"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In gesprek met Latoya Moirae

Maandag, 13 maart, 2017

Geschreven door: Latoya Moirae
Artikel door: Roelant de By

Hoe zou jij jezelf omschrijven als persoon? Wie ben jij?
Ik ben rasechte Limburgse, maar woon al bijna 15 jaar in het westen, dus ik kan wel zeggen van mezelf dat ik inmiddels het beste van twee werelden in me heb. Van huis uit ben ik hartelijk, sociaal en vriendelijk, en heb ik een gezonde dosis humor. Maar in het westen heb ik meer zelfvertrouwen gekregen en ben ik zelfstandiger geworden.


Je bent een druk baasje en zo te zien van veel markten thuis. Je schrijft, vertaalt, schildert. Waar haal jij je inspiratie vandaan om al die disciplines te blijven voeden? En waar ligt je voorkeur?
Ik denk dat inspiratie iets is wat naar je toe komt. Ik heb ook wel eens momenten dat ik bijvoorbeeld aan een hoofdstuk schrijf of aan een tekening/schildering werk en merk dat ik gewoon inspiratie mis. Het heeft dan op dat moment ook geen zin om ermee door te gaan. Ik heb het inderdaad heel druk met van alles en nog wat, maar ik werk dan ook thuis, heb ik geen kinderen, geen andere verantwoordelijkheden, dus ik heb eigenlijk best vaak de tijd me aan mij (vele) hobby’s te wenden. Muziek is ook een van mijn hobby’s: ik zing graag en speel gitaar. Vroeger heb ik zelfs liedjes geschreven. Ik doe verder aan badminton, tennis en squash, fiets en wandel graag en hou ook veel van voetbal en honkbal, maar dan om naar te kijken. Ik heb niet echt een voorkeur; schrijven en tekenen en zelfs vertalen hangen een beetje samen bij mij, want ik teken vaak mijn karakters en vertaal mijn eigen boeken ook graag naar het Engels. Maar de ene keer heb ik zin in tekenen, de andere keer in schrijven. Mijn grootste hobby was altijd tekenen/schilderen, maar door de ervaring die ik door de jaren heen met schrijven heb opgedaan, is dat eigenlijk toch een beetje de overhand gaan nemen.

Ben je altijd al zo creatief geweest? Wanneer openbaarde zich dat en hoe is die ontwikkeling gegaan? Heb je daar cursussen voor gevolgd of ben je puur op eigen initiatief je weg gaan zoeken?
Ik heb van kleins af aan al veel getekend en ook verhaaltjes en gedichten geschreven. Toen ik 16 was, heb ik mijn eerste manuscript naar een uitgever gestuurd. Het boek werd niet uitgegeven, maar de uitgever was wel degelijk enthousiast over het talent dat ik in zijn ogen op zo’n jonge leeftijd al bezat. Hij heeft mij toen aangeraden naar een schrijversschool te gaan, maar ik had mij toen al ingeschreven voor de Vertaalacademie in Maastricht. Ik heb nooit cursussen gevolgd, niet voor tekenen, niet voor schrijven. Ik heb wel een jaartje of twee gitaarles gehad 😉 Ik denk, dat dit dingen zijn die ergens gewoon in iemand zitten en met een cursus of opleiding kun je die dingen verder ontwikkelen, perfectioneren. Ik ben ook nog niet uitgeleerd, ik heb ook veel van de redactie van mijn uitgegeven boeken bijgeleerd. Maar ik weet wel, dat met name het schrijven iets is, dat bij mij hoort en ook nooit weg zal gaan. Ik zeg altijd, ook al had ik nooit een uitgever voor mijn boeken gevonden, ik zou nooit zijn gestopt met schrijven, dat zou ik niet kunnen.



Je hebt een jeugdtrilogie geschreven: de Yougian trilogie, fantasy voor jongeren. Kun je daar iets over vertellen?
“Yougian: het nest van de harpij” – deel 1 van de Yougian-serie – gaat over een meisje genaamd Allyn. Haar ouders zijn vermoord door een oeroud, moordzuchtig wezen met onmenselijke krachten. Deze Harpij – half mens, half vogel – zit ook achter Allyn aan, omdat zij de allerlaatste overlevende is van een mystiek ras, dat is voortgekomen uit de oude Harpijen. Zij komt als weesje terecht in het dorpje Yougian, waar ze wordt opgenomen door Justin en zijn ouders.


Hoe ben je op die verhaallijn gekomen? En hoe pak je zoiets aan? En wat was de voornaamste motivatie om jeugdboeken te schrijven?
Tja, hoe ben ik daar op gekomen. Ik wilde iets origineels, dat was het voornaamste. Ik schrijf heel graag fantasy, maar het lastige van dit genre is, dat je het al snel over heksen, draken, feeën en zo hebt. Ik wilde iets bedenken wat nog niemand eerder op deze manier had bedacht. En een van mijn lievelingsfilms is “The Last Unicorn” en in die film komt een Harpij voor. Dat was mijn allereerste inspiratie voor de boeken. Ik heb zelfs een stukje Griekse mythologie bestudeerd en dat geïntegreerd in de serie, maar ik ben een stapje verder gegaan en heb er dingen aan toegevoegd, een compleet nieuw ras gecreëerd. Erg leuk om zulke dingen te verzinnen!

Wat is voor jou de grootste uitdaging aan het schrijven van fantasy? Is dat een genre waar je altijd al een voorkeur voor hebt gehad als lezer? En wat lees je zelf nu als volwassene het liefste?
Ja, ik schrijf het allerliefst fantasy, omdat ik dan mijn creativiteit beter kwijt kan. Je kunt zelf wezens verzinnen, helemaal los gaan. Natuurlijk moet het geloofwaardig blijven, maar je hebt speling, ruimte. Ik heb ook een of twee thrillers/romans geschreven, dat was ook leuk, maar toch geef ik de voorkeur aan fantasy, dat lees ik inderdaad ook het liefst. Het is trouwens bij mij vaak zo, dat ik gewoon een idee in mijn hoofd krijg en dat ga uitwerken, of dat nou fantasy of een ander genre is.


Tot mijn verbazing zag ik op je website daar ineens ‘De slang in het paradijs’, en tijdens het lezen van de flaptekst was ik verbaasd en geïntrigeerd. Een thriller met erotische tintjes dat gebaseerd is waargebeurde elementen. Dat verwacht je niet te zien na een YA trilogie. Vertel eens hoe dat boek tot stand is gekomen en waarom je ervoor hebt gekozen een totaal ander genre te gaan schrijven?
De Slang in het Paradijs is een van de eerste verhalen die ik ooit heb geschreven en door de jaren heen is het verhaal steeds weer verder aangepast en verbeterd. Het is inderdaad op bepaalde punten “uit het leven gegrepen”. Toen ik nog in Sittard woonde, was er net over de grens in Duitsland een satanssekte aan het werk, die graven openmaakte en katten offerde. Dat heeft mij toen als kind aangegrepen en is altijd in mijn achterhoofd blijven hangen. Ik heb het opgeschreven en er een verhaal van gemaakt. Na de Yougian-trilogie was het tijd voor een nieuw boek en mijn toenmalige uitgever vond De Slang erg interessant. Let wel, het is niet echt een thriller, ook al zegt de kaft van wel. Het is meer een roman met thrillerelementen. Het gaat namelijk naast die satansekte ook over een onmogelijke liefde, die gedoemd is te pletter te storten. En dat gebeurt niet zonder bloedvergieten.




Wat hoop je met je boeken te bereiken? Schrijf je vanuit een ideologie of heb je grote plannen? Waar sta je over vijf jaar?
Mijn grote droom was ooit, dat ik een uitgever zou vinden die mijn verhalen om zou willen toveren tot boeken. Nou, die droom is in vervulling gegaan. Maar nu wil ik meer. De ultieme droom van een auteur is toch wel, dat zijn of haar boeken worden verfilmd. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat veel van mijn verhalen wel iets filmwaardigs in zich hebben. Maar dan moet je eerst je boeken ook in het buitenland uit kunnen laten brengen en dat is dan weer aan de uitgever om die wegen te verkennen. Het nieuwe boek dat ik bijvoorbeeld heb geschreven, zou wel eens het juiste boek kunnen zijn om deze droom mee in vervulling te kunnen laten gaan.


Waarom schrijf je onder een pseudoniem?
Het pseudoniem was een idee van mijn toenmalige uitgever. Hij was van plan de boeken ook in het buitenland uit te gaan brengen en daarom wilde hij graag dat in ieder geval mijn achternaam iets internationalers kreeg. Moirae (spreek uit: moiree) is Keltisch. Ik ben een heel groot Schotland-fan, dus dat vond ik wel passend.

Als je met iemand in het heden of verleden in gesprek zou mogen, wie zou dat zijn en wat zou je die persoon als eerste willen vragen?
Qua schrijven is dat Hans Christiaan Andersen. Die kerel was geniaal. Ik heb hem zelfs in de Slang in het Paradijs verwerkt. Mijn lievelingssprookjes zijn van hem, bijvoorbeeld De Kleine Zeemeermin. Wat ik zo geweldig aan zijn sprookjes vindt, is dat ze scherpe randen hebben. De Kleine Zeemeermin loopt helemaal niet zo gelukkig af als in de Disney-film: ze krijgt haar grote liefde niet en wordt tot schuim in zee. Ik hou daarvan, ik ben ook iemand die er een handje van heeft de held of heldin in mijn verhalen om zeep te helpen, om het grof te zeggen. Ik hou niet zo van happy endings, dat vind ik vaak te zoet. Het moet je aangrijpen, je de keel dichtknijpen, de tranen uit je ogen trekken. Dan doe je het goed, vind ik. Andersen heeft zijn grote liefde ook nooit gekregen, die verloor haar leven op zee. Hij vormt echt een inspiratie voor mij met schrijven. Ik zou wel eens willen weten waar hij zijn inspiratie vandaan haalde, waardoor hij die geweldige ingevingen had.




Daarnaast ben ik altijd een groot fan van Jan Wolkers geweest. Ik heb zelfs ooit het geluk gehad de man te ontmoeten, niet lang voordat hij helaas overleed. Dat moment zal ik nooit vergeten. Ook hij was vaak een bron van inspiratie voor me.
Qua muziek zijn er eigenlijk twee mensen waar ik wel eens mee zou willen babbelen en, beter nog, een potje jammen: George Harrison en Tom Chaplin (zanger van Keane). Het is ook niet zo’n kwestie van wat ik beide heren zou willen vragen, ik zou gewoon muziek met ze willen maken!


Tot slot, kunnen we binnenkort een nieuw boek van je verwachten? Ben je ergens mee bezig en kun je daar onze lezers al iets over verklappen?
Ik heb net een nieuw boek afgeschreven. Het heet “Caelian: Wendy’s dagboek”. Het gaat in feite over Peter Pan, alleen dan eeuwen later …
Dit is de flap die ik al even in elkaar heb gezet:
“Zijn kleding was raar en veel te dun voor de tijd van het jaar. Hij zat op zijn knieën voor mijn bed en hield iets in zijn handen dat een veel feller licht afgaf dan mijn olielamp. “Jij bent het,” fluisterde ik, want ik had gehoopt dat hij terug zou komen.”

Het is halverwege de 22e eeuw op de Aarde. Ruimtereizen en handeldrijven met andere planeten behoren tot het alledaagse leven. Ingenieur en pilote Eavan is een afstammelinge van een meisje genaamd Wendy, dat meer dan drie eeuwen geleden door een vliegende jongen met een panfluit mee is genomen naar een prachtig eiland, waar je nooit volwassenen wordt. Eavan is er heilig van overtuigd, dat haar voorouder het hele verhaal, dat ze in een dagboek heeft opgeschreven, niet uit haar duim heeft gezogen.

Samen met haar vriend en collega Chris gaat ze op zoek naar de planeet waarvan zij vermoed dat Wendy daar ooit terecht is gekomen met de vreemde jongen. Ze stortten neer op een onbekende planeet met een enorm eiland, waar Eavan al snel bepaalde aanknopingspunten vindt. Maar ze is bij lange na niet voorbereid op wat ze werkelijk ontdekt op het eiland, want duistere geheimen ontpoppen zich en elke ontdekking draagt een gevaarlijke prijs met zich mee.

Zodra het gereviseerd is, gaat het naar een aantal uitgevers en dan is het afwachten wie hem wil uitgeven. Fingers crossed!



Latoya, dank je wel. Het was een leuke kijk in jouw creatieve keuken en we wensen jou heel veel succes met alles dat je onder handen neemt! 
Bedankt voor alle interessante vragen, was erg leuk om aan dit interview mee te doen!


Binnenkort een leuke actie van Latoya dus blijf ons volgen!


Meer weten over Latoya? Volg haar op Facebook of neem eens een kijkje op haar website.

Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.