"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In gesprek met ... Elvin Post

Vrijdag, 18 januari, 2019

Geschreven door: Elvin Post
Artikel door: Roelant de By

Als
ik mijn lijstje met favoriete boeken uit 2018 bekijk, komt er in de categorie “oorspronkelijk
Nederlandse thriller” voor mij een duidelijke winnaar: Elvin Post. Hij heeft
met Arizona Blues een heerlijk en
origineel boek geschreven. Doordachte personages, boeiende dialogen en absurde
situaties zitten verpakt in een fascinerend uitgangspunt. De voorliefde van de
schrijver voor films blijkt duidelijk uit zijn boek. Onze ontmoetingsplek is
dan ook niet toevallig de restauratie van een bioscoop in Rotterdam. Mijn
eerste vraag is hoe hij op het idee kwam van het bizarre onderwerp van zijn
nieuwste thriller.
Elvin:
‘Ik zag een oude Weird Weekends aflevering van Louis Theroux. Theroux
interviewde Amerikanen die beweerden ervaringen met ufo’s te hebben gehad. Het
waren nogal rare en warrige verhalen. Ik was oorspronkelijk ook van plan dit
soort mafkezen op te voeren. Maar toen ben ik gaan zoeken naar andere zaken.
Steeds dieper gravend kwam ik meer en meer onder de indruk van allerlei
onverklaarbare dingen. Dat vond ik een mooi uitgangspunt voor mijn boek. Zowel
voor de mensen die sceptisch tegen die buitenaardse dingen staan als voor de
mensen die er heilig in geloven, omdat ze zeggen die zelf meegemaakt te hebben,
wilde ik een fijn boek schrijven. Zodat beide kampen ervan kunnen genieten, zeg
maar. Dat jij dat eruit hebt gehaald, is precies mijn bedoeling.’
Roelant:
‘Jouw stijl doet mij erg denken aan die van een schrijver als Elmore Leonard;
veel dialogen, veel humor, absurde situaties en misverstanden alom. Mensen
zeggen totaal andere dingen dan ze bedoelen.’
Elvin:
‘Hahaha, ja, zoals het leven zelf zeg maar. Ik ben een groot fan van Leonard.
In Nederland is hij nauwelijks bekend, maar in Amerika waar ik een tijdje
gewoond heb, is hij erg bekend en zijn veel van zijn boeken inmiddels verfilmd.
Ik hou ervan om een beetje klungelige mensen te beschrijven, die van alles
willen, maar waar je al snel inziet: dat gaat ‘m niet worden. Losers zijn
interessant. Daar schrijf ik makkelijker over. Een Peggy-Sue kwam veel
gemakkelijker uit mijn pen dan Karen, de journaliste. Karakters die natuurlijk
tot stand komen en waar je minder van tevoren over nadenkt, zijn vaak wat gemakkelijker
om over te schrijven. Maar door zo’n journaliste op te voeren geeft me dat wel
de kans om zaken te vermelden die onverklaarbaar zijn, welke zij vervolgens
verder wil gaan uitzoeken. Journalisten zijn van nature nieuwsgierig. Maar het
is lastig om daar precies de vinger op te leggen. Elmore Leonard heeft dat een
keer mooi verwoord. Hij zei: ik laat mijn karakters auditie doen en dan schrijf
ik 100 pagina’s. Als ze dan alles gezegd hebben wat er in ze zit, worden ze
geschrapt, of laat ik ze doodgaan. Los van het feit dat ik Elmore’s boeken mooi
vind, sluit me ik aan bij heel veel van de dingen die hij over schrijven gezegd
heeft. Het allerbelangrijkste in mijn boeken zijn de karakters. Wat zij zeggen
en doen is het belangrijkste. Kortom de dialoog is essentieel. Locatie is
belangrijk, maar vaak ook inwisselbaar.’
Roelant:
‘Laten we bij het begin beginnen. Hier in Rotterdam geboren?’
Elvin:
‘Klopt, hier ook naar school geweest. Voetballen was mijn grote passie. Toen ik
een jaar of dertien was, besefte ik dat ik me pas echt gelukkig voelde als ik
achter die bal aanliep. Naar school ging ik omdat het moest en omdat mijn
ouders dat fijn vonden, maar dat interesseerde me niet zoveel. Jammer alleen
dat ik erachter kwam dat profvoetballer er voor mij niet inzat. Veel blessures,
slechte hamstrings enzo.
Toen
naar Amsterdam om de Frederik Muller academie te doen. Dat was net van naam
veranderd, geloof ik. Een HBO-opleiding, soort vakschool voor boekhandel en
uitgeverij. Op stage mocht ik mee naar Frankfurt, de Frankfurter Buchmesse.
Daar ontmoette ik een belangrijk literair agent uit Amerika, Ralph Vicinanza.
In de wandelgangen worden meer deals gemaakt dan op de beursvloer zelf [lacht].
Ik zal toen een jaar of 22 geweest zijn. Geen verplichtingen of verbintenissen
dus toen hij me vroeg om voor hem te komen werken in Amerika, heb ik dat
gedaan. Ik zat daar op een klein, maar prima kamertje midden in Manhattan, New
York. Prachtige ervaring. In het jaar dat ik daar ben gebleven, ben ik begonnen
met schrijven. Ook heb ik daar heel veel films gezien. Films zijn heerlijk!
Letterlijk inspirerend. Ik herinner me nog het gevoel toen ik de bioscoop
uitkwam na die Star Wars film “The Empire strikes back” te hebben gezien.
Totaal euforisch, alsof er meer mogelijk was. Heel apart. Voetballen was, toen
in de tijd dat ik in Amerika kwam, echt een meisjes sport. Rondjes rennen in
het park werd mijn nieuwe bezigheid in New York. Ik werkte daar gewoon, maar
bij de opleiding had ik een soort lijst van andere stagiairs die ook net waren
begonnen in New York. Een soort pool voor als je je alleen voelde of zo. Je kon
elkaar ontmoeten, samen rennen en dan na afloop wat drinken.’
Roelant:
‘Soort vangnet?’
Elvin:
‘Nou, dat was het dus helemaal niet! Ik ben het gaan doen, zo’n anderhalve
maand met die mensen opgetrokken. In het begin was het gewoon maar meedoen. Ik
kende niemand. Maar ik merkte dat ik totaal geen connectie met ze had. Het was vooral
heel veel drinken. Ik weet dat ik op een gegeven moment totaal dronken in een
of andere badkuip terecht kwam s ‘nachts. Ik besefte dat ik beter iets anders
kon gaan doen in het weekend. Toen ben ik veel gaan lezen. Ook scripts van
aspirant schrijvers. Vervolgens kwam het idee bij me op om dat zelf ook maar
eens te proberen. Prompt heb ik heel veel geschreven wat eigenlijk erg slecht
was. Maar je moet het leren gewoon.’




Roelant:
‘Je hebt het dus niet meteen meegekregen van je vader, Jacques Post, die ook thrillerauteur
is.’
Elvin:
‘Nee, dat klopt. Misschien dat de drempel wat lager voor me was. Ik herinner me
wel het tikken van de typemachine ’s nachts. Ik ben begonnen om in het Engels
te schrijven. Ik zat immers in Amerika. Het tempo en de energie van Manhattan
vind ik heel fijn. Ik zou eerst vier maanden blijven, maar dat heb ik verlengd
om pas na een jaar weer terug naar Nederland te gaan. Toen mijn Amerikaanse
baas merkte dat ik zo van films hield, heeft hij me ook nog aangeboden een tijdje
bij zijn filmagentschap in Los Angeles te gaan werken. Soms heb ik weleens
spijt dat ik daar nooit op ingegaan ben. Maar ja, dat kon gewoon niet. Want ondertussen
was ik verliefd geworden op een Amerikaanse en zouden we samen naar Nederland
gaan. Dan neemt je leven een andere wending. We zijn getrouwd en hebben later
twee geweldige dochters gekregen. Die kinderen hebben mijn leven echt
veranderd. Je leert wat echt belangrijk is en wat flauwekul is. Ze zeggen dat
je als ouders kinderen opvoedt, maar het omgekeerde is zeker zo waar. Ik heb
ook geleerd dat je van het moment moet genieten.
Roelant:
‘Maar terug in Nederland, hoe ging het toen?’
Elvin:
‘Terug in Nederland moest gewoon geld verdiend worden. Ik ben voor het Algemeen
Dagblad gaan werken. Diverse interviews gedaan (zoals Nicci French),
buitenlandse thrillers besproken, als freelancer voor de sportredactie gewerkt,
noem maar op.’
Roelant:
‘Ik heb gelezen in een vorig interview dat je geen mobiele telefoon had, maar
nu zie ik er een voor je liggen.’
Elvin:
‘Ja, maar die heb ik pas aangeschaft na mijn scheiding. Dat is nu vijf jaar
geleden.’
Roelant:
‘Om te kunnen Tinderen?’
Elvin:
[lachend] ‘Nee, om mijn oudste dochter te kunnen bereiken. Ik weet inmiddels
wel wat het is, Tinder, maar ik doe er niet aan mee. Ik ben sinds mijn
scheiding alleen en daar heel gelukkig mee.’
Roelant:
‘Om terug te komen op je boek. Het gegeven is gebaseerd op een echt bestaand
iemand die beweerde dat hij door een UFO was ontvoerd.’
Elvin:
‘Ja, dat klopt. Een houthakker in Amerika, Travis Walton, is in 1975 ontvoerd
en enkele dagen vastgehouden door buitenaardse wezens. Hij heeft daar een boek
over geschreven wat ik met grote verbazing gelezen heb. Zes collega’s beweren
getuige te zijn geweest. Toen heb ik me daar verder in verdiept en ontstond het
idee voor mijn verhaal. Hollywood heeft van het boek van Travis Walton een film
gemaakt, die dat oorspronkelijke verhaal heel erg heeft opgeblazen. Die film is
niet slecht, maar zwaar over de top.’
Roelant:
‘Dat komt ook mooi in jouw boek terug als dat meisje aanklopt bij het centrum
van de ufo-slachtoffers. Ze vertelt precies het verhaal van de film! Dan weet
je meteen dat er iets niet klopt.’
Elvin:
‘Maar dat oorspronkelijke verhaal van die houthakkers is best geloofwaardig. Ze
hebben allemaal een leugendetector test doorstaan. Ook die 17-jarige getuige,
Steve Pierce. Die bleef maar herhalen dat hij wou dat ie het nooit had
meegemaakt. Ik kreeg gewoon met hem te doen. Nou worden Russische spionnen
getraind om een leugendetector te foppen, maar een stelletje simpele, jonge
houthakkers wordt dat absoluut niet. Als je dat filmpje van die Steve zi

et dan
krijg je iets van: ik geloof hem. Als je nagaat dat het Pentagon in de USA in
het geheim lange tijd per jaar 22 miljoen dollar uitgaf aan onderzoek naar
UFO’s, is dat ook iets om over na te denken.’





Roelant:
‘Het is een bijzonder uitgangspunt voor een verhaal. En jij hebt er een prachtig,
spannend boek van gemaakt. Dank je wel voor dit hele prettige en openhartige
interview.
Roelant
de By – Vliegende reporter van De Perfecte Buren.
Lees
HIER de recensie van ‘Arizona Blues’

Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Boeken van deze Auteur:

Groene vrijdag & Vals beeld

Dame blanche

Arizona blues

Geen weg terug

De cursus