: ‘Praten, drinken en eten
tegelijk is een beetje lastig voor me. Dat is gewoon een fysiek dingetje. Ik
heb keelkanker gehad en praat met een stem prothese.’


Roelant: ‘Dat praten gaat
verbazend goed. Ik versta alles. In je boek beschrijf je iemand met longkanker
en ook iemand die zijn been had verloren en daarna in een existentiële crisis
terecht kwam. Kwam jij ook in een crisis na je ziekte?’


Chris: ‘Er is pas een nieuw
rapport verschenen van het KWF {kanker bestrijdingsfonds}. Ik heb meegedaan aan
dat onderzoek. Er werd gevraagd naar lange termijneffecten van zo’n ziekte als
ik heb gehad. Ik heb ook een heel moeilijke tijd gehad.’


Roelant: ‘Dat vind ik zo grappig
dat je in je boek allerlei dingen van jezelf…’


Chris: [interrumperend] ‘Die
boeken gaan allemaal over mij! [gelach alom] Als ik ooit een biograaf krijg dan
heeft hij een leuke puzzel. Er komt in dit boek een antiquariaat voor. Ik heb
daar zelf gewerkt in mijn studenten tijd; alleen stond die winkel niet in
Parijs, maar in Amsterdam op de Keizersgracht. Een Joodse man, Salo Meyer, was
de eigenaar. Heel veel discussies met hem gevoerd over het geloof.’


Roelant: ‘Daar stond hij wel voor
open?’


Chris: ‘Papen pesten vond ie
heerlijk, hahaha. Het waren pittige discussies. Maar daar kijk ik met veel
plezier op terug.’


Roelant: ‘Je hebt in die tijd ook
aan cabaret gedaan.’


Chris: ‘Dat was daarvoor. Toen
studeerde ik Nederlands. Ik zat in het Lage Landen Cabaret. Als duo hebben we
de Camaretten gewonnen. Daarna volgde het kleine zalen circuit. Op een gegeven
moment stopte die samenwerking zoals het wel vaker met duo’s gaat. Vervolgens
wilde ik wat levensvragen beantwoorden waar ik mee rondliep en ben begonnen met
die theologie studie. Naast het antiquariaat werkte ik ook twee avonden en op
zondag in een kroeg. Dat waren goede leermomenten voor mijn studie. Mijn
pastorale training heb ik daar opgedaan. De hoofdpersoon uit Akte van Berouw
heet Jaap Hofhuis. Hij is vernoemd naar een van de klanten uit dat café. Later
een van mijn beste vrienden geworden. Hij is overleden, jammer genoeg. Hij was
Katholiek, heel gelovig. Veel van de karaktereigenschappen van de hoofdpersoon
uit Akte van Berouw zijn eigenlijk van Jaap Hofhuis. Alleen heb ik van
hem een priester gemaakt, wat Jaap nooit was. Dat vind ik het leuke aan
schrijven: je kunt een mensen die je dierbaar zijn op een creatieve manier ook
weer een beetje tot leven wekken.’



Dank je wel, Chris, voor dit
fijne gesprek.

Thuis gekomen ben ik meteen Akte van Berouw gaan lezen. Ik had er spijt
van dat ik dit niet eerder gedaan had, want dan was ik het interview met Chris
beslist minder sceptisch ingegaan. Een prachtig boek dat natuurlijk wel de
misstanden in de kerk aankaart, maar genuanceerd genoeg is om ook positieve
geluiden te laten horen.


Roelant de By – vliegende
reporter van De Perfecte Buren





Eerder verschenen op Perfecte Buren.